VVD, D66 en CDA willen tientallen miljarden lenen voor grote problemen
Het nieuwe kabinet moet tientallen miljarden euro's lenen voor het oplossen van grote problemen, vinden VVD, D66 en CDA. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan de klimaatcrisis, de stikstofcrisis en het achterstallig onderhoud van wegen, bruggen en andere infrastructuur.
Om hoeveel geld het precies gaat is nog niet duidelijk, en ook is nog niet vastgesteld welke problemen ervoor gekozen worden, maar vaststaat dat het gaat om grote eenmalige uitgaven. Geld lenen is door de extreem lage rente aantrekkelijk. Nederland kan vrijwel gratis lenen op de kapitaalmarkt.
Formatiestukken
De 'denkrichting' om miljarden te lenen, blijkt uit formatiestukken in handen van de NOS. De stukken werden vorige week aan de formatietafel ingebracht. Met negen partijen werd besproken hoe de meest urgente problemen betaald zouden kunnen worden.
Met het geleende geld zouden buiten de gewone begrotingsregels om fondsen moeten worden opgetuigd waarmee verschillende problemen kunnen worden aangepakt. Het gaat om eenmalig geld, dat dus niet jaar in, jaar uit van de begroting deel gaat uitmaken.
VVD, D66 en CDA hebben deze financiële uitgangspunten met elkaar besproken. Er wordt de komende weken nog verder over onderhandeld.
Geldsluizen open
Gevolg is dat voor belangrijke thema's de geldsluizen open kunnen gaan, omdat het dus buiten de gewone begroting om gaat. "Zodat het EMU-saldo niet direct belast wordt", schrijven de partijen, refererend aan de Europese regels over uitgaven die maken dat extra uitgaven elders moeten worden gecompenseerd.
Geleend geld via een fonds uitgeven, is al eerder gebeurd, met name via het Wopke-Wiebes fonds voor de vernieuwing van de economie. Voor dat fonds wordt de komende vijf jaar in totaal 20 miljard euro beschikbaar gesteld. De formerende partijen willen dus voor meer politieke uitdagingen een fonds optuigen en daarvoor ruim de portemonnee kunnen trekken.
"Na het instellen van fondsen voor incidentele uitgaven, willen we terug naar normale begrotingsregels," schrijven de partijen wel. Omdat de formerende partijen voor bepaalde thema's financiële ruimte willen creëren met de fondsen, vinden ze dat ze op andere thema's strenger en dus zuiniger moeten zijn. Na grote uitgaven, nemen de partijen zich dus meer zuinigheid voor.
Bij de rest van de politieke afspraken willen ze dat in een nieuw kabinet de gewone begrotingsregels gelden. En zoals het er nu uitziet, zo schrijven de partijen in het document, betekent dit dat als het nieuwe kabinet ergens in wil investeren, het even veel moet bezuinigen op iets anders.
Lastenplafond
Nieuw is ook dat de drie partijen vinden dat het toekomstige kabinet van te voren moet afspreken hoe hoog de belastingen en premies voor burgers en bedrijven maximaal mogen zijn. De lastendruk mag in de regeerperiode niet verder omhoog dan in het begin is afgesproken, wat er ook gebeurt. Dat zou bijvoorbeeld kunnen betekenen dat een verhoging van de zorgsalarissen niet kan worden betaald via een hogere winstbelasting voor bedrijven.
De partijen willen vaste 'lastenkaders'. "Een voorspelbare lastendruk voor bedrijven en burgers door het instellen van een lastenplafond. Tussentijdse beleidswijzingen blijven binnen deze kaders."
In het algemeen, zo schrijven de partijen, moet het uitgangspunt van een nieuw regeerakkoord zijn: "lastenstijging voor burgers moet worden beperkt, en waar mogelijk omgeslagen in een lastenverlichting."