Novak Djokovic
NOS Sport

Djokovic aast bij US Open op ultieme roem: 'Grand slam behalen vroeger makkelijker'

Novak Djokovic wil de komende twee weken bij de US Open het ultieme in de tennissport realiseren: het voltooien van de grand slam, oftewel in één kalenderjaar de beste zijn bij de vier meest prestigieuze toernooien die het tennis kent.

Na de Australian Open, Roland Garros en Wimbledon kan de 34-jarige Serviër in New York ook het vierde grandslamtoernooi van 2021 winnen. In 1969 wist voor het laatst een tennisser dat bij de mannen klaar te spelen.

"Het zou de grootste prestatie in mijn carrière zijn", blikte de Serviër, die op dinsdag zijn toernooi opent tegen de Deen Holger Rune, afgelopen weekend vooruit in New York.

"Ik weet niet of ik nog de kans zal krijgen om alle grandslamtoernooien in één kalenderjaar te winnen. Daarom is het een heel unieke kans. Maar ik moet mezelf geen extra druk opleggen, al presteer ik goed onder druk."

Djokovic: 'Winnen grand slam zou grootste prestatie uit loopbaan zijn'

Overigens staat in New York niet alles in het teken van het grand slam voor Djokovic. Hij kan namelijk ook zijn 21ste grandslamtitel binnenhalen en daarmee zijn grote rivalen Roger Federer en Rafael Nadal, die ontbreken in New York, voorbijgaan.

Gemiste kans

De grand slam staat bekend als het ultieme in de tennissport, maar eens in de vier jaar kan die prestatie zelfs een gouden rand krijgen. Een paar weken geleden droomde Djokovic nog van die golden slam. Hij had de eerste mannelijke tennisser willen worden die naast de vier grandslamtoernooien in hetzelfde jaar ook de olympische titel verovert.

In Tokio verloor de Serviër echter in de halve finales van de latere winnaar Alexander Zverev. In de troostfinale tegen Pablo Carreño ging ook het brons aan de neus van de gedesillusioneerde Djokovic voorbij. En dus blijft Steffi Graf de enige die een golden slam op haar erelijst heeft staan. De Duitse deed dat in 1988.

In 1969 was het de iconische Australiër Rod Laver die de vier belangrijkste tennistoernooien in één kalenderjaar won. Voor de tweede keer in zijn loopbaan zelfs. Laver deed het eerder in het amateurtijdperk, in 1962.

Laver heeft door die prestaties een plek op de hoogste trede van de tennishistorie. Er is zelfs een tennisontmoeting tussen Europa en de rest van de wereld die naar hem is vernoemd: de Laver Cup.

Andere tijd

Maar hoe verhouden de prestaties van Laver zich tot die van de tennissers in het hedendaagse tennis? De inmiddels 83-jarige Australiër vertelde jaren geleden al dat het in zijn tijd makkelijker was om een grand slam te winnen. "Het tennis is tegenwoordig in de breedte veel sterker geworden", zei hij.

"In mijn tijd waren er vijftien tot twintig spelers voor wie je moest uitkijken. Tegen de rest moest je slecht spelen om te verliezen, maar nu zijn er zo veel spelers met voldoende talent om de toppers te verslaan."

Rod Laver in 1968 in actie op Wimbedon

Tom Okker was eind jaren zestig en in de jaren zeventig een van de grote rivalen van Laver. De twee stonden in die periode vaak tegenover elkaar.

"Er waren vroeger gewoon veel minder tennissers, dus het klopt zeker dat de concurrentie tegenwoordig veel heftiger is. Maar dat wil niet zeggen dat er minder tegen hem werd opgekeken. Hij was in onze tijd een van de grootste spelers."

Het tennis kende in die periode een enorme diversiteit aan baansoorten. Ter illustratie: de US Open werd tot 1975 op gras gespeeld, waarna men in New York voor gravel koos. De hardcourtbanen, zoals we die nog steeds kennen op Flushing Meadows, deden pas in 1978 hun intrede.

John Newcombe, Tom Okker, Arthur Ashe en Rod Laver

In de tijd van Okker en Laver was het op de proftour niet eens ongewoon dat er ook op houten tennisbanen of banen van beton of tapijt werd gespeeld. Tegenwoordig wordt de proftour gedomineerd door gravel- en hardcourtbanen, met in juni en juli een kleine uitstap naar gras.

Unieker en knapper?

Maakt dat de prestatie van Laver destijds niet unieker en knapper? Spelers als Djokovic of Rafael Nadal hebben immers veel minder met diverse baansoorten te maken.

"Ik zou het niet knapper willen noemen. Het was in die tijd gewoon anders", zegt Okker. "Dat komt vooral omdat iedereen heel vaak naar het net kwam. Dat zie je nu veel minder. Het spel is compleet veranderd, net zoals het materiaal."

Okker genoot naar eigen zeggen van zijn rivaliteit met Laver. "Het was heel lastig om tegen hem te spelen, met name omdat hij linkshandig was. Hij kon de bal verschrikkelijk hard en zuiver raken. Maar ik heb hem wel een paar keer verslagen, hoor."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl