Vrouwen krijgen gemiddeld 40 procent minder pensioen
Mannen ontvangen gemiddeld veel meer pensioen dan hun vrouwelijke generatiegenoten. Komende jaren neemt dit verschil naar verwachting iets af, maar het verdwijnt komende decennia niet vanzelf. Dat blijkt uit onderzoek van pensioendenktank Netspar. De onderzoekers pleiten voor actief beleid.
Gepensioneerde mannen ontvingen in 2018 gemiddeld 34.000 euro aan pensioengeld, vrouwen kregen gemiddeld bijna 20.000 euro. Daarmee is het Nederlandse pensioenverschil ruim 40 procent, na Cyprus het grootste van de Europese Unie. In veel andere EU-landen nam het verschil tussen mannen en vrouwen bovendien af, terwijl het in Nederland vrijwel stabiel bleef.
'Kampioen deeltijdwerk'
Het verschil in Nederland is grotendeels het gevolg van regels en omstandigheden uit het verleden. De vrouwen die nu met pensioen zijn, komen uit een generatie van vrouwen die veelal minder uren werkten en vaak tegen een lager loon dan mannen. Tot 1958 gold er bijvoorbeeld nog een arbeidsverbod voor getrouwde vrouwen.
Onderstaande cijfers in de grafieken gaan over het totale pensioen. Dus opgebouwd pensioen plus AOW-uitkering.
Maar ook de huidige generatie vrouwen werkt in Nederland nog relatief vaak in deeltijd en bouwt daardoor dus minder pensioen op. "Nederlandse vrouwen zijn kampioen deeltijdwerken", zegt Marike Knoef, een van de Netspar-onderzoekers en daarnaast hoogleraar aan de Universiteit Leiden. "Maar wat ook meespeelt, is dat de pensioenen in sectoren waar veel vrouwen werken lager zijn."
Sectoren waarin veel mannen werken, zoals de bouw en de industrie, hebben betere pensioenregelingen dan bijvoorbeeld de gezondheidszorg, waar veel vrouwen werken. "Hier kan meespelen dat vrouwen gemiddeld langer leven. Om hetzelfde maandelijkse pensioen te krijgen, is dus meer premie nodig in sectoren met veel vrouwen", zegt Knoef. "In de onderhandelingen valt het pensioen daardoor vaak lager uit."
In het debat over de financiële (on)afhankelijkheid van vrouwen gaat het vaak over de verschillen in loon tussen mannen en vrouwen. Knoef: "Maar het pensioen is daarvoor ook belangrijk. Je wil voorkomen dat zij een kwetsbare groep zijn na hun pensioenleeftijd."
In dit tempo lukt het de komende twintig jaar niet om het gat te dichten.
Deels zal het pensioenverschil tussen mannen en vrouwen in de loop van de jaren afnemen. Vrouwen zijn de afgelopen decennia meer gaan werken dan de generaties van hun moeders en grootmoeders. Een vrouwelijke zestiger had in 2005 een pensioen van ruim 2000 euro per jaar opgebouwd bovenop de AOW, in 2014 was dit opgelopen tot zo'n 5500 euro per jaar.
Maar de curve van die stijging vlakt af. Knoef: "In dit tempo lukt het de komende twintig jaar niet om het gat te dichten".
Partnerverlof en bewustzijn
Daarom dragen de Netspar-onderzoekers oplossingen aan om de verschillen tussen de pensioenuitkeringen aan mannen en vrouwen sneller te laten slinken. Een oplossing is om vrouwen te bevoordelen door hun arbeidsdeelname op te krikken, bijvoorbeeld door ook bij ongelijke geschiktheid voorkeur te geven aan een vrouwelijke sollicitant. Voor dit soort oplossingen voorzien de onderzoekers wel juridische hobbels.
"Een andere oplossing is arbeidsmarktbeleid om deeltijdwerk bij vrouwen te laten afnemen of juist bij mannen te laten toenemen", zegt Knoef. Denk bijvoorbeeld aan de verruiming van het partnerverlof - zodat vrouwen minder worden gehinderd om te werken na een bevalling - en het verruimen van mogelijkheden voor thuiswerken.
Ook pleiten de onderzoekers voor betere informatie over pensioenen. Als vrouwen beter begrijpen wat minder werken uiteindelijk betekent voor hun pensioen, kan dat ertoe leiden dat ze minder in deeltijd gaan werken.