Rapport legt onvolkomenheden bloot bij evacuaties Afghanistan
Met de kennis van nu was de evacuatie van Afghanen afgelopen zomer uit Kabul wat makkelijker verlopen als de bewindslieden de verschillende procedures eerder of ruimhartiger hadden versoepeld. Dat is een van de constateringen in een rapport van een bureau dat gespecialiseerd is in crisismanagement.
Naar aanleiding van de chaotisch verlopen operatie na de machtsovername door de Taliban in Afghanistan, half augustus, vroeg het demissionaire kabinet het bureau Crisisplan onderzoek te doen om eventuele verbeteringen aan te dragen. Dat rapport is nu naar de Kamer gestuurd.
De onderzoekers noemen het een hele prestatie dat Nederland er in een kort tijdsbestek in is geslaagd zo'n 2500 mensen naar Nederland te evacueren. Maar ze plaatsen ook veel kritische kanttekeningen. Zo constateren ze dat in de aanloop naar de crisis zorgvuldigheid lang belangrijker was dan snelheid.
Het rapport vindt een zorgvuldige aanpak in normale tijden wenselijk, zeker als het gaat om het beoordelen van mensen die misschien een gevaar kunnen vormen voor de nationale veiligheid. Maar "in tijden van crisis kan zorgvuldigheid juist een belemmering vormen."
Onaangename verrassing
Het rapport zegt verder dat bewindslieden zich "zelfs in de meest kritieke fase van de crisis tot op detailniveau met het toelaten van evacués hebben beziggehouden. "Het had geholpen als de verschillende betrokken gremia de professionals ter plekke meer autonomie hadden toegekend."
De onderzoekers wijzen er ook op dat de militaire inlichtingendienst MIVD keer op keer duidelijk heeft gemaakt dat de Taliban aan het oprukken waren. "Maar de opmars verloopt nog sneller dan de MIVD denkt", staat in het rapport." Nog op 10 augustus meldde de dienst dat een poging tot inname van Kabul binnen drie tot zes maanden onwaarschijnlijk werd geacht. Uiteindelijk gebeurde dat al een paar dagen later.
Alle mensen die de onderzoekers hebben gesproken, vinden dat de betrokken ministeries de val van Kabul niet op tijd hebben zien aankomen. "Hoewel al vroeg in 2021 duidelijk was dat de machtsovername door de Taliban min of meer onvermijdelijk was, werden alle betrokkenen verrast door de snelheid waarmee de machtswisseling zich voltrok. Vooral het moment van de val van Kabul kwam voor velen als een onaangename verrassing."
Verkeerde aannames
In het rapport staat ook dat in de loop van de tijd de informatiepositie van het ministerie van Buitenlandse Zaken verslechterde en dat "Nederland ongeveer als laatste wist dat de andere landen zich al op het vliegveld hadden teruggetrokken". De onderzoekers halen een uitspraak aan van minister Kaag van Buitenlandse Zaken (die uiteindelijk aftrad).
Zij zei dat "we hebben gehandeld op basis van verkeerde aannames." De onderzoekers kunnen zich voorstellen dat de minister het zo heeft ervaren. Maar "met de kennis van nu zijn er wel degelijk alarmbelletjes afgegaan", staat in het rapport.
Vakanties en watersnood
Over het ministerie van Defensie stellen de onderzoekers dat de verslechterende toestand in Afghanisten daar pas in augustus prominent op de agenda kwam: "De situatie in Afghanistan lijkt geen crisissfeer op het ministerie te hebben veroorzaakt vóór de val van Kabul. Vakanties en de watersnood in Limburg werden genoemd als afleidende gebeurtenissen." En alle geïnterviewden erkennen, met de kennis van nu, dat het tempo bij het afhandelen van de 'tolkenregeling' te laag was.
Een andere conclusie is dat Kamerleden die in direct contact stonden met mensen in Kabul de taak voor de Nederlandse militairen en diplomaten daar niet lichter maakten. Volgens de onderzoekers waren de interventies van de Kamerleden goedbedoeld, maar veroorzaakten ze soms "dramatische dilemma's" voor de Nederlandse ambtenaren in Afghanistan. "Ook de stroom Kamervragen heeft de effectiviteit van de crisisoperatie geen goed gedaan."
Waardevolle inzichten
De onderzoekers hebben met 18 betrokkenen gepraat op verschillende ministeries. Met wie precies is niet bekendgemaakt. De auteurs schrijven dat ze met hun bevindingen betrokkenen niet de maat willen nemen, maar dat ze lessen trekken "die Nederland kunnen helpen in een volgende buitenlandse crisis (nog) beter beslagen ten ijs te komen." Volgens het rapport hebben de betrokkenen tijdens en na de crisis veel van de onvolkomenheden inmiddels erkend.
De demissionaire ministers Knapen en Kamp en staatssecretaris Broekers-Knol schrijven aan de Kamer dat het rapport waardevolle inzichten bevat en dat het kabinet ermee aan het werk gaat. Overigens zijn deze aanbevelingen een soort tussenrapport.
De onderzoekers spreken zelf van "laaghangend fruit". Er komt nog een uitgebreidere evaluatie door een aparte commissie. Die zou eerst onder leiding staan van VVD-kopstuk De Grave, maar de oud-minister van Defensie trok zich terug omdat hij te weinig vertrouwen proefde bij de Kamer.