'Frenkie' Scheperkamp naar Peking: 'Skeeleren heeft vechtersmentaliteit gegeven'
Hij maakt zich ogenschijnlijk nergens druk om, is gezegend met een overdosis talent en combineert een gulle lach met een blonde lok over zijn voorhoofd. Nogal logisch dat schaatser Merijn Scheperkamp binnen de ploeg van Jumbo-Visma naar de bijnaam 'Frenkie' luistert, een bedenksel van zijn voormalige ploeggenoot Kjeld Nuis.
Net als de middenvelder van FC Barcelona, De Jong dus, verloopt de loopbaan van deze pseudo-Frenkie stormachtig. Met een onvoorziene uithaal op de tweede 500 meter van het olympisch kwalificatietoernooi verzekerde Scheperkamp, van 6 maart 2000, zich van een retourtje Peking. Daarmee is de rijder uit de opleidingsploeg van Jumbo-Visma de eerste Nederlandse schaatser die in dit millennium geboren is die zich plaatst voor de Winterspelen van 2022.
Op zijn 34,64 van de eerste 500 meter liet hij in de tweede omloop een tijd van 34,45 volgen. Dat hij daarmee uitgerekend Dai Dai N'tab naar de tweede plek verwees, was een saillant detail.
Het OKT lijkt welhaast een obsessie te worden voor de sprinter uit de 'grote' ploeg van Orie. In 2017 startte N'tab tweemaal vals en kreeg hij een DQ achter zijn naam. Vier jaar later zag hij in de eerste rit zijn directe tegenstander Hein Otterspeer eerst vals starten en vervolgens bij het uitgaan van de eerste bocht onderuitgaan. N'tab finishte desondanks in 34,53, ofschoon hij op de kruising geen voordeel had van zijn tegenstander.
In de herkansing reed hij in de rit na Scheperkamp. In de wetenschap dat N'tab in zijn loopbaan pas twee keer in Thialf onder die tijd was gedoken, werd de druk behoorlijk opgeschroefd.
Klassiek verhaal
In N'tabs tweede race was het, alsof de duvel ermee speelde, ditmaal teamgenoot Kai Verbij die hem hinderde. Hij ging bij de start bijna onderuit en haalde daarmee N'tab dusdanig uit zijn concentratie dat de klok stopte bij 34,69.
Daarmee werd de olympische kwalificatie van Scheperkamp zo'n klassiek verhaal van de leerling die de meester voorbijstreeft. "Ik heb de laatste maanden veel met Dai Dai getraind en daardoor een hoop van hem geleerd", zei hij.
Op de vraag of hij verwacht dat N'tab met onmiddellijke ingang stopt met het verlenen van hand- en spandiensten volgde een verduidelijkend antwoord van de student biologie. "Het is niet zo dat hij me bij het handje houdt, of zo. Ik leer vooral door zelf de fout in te gaan."
Waar deze uithaal vandaan kwam, was ook voor Scheperkamp zelf een klein raadsel. "Ik geloof niet in zoiets als wonderdagen", zei hij. Wellicht scheelde het dat hij in de opleidingsploeg van trainer Sicco Janmaat in alle rust kon rijpen. En misschien speelde het ook wel een rol dat hij in de zomermaanden aan skeeleren doet. "Dat heeft me een vechtersmentaliteit gegeven."
In 2018 won Scheperkamp brons bij de WK inlineskaten voor junioren. Bekijk de beelden van een jonge Scheperkamp op wieltjes hieronder.
Hij was bovendien in staat gebleken om, zoals dat tegenwoordig zo fraai heet, bij zijn taken te blijven. "Ik was alleen bezig met wat ik zelf moest doen. Ik heb nu eenmaal weinig invloed op de resultaten van mijn tegenstanders. Ik kan alleen zelf hard rijden."
Het draaide voor de jongeling eigenlijk om twee dingen. "Taperen en pieken." Want, zo wist hij: "Als ik dat doe, kan ik ze hebben..."
Hij had zich in de aanloop naar het OKT ook niet gek lopen maken. Ja, natúúrlijk hadden de Olympische Spelen de laatste dagen wel eens door zijn hoofd gespookt.
"Maar dat was altijd iets voor de lange termijn. Ik stond er meer zo in: als ik het nu niet haal, dan moet het over vier jaar maar gebeuren. Alleen zou ik daar dan als nóg completere schaatser aan de start staan."
Dat Cortina d'Ampezzo 2026 toch Peking 2022 werd, kon eigenlijk maar één oorzaak hebben. "Ik stond er vandaag relaxed in. Daarom kon ik onbevangen schaatsen. Met mezelf druk opleggen, schiet ik helemaal niets op."
En toch, geheel uit de lucht kwam de plaatsing nou ook weer niet vallen. Als zoon van Marcel Scheperkamp, die van 1978 tot 1980 deel uitmaakte van de kernploeg, zit schaatsen hem in het DNA.
Aan het begin van de olympische jaargang reed hij bij een trainingswedstrijd in Inzell al 34,91. Tijdens de NK afstanden liet hij daar enkele weken later 34,82 op volgen, na een valse start in de eerste omloop. Daarmee plaatste hij zich voor de wereldbekers, waarin hij als beste resultaat een zevende plaats in Stavanger (34,75) kon overleggen.
En nu stond hij daar, als winnaar van de 500 meter en daarmee de nummer acht op de matrix voor Peking 2022. Enigszins ongemakkelijk frummelde hij maandagavond in de catacomben aan zijn zwarte trainingsbroek, ten overstaan van journalisten die alles van hem wilden weten.
Nee, hij vlakt zichzelf bij voorbaat niet uit voor de 1.000 meter, waarin hij dit OKT ook start. "De grote vier domineren op dat nummer, maar een foutje is zomaar gemaakt. Dat blijkt vandaag wel."
En nee, er bleek evenmin een schaatser te zijn waar hij zich aan spiegelt. Ja, hij heeft een goede band met Ronald Mulder, die hij kent uit het skeeleren en die ook al niet aan zijn tijd kon tippen. Maar hem een idool noemen? Nee, dat ging te ver.
Wie hij later wel wil worden? Het antwoord bleek kinderlijk eenvoudig. "Merijn Scheperkamp."