Bed-bad-brood alleen voor uitgeprocedeerden die meewerken aan vertrek
Er komen meer zogeheten bed-bad-brood-opvangplekken voor vreemdelingen die niet in Nederland mogen blijven. Zij kunnen daar alleen terecht als ze meewerken aan hun vertrek; anders belanden ze op straat, staat in het nieuwe coalitieakkoord.
Sinds 2019 zijn in Nederland vijf bed-bad-brood-locaties waar uitgeprocedeerde vreemdelingen kunnen werken aan een 'duurzaam perspectief.' Dat hoeft nu niet per se terugkeer te zijn; het kan ook alsnog een verblijfsvergunning betekenen. De locaties zijn in Rotterdam, Utrecht, Groningen, Amsterdam en Eindhoven.
Het nieuwe kabinet wil nu een landelijk dekkend netwerk van deze zogenoemde Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV). Gemeenten die nu zelf een opvang hebben voor uitgeprocedeerde asielzoekers, zoals Emmen en Deventer, krijgen volgens de plannen straks geen geld meer van het Rijk.
Eigen wil
Betrokkenen reageren verdeeld op de plannen in het regeerakkoord. Bridge to Better, een terugkeerorganisatie in Amsterdam, vindt het goed dat het mensen lastiger wordt gemaakt om lang te blijven hangen in opvanglocaties. Volgens directeur Marion Groen in 't Woud voelen ze daardoor niet de urgentie om aan terugkeer naar hun thuisland te denken, ook al is hier geen toekomst voor ze.
"Mensen komen pas bij ons voor hulp als ze het echt zelf willen, omdat ze geen andere uitweg meer zien", zegt ze. Vaak zijn ze dan blij met de hulp en het perspectief dat haar organisatie ze biedt, bijvoorbeeld om in hun land van herkomst een winkel op te zetten. "Ze komen dan niet met lege handen en vol schaamte terug bij hun familie, die vaak veel geld heeft betaald om ze naar Europa te laten reizen."
Stichting Inlia in Groningen organiseert opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers en heeft de bed-bad-brood-locaties mede ontwikkeld. Voorzitter John van Tilborg vindt het onverstandig om alleen maar opvang te bieden aan degenen die aan hun terugkeer meewerken, zoals de nieuwe regeringscoalitie dus wil.
"Mensen die niet door de Dienst Terugkeer en Vertrek van het ministerie van Justitie zijn uitgezet maar op straat belanden, worden opgevangen in de LVV's om illegaliteit tegen te gaan en om belemmeringen om terug te keren weg te nemen. Maar het kan ook gaan om belemmeringen die juist hun legalisatie in de weg staan."
Het is de ervaring van Van Tilborg dat lang niet iedereen terecht is afgewezen. "En niet op straat, maar in zo'n opvanglocatie vinden mensen weer de rust om na te denken over hun toekomst."
Zowel Van Tilborg als Groen in 't Woud hopen dat het nieuwe kabinet ook blijft inzetten op terugkeertrajecten waarbij mensen perspectief wordt geboden. "Het is daarvoor belangrijk dat organisaties als Bridge to Better hun financiering blijven houden", roept Groen in 't Woud het kabinet op.
Nieuw middel: ongewenstverklaring
Het nieuwe kabinet hoopt ook met andere maatregelen succesvoller te zijn in het terugsturen van ongewenste vreemdelingen. Het Verwey-Jonker Instituut schatte vorig jaar dat er zo'n 18.000 tot 27.000 vreemdelingen in Nederland zijn die geen recht hebben op verblijf op opvang door het Rijk.
Deze mensen kunnen, als zij overlast veroorzaken en uit een veilig land komen, een zogeheten ongewenstverklaring krijgen. Daarmee wordt het naar verwachting makkelijker om ze in detentie op te sluiten om ze vervolgens het land uit te zetten.
Betere afspraken met herkomstlanden
Of dat daadwerkelijk slaagt, blijft afhankelijk van herkomstlanden. Zo gaat het terugnemen van onderdanen door Marokko en Irak nu moeizaam. Door afspraken te maken over handel, legale migratie en visaverstrekking hopen de toekomstige regeringspartijen dat probleem te tackelen.
Een andere groep mensen die lastig uit te zetten is, zijn gezinnen. Er zijn zeven speciale gezinslocaties voor uitgeprocedeerde gezinnen. Dat zijn andere locaties dan de LVV's, waar vooral alleenstaanden verblijven. Om het vertrek van de afgewezen gezinnen te stimuleren, krijgen hun kinderen straks onderwijs in de eigen taal in dat opvangcentrum. Het is nog onduidelijk of dat betekent dat ze niet meer naar een reguliere school gaan in naburige dorpen of steden. Ook deze kinderen hebben onderwijsplicht zolang ze leerplichtig zijn.