'Straatintimidatie is van alle tijden' - maar wat is er tegen te doen?
Veel jonge vrouwen krijgen op straat nog geregeld te maken met intimidatie. Eerder vandaag kwam het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) met nieuwe cijfers, waaruit naar voren komt dat twee op de drie jonge vrouwen (tussen de 12 en 25 jaar) tussen 2020 en 2021 zijn lastiggevallen op straat. Ook jonge mannen hebben volgens het rapport te kampen met vormen van straatintimidatie.
Ondanks het feit dat zij er ook last van hebben, maken mannen zich toch vaker schuldig aan straatintimidatie, blijkt uit cijfers. Zijn er oplossingen?
Volgens Tamar Fischer, hoofddocent criminologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, is er geen kant-en-klare oplossing voor het probleem. Maar het is wel belangrijk om bewustzijn te creëren, zodat het aantal incidenten omlaag gaat, zegt ze.
"Het begint bij nastaren of het naroepen met opmerkingen, maar het kan ook verdergaan: vrouwen worden nagelopen of zelfs ingesloten waardoor ze zich niet vrij kunnen bewegen. Het is iets van alle tijd, en niet iets wat alleen in de grote stad gebeurt."
Fischer vindt dat jongens en mannen elkaar aan moeten spreken: "Op het moment dat er negatief gereageerd wordt binnen een vriendengroep op bijvoorbeeld naroepen, zou het kunnen afnemen. Het leed van de vrouwen neemt ook op deze manier af omdat ze op deze manier zien dat hun leed gedeeld wordt."
Ook op deze school hebben scholieren te maken gehad met straatintimidatie:
Patrick Engels van stichting Emancipator werkt met jongens en mannen aan het creëren van bewustwording rondom - onder meer - straatintimidatie. Volgens hem is straatintimidatie van mannen jegens vrouwen onder meer te wijten aan de maatschappelijke druk die mannen voelen om hun mannelijkheid te bewijzen. "Ze willen niet als zwak overkomen. Er mag geen twijfel over bestaan dat ze een 'echte man' zijn."
Volgens Engels is het daarom belangrijk om bij mannen bewustwording te creëren dat ze kwetsbaar mogen zijn en emoties mogen hebben en uiten. "Als ze die emoties ontkennen, kroppen ze dingen op en raken ze het contact met hunzelf kwijt. Daardoor kunnen ze ook slechter grenzen aanvoelen bij henzelf en iemand anders."
Niet alle mannen hebben kwade intenties, gaat Fischer verder. "Daarom ben ik ook terughoudend met het roepen dat iedereen maar beboet moet worden. We zijn namelijk pas sinds kort dit gesprek aangegaan met z'n allen en het blijft complex. Want niet iedereen heeft door dat ze fout bezig zijn, want er is namelijk ook veel leuke interactie op straat."
Zeker in het uitgaansleven, zegt ze. "Alleen is het wel belangrijk dat iedereen beseft dat het met wederzijds respect is."