Thanksgiving is in VS feestdag voor de een, dag van rouw voor de ander
"We willen dat de echte geschiedenis wordt verteld op scholen. Het is niet fraai geweest en we moeten het niet te gruwelijk in de lesboeken omschrijven, maar kinderen moeten wel weten wat er echt is gebeurd tijdens en na de eerste Thanksgiving."
Volgens de Wampanoags, de inheemse bevolking die de pelgrims uit Europa welkom heette 400 jaar geleden, waren er geen kalkoenen. En ook geen indianen met hoofdtooien. Sterker nog, de stam was, in tegenstelling tot wat veel Amerikanen denken, niet eens uitgenodigd voor dat eerste oogstfeestje in 1621. Toen die religieuze vluchtelingen - in Engeland werden ze vervolgd - 400 jaar geleden voor het eerst Thanksgiving vierden, zag dat er heel anders uit dan het familiefeest dat tegenwoordig wordt gevierd in de Verenigde Staten.
Voor de Wampanoags, die de pilgrim fathers dat eerste jaar hielpen overleven, leidde dat het begin in van genocide, van de bezetting van hun land en het uitwissen van hun cultuur. Wat voor de rest van Amerika een nationale feestdag is, is voor de Wampanoags en andere inheemse stammen dan ook de Nationale Dag van Rouw.
"Wij zijn de eerste mensen van dit land. En de herinnering aan wat er is gebeurd, kan pijnlijk zijn. We worden gemarginaliseerd en uitgewist. Soms voelen we ons onzichtbaar. Maar we willen de mensen laten zien dat we er nog zijn, we zijn niet verdwenen", zegt voorzitter Melissa Ferreti van de stam Herring Pond Wampanoag.
In hun clubhuis is ze haar rok van hertenvel aan het uitleggen. Vanmiddag zal ze tijdens de Nationale Dag van Rouw, zoals de inheemsen Thanksgiving noemen, een gebed voordragen voor hun voorouders en in een korte toespraak hun land eren, waarmee ze zich zo verbonden voelen.
Ze is een beetje nerveus, want het wordt haar eerste keer. "Ik wil vooral benadrukken dat onze voorvaderen niet als een stel naïevelingen hun onderdrukkers hebben binnengelaten. Ik wil de indruk wegnemen dat de Engelsen superieur aan ons waren, dat ze ons een beter leven zouden hebben gegeven. Het tegenovergestelde is waar. Wij hebben hen geholpen."
Gedwongen assimilatie
De Wampanoags wonen al minstens tienduizend jaar in het gebied rond het schiereiland Cape Cod in de staat Massachusetts. Ze leefden van de jacht op herten, beren en elanden in de bossen, en visten naar haring en forel. Ook handelden ze al sinds 1524 met de Europeanen. Toen ze in 1620 het schip de Mayflower met vrouwen en kinderen aan boord zagen arriveren, begrepen ze al snel dat de relatie met de Europeanen definitief zou veranderen.
Ze hielpen de nieuwkomers door het eerste moeilijke jaar heen, maar van dankbaarheid was geen sprake. De Wampanoags waren tijdens die eerste Thanksgiving alleen op het oogstfeest aanwezig omdat iemand z'n musket in de lucht schoot en ze dachten dat de oorlog was uitgebroken. Ze namen vijf herten en waarschijnlijk cranberries mee. Dat was het laatste gezamenlijke feestje.
Het is wrang dat wij, de oorspronkelijke bewoners van dit land, niet erkend worden.
Net als andere indianenstammen stierven veel Wampanoags aan ziektes, en door de genocide. De kolonisatoren voerden een bid-of-sterf beleid in: wie zich niet tot het christendom bekeerde moest vluchten of werd gedood. Hun gezamenlijke land werd opgesplitst, ze moesten belasting betalen en de kinderen werden naar kostscholen gestuurd, waar hun haren werden afgeknipt en ze hun taal niet meer mochten spreken. Een gedwongen assimilatie onder het motto 'Dood de Indiaan, red de mens'.
Nog steeds hebben de ouderen in de stam moeite met het terughalen van hun oorspronkelijke taal, omdat ze gedwongen waren die te vergeten. Er is inmiddels weer een lesprogramma ingesteld om de kinderen woordjes te leren. Maar de stam wil meer: "We worden als stam nog steeds niet erkend door de federale overheid. Met de kolonisatie werden koloniale wetten ingevoerd. Daardoor lopen we steun mis en kregen wij bijvoorbeeld ook pas veel later het coronavaccin dan onze broeders en zusters in andere stammen die wel erkend zijn. Het is wrang dat wij, de oorspronkelijke bewoners van dit land, niet erkend worden."
Niet alleen de inheemse bevolking liep vandaag door de straten van Plymouth, ook de mensen die zich nazaten van de Pilgrims noemen liepen in processie achter een drum door de stad. Volgens hen kunnen beide versies van de geschiedenis naast elkaar bestaan. "De meeste wreedheden vonden plaats na het eerste oogstfeest. Later pas. Die zaken waren buitensporig en dat moet erkend worden", zegt Paul Jehle van de Mayflower Society.
Cheryl Doherty, ook van de Mayflower Society, hoopt dat de twee groepen uiteindelijk samen door de straten kunnen lopen. "Ik zou het ook heel fijn vinden als ze hier deel van zouden kunnen uitmaken. We hebben ze in het verleden ook wel uitgenodigd."
Niet de juiste ontstaansgeschiedenis
De afgelopen jaren wordt er in de VS een debat gevoerd over de ontstaansgeschiedenis van het land. De geschiedenis zoals die nu veelal wordt onderwezen op Amerikaanse scholen, wordt verteld vanuit het oogpunt van de eerste Europese migranten. Zij zouden in 1620 voet aan land hebben gezet bij Plymouth Rock. Een mythe. Daarmee wordt ontkend dat de Engelsen al in 1607 in Jamestown aan land kwamen en in 1619 de eerste zwarte slaven arriveerden.
De Wampanoags hopen dat Thanksgiving in de toekomst niet alleen meer gevierd, maar ook herdacht wordt. "We zien dat er langzaamaan verandering komt. Twee jaar geleden heeft de gemeente Plymouth ons een stuk land teruggegeven waar zich ook graven van onze voorouders op bevinden, en er wordt gesproken over meer aandacht in het onderwijs voor onze geschiedenis. De tijden zijn aan het veranderen, het wordt inclusiever", stelt Ferreti. "Maar we zijn er nog niet."