Japanse schaatsers terug in internationale circuit, maar wel met coronazorgen
Toen het coronavirus de wereld in zijn greep begon te krijgen, begin maart 2020, domineerden de Japanse schaatsers op de kortste afstanden. Miho Takagi en Tatsuya Shinhama kroonden zich in Hamar tot wereldkampioen sprint.
Het is nog altijd het laatste internationale optreden van de Japanse schaatsploeg. Afgelopen winter, toen de wereld nog aardig in een lockdown zat en er alleen wedstrijden in Thialf werden gereden, reisden geen van de Aziatische delegaties af naar Europa. Takagi, Shinhama en hun Nederlandse trainers Johan de Wit en Dennis van der Gun zaten opgesloten in Japan.
"Als je bedenkt dat je gemotiveerd raakt door tegen je concurrenten te schaatsen, heeft deze situatie een negatieve invloed op je", zegt Takagi. Komend weekeinde zijn de Japanners weer van de partij als in het Poolse Tomaszów de eerste wereldbeker van de olympische winter wordt gereden.
Bekijk hieronder een voorbeschouwing met de Japanse ploeg, vanuit hun trainingskamp afgelopen zomer.
De Wit had het allemaal graag anders gezien. Als het aan hem had gelegen, hadden de Japanners gewoon onderdeel uitgemaakt van de internationale schaatsbubbel. Zijn rijders hadden zich dan een jaar voor de Spelen in twee wereldbekers en bij de WK afstanden kunnen meten met de wereldtop. "We hadden er waarschijnlijk wel wat medailles gewonnen. Die gaan we nooit meer krijgen."
Maar hoe frustrerend ook, De Wit legde zich er vrij snel bij neer. "Je moet begrijpen dat we in Nederland overal een mening over hebben. Waarom doen we dit niet, kunnen we dat niet? Hier is de cultuur echt anders", zei hij in februari, toen De Wit de WK in Heerenveen vanuit een hotel in Japan moest volgen.
"Het kwam hard aan bij iedereen, maar de rijders zijn meer gewend aan die cultuur."
"Ik heb een jaar lang niet op mijn top gepresteerd", zegt Shinhama. "Maar omdat ik een goede sparringpartner heb in Yuma Murakami (op de 500 meter met 34,49 de op één na snelste man van dit prille seizoen, red.) bleef ik gemotiveerd en kan ik weer presteren."
Takagi: "Ik ben een jaar niet naar het buitenland geweest, maar ik heb genoeg gedaan. Het was een jaar waarin ik me kon focussen op wat ik nu moet doen."
Olympische Spelen
De winter staat, zoals voor alle schaatsers, in het teken van de Olympische Spelen van Peking. Daar hopen de Japanse vrouwen hun titel op de ploegenachtervolging te prolongeren en willen Shinhama en Murakami in de voetsporen treden van sprintlegende Hiroyasu Shimizu, in Nagano 1998 winnaar van olympisch goud.
Tijdens de komende vier wereldbekerweekeinden moeten alle landen hun startbewijzen voor de Spelen nog veiligstellen. De Wit en zijn Japanse rijders zijn er dus bij, maar wel met de nodige twijfels.
"We moeten naar landen toe waarvan wij het idee hebben: kunnen ze het wel goed organiseren? Zoals Polen. We zijn daar meerdere keren geweest en er zijn maar weinig hotels." Ook de grote eetzalen, waar veel sporters samen komen en de kans op besmettingen groter lijkt dan in kleine accommodaties, baren hem zorgen.
De Japanse bond kan echter niet opnieuw op de rem trappen. "We moeten erheen omdat we olympische tickets moeten halen. Dan is de veiligheid wat minder belangrijk", zegt De Wit.