Wielercommentator Wuyts is nog niet uitgesproken: 'Mooiste koersjaren komen nog'
"Is het Van der Poel of Van Aert, is het Van der Poel of Van Aert? Het is, het is, het is.... Ik wéét het niet!"
"Een ramp", is het eerste wat Michel Wuyts te binnen schiet als hij terugdenkt aan de finish van die onvergetelijke Ronde van Vlaanderen van 2020.
Al dertig jaar lang is de Belgische wielercommentator te veel vakman om de onvoorspelbaarheid van een fotofinish te kunnen verdragen.
"Ik word er gek van", vertelt Wuyts. "Sinds 2018 lijkt iedere sprint om een halve tube te gaan. Maar die ontknoping was adembenemend mooi. Twee superatleten, samen naar de streep. Zij zijn een zegen voor elke wielercommentator. Ik ben ervan overtuigd dat de mooiste periode in het wielrennen net is aangebroken."
Ongewilde afscheidstournee
En dus valt het hem zwaar dat hem juist nu de wacht is aangezegd. Een week geleden, op 22 december, vierde Wuyts in kleine kring vanwege de coronapandemie zijn 65ste verjaardag.
Eind januari, na de WK veldrijden in Fayetteville, gaat hij met pensioen bij de Vlaamse publieke omroep. Tegen zijn zin.
"Natuurlijk was dat een schok", vertelt Wuyts, nog altijd ontstemd als hij terugdenkt aan die dag in mei waarop het slechte nieuws tot hem kwam.
"Zeker omdat de omroep anderen wel de kans biedt om na hun 65ste door te gaan. Dat was mij ook voorgehouden in de afgelopen jaren. En toen kwam er een nieuwe directie en was het gedaan. Maar ik ben nog niet uitgesproken, zeker niet."
Vulpennen en markeerstiften
Al bijna dertig jaar lang staat het leven van Wuyts in het teken van wielrennen. In de wintermaanden reist hij van cross naar cross met oud-wereldkampioen Paul Herygers.
Vanaf Omloop Het Nieuwblad vormt hij tijdens het wegseizoen een onafscheidelijk en onweerstaanbaar duo met José De Cauwer. "Ons geheim? Ik zie José nooit buiten de koers."
De voorbereiding op een koers begint bij Wuyts altijd al dagen van tevoren. Dan neemt hij de deelnemerslijsten door, noteert de kanshebbers in zijn schrift met een van de pennen uit zijn vulpenverzameling en markeert ze met felle kleuren.
Terwijl Marianne Vos en Lucinda Brand zich warmrijden voor de wereldbekerveldrit in Rucphen, daalt de rijzige gestalte van Wuyts - een tikje stram - het trapje af van de commentaarcabine naar de Brabantse modder.
"Verkeerde schoenen", zegt hij, knikkend naar zijn halfhoge suèdeschoeisel. "Die verkenning zal kort zijn vandaag."
Zijn eerste wielerheld was Rik Van Looy, de vermaarde 'keizer van Herentals'. "Met mijn buurjongens speelden we de grootste koersen na, voor onze deur in Leuven. Op een dag ging het mis. De geparkeerde BMW heb ik nooit gezien. Een van mijn vriendjes is toen in allerijl naar mijn huis gegaan en heeft gezegd: 'Uw zoon Michel is verongelukt!'"
De schade viel mee - "vijf dagen quarantaine vanwege een hersenschudding" - maar het wielervirus liet Wuyts niet meer los.
Mijn moeder was bipolair. Ze vond sportjournalistiek geen vak. Ik wilde haar niet teleurstellen.
Eigenlijk wilde Wuyts als middelbare scholier al sportjournalist worden, maar dat vonden zijn ouders een slecht idee. "Mijn moeder was bipolair. Soms bruisend van geluk, maar vaker was ze dat niet. Ze vond sportjournalistiek geen vak. Ik durfde haar niet teleur te stellen."
Hij bleef thuis wonen ("Ik ging liever naar het dorpscafé 'Bij Annie' dan met de studenten op kot") en volgde een opleiding tot onderwijzer. "Daarna heb ik acht jaar lesgegeven op de Normaalschool in Tienen. En later werd ik schooldirecteur."
Toch schreef Wuyts zich begin jaren 90 in voor het 'sportjournalistenexamen' bij de VRT. "Zo'n duizend kandidaten moesten drie proeven afleggen. De eerste was een opstel, waarin ik de Finse schansspringkampioen Matti Nykänen afzette tegen Eddie 'The Eagle' Edwards. Ik vroeg mij af wie van de twee als mens gelukkiger zou worden. Daarna volgden een kwis en een stemtest."
Wuyts werd aangenomen, maar niet meteen als wielerverslaggever. "Mensen associëren mij met de koers, maar ik heb ook drie wereldbekers voetbal verslagen en wat al niet meer. Toen we in 1994 het voetbalcontract kwijtraakten aan de VTM, is de VRT pas echt vol gaan inzetten op wielrennen."
In bed met Merckx
Zo belandde Wuyts in 1995 bij de WK in het Colombiaanse Duitama. "Daar zag ik ene Danny Nelissen wereldkampioen worden bij de amateurs. Na de ceremonie was het al knap laat en ik moest nog drie tot vier uur door de bergen terug naar ons hotel."
"Dus informeerden we bij de Belgen naar een slaapplaats, in de hoop dat wellicht een paar jongeren al huiswaarts gekeerd waren. Dat bleek niet zo te zijn. Maar daar was Eddy Merckx, destijds nog bondscoach. Hij zei: 'Je mag bij mij op de kamer. Mijn bed is groot genoeg. Of zedde gij vies van mij?'"
Zo geschiedde. "We namen een fles rum en een fles cola mee naar de kamer en toen die op was gingen we beiden aan een kant van het bed liggen. De volgende ochtend sprak ik met Eddy af dat als er geen Belg meer in koers zou zijn, hij bij mij in de commentaarpositie zou komen. Halverwege de wedstrijd kwam hij het trappetje op, samen hebben we Abraham Olano zien winnen. Op een lekke tube."
'Doping kleeft aan ons'
Het waren de magere jaren van het Belgische wielrennen, met uitzondering van de Mapei-ploeg van Patrick Lefevere en diens poulain Johan Museeuw. Jaar in jaar uit domineerden zij het klassieke voorjaar.
Maar het waren ook de jaren waarin epo en later bloedtransfusies de verhoudingen in het peloton op zijn kop zetten. Ook in het wielergekke Vlaanderen, al bleef veel onder de pet.
In 2007 reageerde Wuyts onthutst, nadat Museeuw had bekend in de herfst van zijn loopbaan doping te hebben gebruikt.
"Bij mij is de frank vrij laat gevallen", zegt Wuyts nu. "Natuurlijk heb ik mij bedrogen gevoeld. Veel mensen zijn ervan overtuigd dat ik meer weet, maar als commentator ben je vaak de laatste die iets hoort. Ze zouden wel gek zijn om mij wat te vertellen."
"En als ik al eens wat liet vallen in de uitzending, dan kreeg ik een dag later een aangetekende brief in de bus van een advocaat. Dat gebeurde meer dan eens, meestal afkomstig van gerenommeerde ploegleiders."
'Uiteindelijk gaat het om taal'
Als Wuyts spreekt, dan is elk woord raak. Weloverwogen bouwt hij zijn zinnen, een tikje belerend soms. Maar Wuyts is ook innemend, met een zweem van verlegenheid zelfs.
"Inhoud is de basis, tactisch inzicht komt met ervaring", doceert Wuyts. "Maar uiteindelijk gaat het om de taal. Ik probeer elke dag te schaven om wat ik zie zo mooi mogelijk te kunnen omschrijven. Elke dag leer ik nog bij, mijn hoogtepunt moet nog komen."
Het kleurrijke commentaar bij de olympische titel van Greg Van Avermaet aan de Copacabana in Rio de Janeiro is zelfs integraal uitgebracht in boekvorm.
Bekijk hieronder een fragment uit De Avondetappe van 16 juli 2017 over de woordkunst van Michel Wuyts. Ook verklapt hij een geheimpje over de olympische wegrit van Greg Van Avermaet.
Gevraagd naar het hoogtepunt van zijn loopbaan, komt Wuyts met een verrassend antwoord: de Elfstedentocht van 1997.
"Ik volgde het langebaanschaatsen al van kleins af aan. Ik was fan van Ard Schenk en van Piet Kleine. Toen de VRT om vrijwilligers vroeg om de Elfstedentocht te becommentariëren, wist ik niet hoe snel ik mijn vinger in de lucht moest steken. Waarom? Ik wist dat het misschien wel nooit meer zou gebeuren."
Bekijk hieronder de finish van de Elfstedentocht 1997 met het originele commentaar van Michel Wuyts.
Terwijl Rucphen steeds verder verdwijnt in de mist, ziet hij nog zo'n fenomeen zijn eerste wereldbekerwedstrijd winnen: Tom Pidcock.
'Hij is ribbedebie...'
Nog twee maanden in de modder ("Ik houd van het volkse van de cross") en dan is Wuyts 'ribbedebie', nog zo'n heerlijke Vlaamse koersterm voor een renner die het hazenpad kiest.
Wat vindt Wuyts zelf eigenlijk het mooiste woord in het wielervocabulaire? "Poeh, dat is moeilijk. De woorden vallen uit de hemel, ik raap ze op."
Na lang nadenken komt er toch een antwoord: "Ik ga voor soeverein. Keizerlijk, als Merckx en Van Looy."
Zelf kreeg hij een keizerlijk afscheid bij de WK in zijn Leuven. "Het vak slorpt mij op. Thuis hoor ik soms: 'Hé, wij zijn er ook nog'."
"Bij die WK in Leuven kwamen mijn kleinzoons in de commentaarcabine in zelfgemaakte regenboogshirts. Daarop stond: 'Opa is onze wereldkampioen'. Mooier zal dat niet worden, zeker?"