Ondanks verbod lozen schepen nog steeds schadelijke stoffen in Flevoland
Ondanks een provinciaal verbod worden er regelmatig grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen geloosd door schepen op het Marker- en IJsselmeer. Het zou jaarlijks zo'n honderd tot vierhonderd keer gebeuren, meldt Omroep Flevoland op basis van een onderzoek dat de provincie Flevoland deed nog voordat het verbod inging.
In Nederland wordt het ontgassen van bepaalde stoffen op bepaalde routes toegestaan door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, in afwachting van een internationaal verbod. Het ontgassen mag alleen onder bepaalde voorwaarden en als er geen lokale wetgeving is.
In Flevoland gelden er echter sinds 2018 strengere regels. Daarop moet worden gehandhaafd door de provincie. "Als je als provincie extra regels stelt, moet je die zelf ook handhaven", stelt een woordvoerder van de Inspectie Leefomgeving en Transport. Volgens hem wordt er door de inspectie alleen gecontroleerd op de uitstoot van stoffen die in het hele land gezien niet mogen worden uitgestoten.
Een woordvoerder van de provincie Flevoland zegt dat de omgevingsdienst verantwoordelijk is voor de handhaving van de provinciale regels. Maar de omgevingsdienst laat aan Omroep Flevoland weten dat ze die opdracht nooit heeft gekregen. "Het handhaven van het verbod op varend ontgassen in Flevoland, is geen taak die door de provincie bij de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek is ingebracht."
Ontgassen
Tankschepen vervoeren regelmatig gevaarlijke stoffen, waar na het lossen restanten van achterblijven in de tankers. Voordat er weer een nieuwe lading aan boord kan komen, moet het schip worden doorgelucht. Dat doet een schipper door de tanks en leidingen met ventilatoren door te blazen: het zogenoemde ontgassen.
Het ontgassen tijdens het varen is volgens Europese regels nu nog onder voorwaarden toegestaan. Nederland heeft samen met een aantal andere landen besloten dat er een internationaal verbod moet komen. Totdat alle landen aan boord zijn, wordt het ontgassen van een aantal stoffen nog toegestaan op een aantal vaarroutes. Het mag alleen alleen als er geen gemeentelijk of provinciaal verbod is en het mag überhaupt niet bij havengebieden, voorhavens, sluizen en bruggen.
Hoewel de uitstoot van sommige stoffen officieel nog is toegestaan door de inspectie, zien schippers zelf ook de gevaren. Begin 2020 schreef binnenvaartschipper Ton Quist al een open brief aan onder meer de provincie Flevoland. "Wij mogen voor de kust van Flevoland ontgassen, waarbij we zeer kankerverwekkende stoffen uitstoten. Stoffen die schadelijk zijn voor ons als bemanning, maar ook voor de mensen aan de wal en het milieu", stond erin. Hij zegt geen reactie te hebben gekregen van de provincie.
Quist vindt dat er snel meer speciale ontgassingsinstallaties moeten komen. Bij zo'n installatie kunnen gevaarlijke stoffen veilig worden opgevangen en verwerkt. Ook moet er volgens hem krachtiger landelijk beleid komen. "Als ik een liter nafta met een plantenspuit aan dek sta te vernevelen, krijgt ik meteen een proces-verbaal als de autoriteiten dat constateren. Maar als ik 8000 kuub naftadampen de lucht in blaas, dan staat iedereen naar me te zwaaien en wenst me een goede vaart."
Hoogleraar Harry Geerlings van de Erasmus Universiteit in Rotterdam deed eerder onderzoek naar het ontgassen van schepen. Hij beaamt dat er meer moet gebeuren om de uitstoot van schadelijke stoffen tegen te gaan. "Het grootste probleem is dat er te weinig ontgassingscapaciteit is. De situatie is nu dat een schipper die ergens gelost heeft, weer naar een ander punt in Nederland zou moeten varen om daar te ontgassen. Dat is hartstikke kostbaar. Daarom neemt zo'n schipper liever het risico om toch varend te ontgassen. Zeker omdat er zo weinig wordt gehandhaafd. De overheid zou prioriteit moeten geven aan het uitbreiden van de capaciteit en meer moeten handhaven."