Interne problemen bij politie ten koste van aanpak terrorisme
Door interne problemen bij de anti-terreurafdeling van de politie blijft een belangrijk deel van het werk liggen. Het gaat bijvoorbeeld om het monitoren van geradicaliseerde personen.
Dat blijkt uit een rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid dat vandaag is gepubliceerd. De inspectie deed onderzoek na signalen over misstanden bij de afdeling Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering (CTER) van de politie.
Volgens het rapport reageert de politie goed op acute terroristische dreigingen, maar blijft het op peil houden van de eigen informatiepositie achter. Dit leidt binnen de afdeling tot conflicten.
Spanningen
Volgens het rapport moest de politie zo'n vijf jaar geleden, na de terroristische aanslagen in Parijs en Brussel, met stoom en kokend water aan de slag om een aanslag in Nederland te voorkomen. Zo'n 150 medewerkers van verschillende politieonderdelen moesten nauw gaan samenwerken, maar een duidelijk plan en goede aansturing ontbrak op de kersverse CTER-afdeling.
Dit heeft binnen de politie gezorgd voor onenigheid en spanningen. "In sommige teams leidt dit tot een gevoelde onveilige werkomgeving", schrijft de inspectie.
Door conflicten over taakverdeling en verantwoordelijkheden komt de samenwerking niet goed op gang. "De cultuur kenmerkt zich in belangrijke mate door eilandjes-denken en eigenbelang." Nog altijd heerst er volgens de inspectie een gebrek aan visie.
Wisselend resultaat
De politie boekt daardoor wisselend resultaat. Een deel van het werk van de CTER-afdeling bestaat uit reageren op acute dreigingen. Dat gaat volgens de inspectie heel goed. Het lukt om terrorismeverdachten op te sporen en aan te houden, vaak na een tip van de AIVD.
Een ander deel van het werk bestaat uit zelf in de gaten houden wat er gebeurt, zoals het volgen van extremistische groepen of uitreizigers. Dat gaat een stuk minder goed. Volgens de inspectie doet de politie te weinig om inzicht te krijgen in bepaalde fenomenen en netwerken.
De interne perikelen zijn ook ten koste gegaan van het monitoren van Nederlandse jihadisten. Zo kreeg de politie opdracht om dossiers op te maken over bijna 300 Nederlandse uitreizigers en hun omgeving. Al snel bleek dat de politie daar helemaal niet aan toe kwam en werd het project stilgelegd. Pas recent is het weer opgestart.
Meer onderzoeken
De politie erkent dat er te weinig aandacht is geweest voor problemen bij de terrorisme-afdeling en zegt inmiddels te werken aan verbeteringen. "Tegelijkertijd mogen we heel trots zijn op wat daar dagelijks gepresteerd wordt", vindt politiechef Jannine van den Berg van de Landelijke Eenheid.
Het onderzoek naar de CTER-afdeling valt in een reeks rapporten over het functioneren van de Landelijke Eenheid. In januari was er al een kritisch rapport over de informatietak van de politie. Vorige maand volgde een onderzoek naar de dood van een undercoveragent. Begin volgend jaar volgt nog een uitgebreider inspectierapport naar de Dienst Specialiste Operaties.