Nederland experimenteert met waterstofproductie op zee
Rob Koster
Economieverslaggever
Rob Koster
Economieverslaggever
Zo'n 13 kilometer voor de kust van Scheveningen ligt het olie- en gasplatform Q13-A. Hier wordt binnenkort voor het eerst geëxperimenteerd met de productie van waterstof op zee. Deze groene waterstof wordt gemaakt van duurzaam opgewekte elektriciteit en zeewater.
Verschillende gasbedrijven, Gasunie en TNO willen met het experiment aantonen dat de bestaande gasinfrastructuur op de Noordzee hergebruikt kan worden voor het transport van waterstof vanuit grote windparken op de Noordzee.
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat ondersteunt het experiment met een subsidie van 3,6 miljoen euro.
In de toekomst zien we grotere windmolenparken met waterstofproductie ver op zee staan, en dit is een mogelijkheid om het in de praktijk te leren
De proef moet aantonen hoe de waterstoffabriek omgaat met de omstandigheden op zee, en hoe bestaande gaskleppen en -kranen reageren op waterstof. De op het platform geproduceerde waterstof wordt gemengd met het aardgas dat uit de zeebodem gehaald wordt en via de bestaande pijpleiding aan land gebracht.
"In de toekomst zien we grotere windmolenparken met waterstofproductie ver op zee staan, en dit is een mogelijkheid om het in de praktijk te leren," vertelt Lex de Groot, directeur van Neptune Energy, eigenaar van het platform waar de waterstof geproduceerd gaat worden.
Economieverslaggever Rob Koster ging kijken hoe dat eruit ziet:
De windparken die Nederland de komende paar jaar aanlegt, liggen relatief dicht bij de kust. Op weg naar 2030 komen ze steeds verder op zee te liggen, en na 2030 kan de afstand tot de kust zelfs oplopen tot 200 kilometer.
In Nederland ligt er al een uitgebreid netwerk van gaspijpleidingen op de bodem van de Noordzee, vergelijkbaar met het netwerk van de Gasunie op land. Niet alleen de olie- en gasbedrijven hebben er belang bij om te kijken of een deel van dat netwerk behouden kan blijven als de vraag naar olie en gas op termijn verdwijnt, zegt De Groot: "De Nederlandse overheid is voor 40 procent eigenaar van het platform waar we nu op staan, en van de pijpleidingen die op de bodem liggen. Het zou doodzonde zijn om dat weg te gooien en daarna opnieuw te beginnen met waterstofverbindingen."
'De leidingen liggen er al'
Ook netbeheerder Tennet onderzoekt samen met de Gasunie en de Deense netbeheerder Energinet de mogelijkheden van de productie van waterstof op zee. Tennet wil vooral meer duidelijkheid over de toekomstige vraag naar elektriciteit en waterstof van de industrie. "Of het op langere termijn kostenefficiënter is om waterstof op land of op zee te produceren is nu nog niet te zeggen"zegt Alan Croes, verantwoordelijk voor de energieplanning bij Tennet. "Daarom zijn onderzoeken nodig en is het goed om met kleine demonstratieprojecten ervaring op te doen."
Volgens René Peters van onderzoeksinstituut TNO kan de productie van waterstof op zee helpen om de kosten van de energie-infrastructuur op de Noordzee te verminderen: "Ten eerste liggen de pijpleidingen er al, dus dat maakt het goedkoop en snel inzetbaar om waterstof te vervoeren, maar het is ook voordeliger omdat het transport van energie via waterstofmoleculen minder verliezen oplevert dan in de vorm van elektriciteit."
Shell en het Duitse energiebedrijf RWE hebben al een overeenkomst getekend voor de bouw van een offshore waterstoffabriek voor de Duitse kust in 2028.