‘Ik ben bondscoach van 39 miljoen Afghanen en niet van de Taliban’
De omstandigheden zijn nagenoeg perfect in het stadion van de Gloria Sports Arena in de Turkse badplaats Antalya. Onder een zwoele avondzon en op een prachtig voetbalveld begint het Afghaanse mannenvoetbalelftal van de Nederlandse bondscoach Anoush Dastgir (31) aan zijn trainingskamp. Het is de eerste keer dat ze samen zijn sinds de Taliban in augustus de macht in Kaboel grepen. De spelers kunnen niet wachten om weer samen te voetballen, maar moeten eerst een paar rondjes rennen voor de warming-up.
Na de rondjes over de sintelbaan wordt het geduld van de spelers extra op de proef gesteld. De president van de Afghaanse voetbalbond, Mohammad Yousef Kargar, wil de selectie toespreken. Hij komt een boodschap van de nieuwe machthebbers overbrengen. "De Taliban steunen jullie, ze steunen het voetbal." International Faysal Shayesteh (30) kan een glimlach niet onderdrukken. Hij kijkt om zich heen en ziet uitsluitend collega-internationals die gevlucht zijn voor groeperingen als de Taliban. Shayesteh is net als Dastgir als vluchteling in Nederland terechtgekomen. Het team bestaat vooral uit spelers die Afghanistan ooit ontvluchtten naar uithoeken van de wereld, van Amerika tot Australië.
In het voetbal werken etnische groepen wél samen
Twee interlandperiodes heeft het elftal moeten overslaan door de politieke onrust in het land. De focus lag lange tijd op het evacueren van voetballers, soms complete vrouwenelftallen. Maar de roep vanuit Afghanistan om het nationale voetbalmannenelftal te zien spelen wordt steeds groter. De ploeg van Dastgir is razend populair in Afghanistan, staat op de drempel om zich voor het eerst in de historie te plaatsen voor de Azië Cup. Een toernooi waar een miljard mensen naar kijken, dáár willen de Afghanen hun 'Leeuwen van Khorasan', zoals het nationale team wordt genoemd, zien schitteren. Het elftal staat symbool voor een veranderd Afghanistan, waarin spelers van verschillende etnische groepen als de Pasjtoenen, Tadzjieken, Oezbeken en Hazara's, in tegenstelling tot in de politiek, wél kunnen samenwerken en succes boeken. "Jullie hebben jullie stem nog, dus laat de wereld ook onze stem ook horen", zulke berichten ontvangt Shayesteh via Instagram van Afghanen.
Turkije-correspondent Mitra Nazar zocht het Afghaanse elftal op in Antalya:
Dinsdag oefent Afghanistan tegen Indonesië, een interland waarbij spelers het volkslied zingen en de nationale vlag wordt gehesen. Maar welke vlag zal dat zijn, die van Afghanistan of van de Taliban? "Ik ben bondscoach van 39 miljoen Afghanen, ik ben niet de bondscoach van het Taliban-regime. Wij hijsen de vlag van Afghanistan", aldus bondscoach Dastgir. De avond ervoor is dat tijdens een emotionele teammeeting besproken door het nationale team. De eventuele consequenties zijn niet mals. "Het kan zijn dat wij niet langer welkom zijn in Afghanistan, terwijl bijna iedereen daar nog familie heeft wonen. Dat is heel heftig, maar wij hebben het geluk gehad dat we konden vluchten, en hebben het goed. Wij voelen ons verantwoordelijk voor de mensen die het nu moeilijk hebben. Als ik hierna niet meer bondscoach mag zijn, kan ik in elk geval met opgeheven hoofd vertrekken"
Iedereen moet kunnen kijken
De eerste voorzorgsmaatregelen zijn al genomen. Kleding en trainingspullen gaan niet terug naar Afghanistan, maar worden meegenomen naar Nederland, zodat het nationale team minder afhankelijk van de Taliban is. Dastgir reist met 200 kilo extra bagage terug naar Nederland. Door de chaos in het land en bij de voetbalbond krijgen de drie internationals die in Afghanistan wonen niet op tijd hun topsportvisa en zijn zij er niet bij. En de stafleden die de afgelopen maanden gevlucht zijn, hebben andere dingen aan hun hoofd. Materiaalman Sharif zit bijvoorbeeld in Doha. "Wij maakten altijd grapjes met hem, maar nu hij er niet bij is merk je pas wat hij allemaal deed en hoe belangrijk hij voor het team was", zegt Shayesteh.
De in Afghanistan achtergebleven internationals en gevluchte stafleden zullen net als de miljoenen andere Afghanen wereldwijd dinsdag om 15.00 uur Nederlandse tijd hun tv afstemmen op de oefeninterland tegen Indonesië. De rechten waren door de Afghaanse voetbalbond eerst exclusief verkocht aan de hoogste bieder, een zender die door weinig Afghanen ontvangen kan worden. Dat heeft Dastgir weten tegen te houden. De rechten zijn uiteindelijk verkocht aan een zender die er minder voor betaalt, maar wel door iedereen gekeken kan worden. "De mensen in Afghanistan maken een heel moeilijke tijd mee en ik kan van een afstand weinig voor ze betekenen. Wel kan ik zorgen dat ze die wedstrijd kunnen kijken. Hopelijk zien ze een overwinning en anders hebben ze toch negentig minuten van hun nationale team kunnen genieten."