300 advocaten, 100 getuigen en 20 verdachten: start mega-proces aanslagen Frankrijk
In Frankrijk staan vanaf morgen twintig verdachten terecht wegens de aanslagen in Parijs, op 13 november 2015. Terroristen richtten toen een bloedbad aan dat het leven kostte aan 130 mensen. De meeste slachtoffers vielen in concertzaal Bataclan. De aanslagen werden opgeëist door terreurbeweging IS.
De rechtszaak is ongekend in omvang. Het proces gaat negen maanden duren. Er hebben zich zo'n 1800 overlevenden en nabestaanden aangemeld als civiele partij. Zij worden vertegenwoordigd door zo'n 300 advocaten. Er worden meer dan honderd getuigen gehoord, onder wie toenmalig president François Hollande.
De rechtbank in Parijs is voor 8 miljoen euro verbouwd om plaats te maken voor al die mensen én om voor een veilige rechtszaak te zorgen. Bij Franse inlichtingendiensten bestaat de angst dat tijdens het proces nieuwe aanslagen worden gepleegd.
Extra beveiliging
De omgeving van de rechtbank, het Palais de Justice op het Île de la Cité in hartje Parijs, wordt tijdens de zittingsdagen extra beveiligd. De wegen eromheen zijn afgesloten.
"Voor ons, slachtoffers, kan dit proces een moment zijn om een pijnlijke bladzijde om te slaan", zegt muzikant Franck uit Noord-Frankrijk. Hij overleefde de aanslag in de Bataclan en zal tijdens het proces een getuigenis afleggen.
"Een rechtszaak is een hele belangrijke etappe, waar we doorheen moeten. Misschien dat daarna de rust in onze levens weer een beetje terugkeert", zegt hij in deze video:
Dat het proces pas nu begint, bijna zes jaar na de aanslagen, heeft te maken met het langdurige vooronderzoek. Dat was mede door de internationale vertakkingen bijzonder gecompliceerd. De opdracht voor de aanslagen werd gegeven in Syrië, de daders reisden vanuit Syrië naar België of zaten daar al, en van daaruit werd alles concreet voorbereid.
Een bijkomend probleem was dat op één na alle daders dood zijn. Tijdens de aanslagen werden ze neergeschoten door agenten of ze bliezen zichzelf op met bomvesten.
Dader
Salah Abdeslam is de enige van de tien daders die het overleefde en die voor de rechter verschijnt. Hij zette drie terroristen af in Parijs, gooide zelf zijn bomvest in een vuilnisbak en werd door handlangers opgehaald en naar België gebracht. Daar werd hij in maart 2016 gearresteerd.
Tot nu toe heeft Abdeslam vooral gezwegen over zijn rol en over de opdrachtgevers. De kans is groot dat hij ook tijdens het proces blijft zwijgen.
Van de twintig verdachten zijn er bovendien maar veertien fysiek aanwezig. De zes anderen zijn voortvluchtig of in Syrië omgekomen. Ze kunnen bij verstek worden berecht omdat hun dood niet officieel is vastgesteld of omdat hun lichamen nooit zijn gevonden.
Oussama Atar organiseerde het vertrek van terroristen uit Syrië, zorgde voor geld, telefoons en valse paspoorten en bleef de hele tijd met ze in contact tijdens hun reis van Syrië naar België.
In de rechtszaal ontbreekt in elk geval één van de hoofdverdachten: Oussama Atar. Hij wordt berecht maar zou in 2017 bij een Westerse luchtaanval op Syrië zijn gedood. De Belgisch-Marokkaanse Atar zat in IS-gebied, in Raqqa, waar hij een leidende rol had binnen de terreurbeweging. Vanuit Syrië stuurde hij de terroristen aan, is de verdenking.
"Hij gaf de opdracht voor de aanslagen, selecteerde de mensen die ze moesten uitvoeren en gaf ze instructies", schrijft de Franse justitie. "Hij organiseerde het vertrek van terroristen uit Syrië (naar Europa, red.), zorgde voor geld, telefoons en valse paspoorten en bleef de hele tijd met ze in contact tijdens hun reis van Syrië naar België."
Veel verdachten komen uit België. De terreurcel die zich daar bevond en die de aanslagen in Parijs voorbereidde, was ook verantwoordelijk voor de aanslagen die in maart 2016 in Brussel werden gepleegd.
Plan voor aanslag op Schiphol
De groep zou bovendien het plan hebben gehad om op Schiphol een aanslag te plegen, schrijft Justitie. In België werd in 2016 een computer gevonden van de terroristen met daarop een bestand met de naam 'Groep Schiphol'. Ook werd een geluidsopname gevonden waarop één van de leden van die cel vertelt dat 'Amerikaanse, Russische en Israëlische vliegtuigen' een doelwit zijn.
De Tunesiër Sofien Ayari en de Zweed Osama Krayem, die beiden in Parijs terecht staan, reisden 'op de avond van 13 november 2015 naar Schiphol Amsterdam, als onderdeel van het project om gelijktijdig toe te slaan op die luchthaven en in Frankrijk', aldus Justitie.
Ze namen de bus vanuit Brussel, bleven zes uur in Nederland, en reisden toen weer terug zonder een aanslag te hebben gepleegd.
Waarom het tweetal niet toesloeg, en wat ze dan wèl in Nederland deden, blijft tot de dag van vandaag onduidelijk. Krayem zou tegen de politie hebben gezegd dat hij en Ayari die 13e november géén aanslag wilden plegen op de luchthaven. Maar er lag wel een plan klaar. "Gezien de omstandigheden toen staat wel vast dat er iets moest gebeuren op Schiphol'', zou Krayem hebben gezegd, aldus dagblad Le Monde.
Reconstrueren
De twintig mannen die de komende negen maanden in Parijs terechtstaan, worden officieel verdacht van deelname aan een terroristische organisatie en medeplichtigheid aan de aanslagen. Een aantal hoorde bij de organisatoren, denkt justitie, anderen verleenden hand- en spandiensten. Sommigen zorgden bijvoorbeeld voor explosieven en sommigen regelden onderdak voor de daders.
De komende weken zal de rechtbank vooral besteden aan het reconstrueren van de gebeurtenissen in 2015 en aan het horen van de slachtoffers en nabestaanden. Pas in november wordt begonnen met het verhoren van de veertien aanwezige verdachten. Een vonnis wordt op z'n vroegst eind mei verwacht.
Bekijk hier een terugblik op de aanslagen door IS-terroristen in Parijs op 13 november 2015: