Wild onwijs blij met olympisch brons: 'Het voelt alsof ik heb gewonnen'
Eindelijk heeft Kirsten Wild 'm: een olympische medaille. In Tokio veroverde de 38-jarige baanwielrenster op de laatste dag van de Olympische Spelen de bronzen plak op het omnium. In de afsluitende puntenkoers knokte Wild zich nog van plaats vijf naar plaats drie.
"Ik voel alleen maar blijdschap", vertelde ze na afloop. "Het voelt echt alsof ik heb gewonnen. Ik kwam uit een kansloze positie en na de afvalkoers was brons nog het hoogst haalbare. Dat het dan ook is gelukt, is gewoon heel cool. Nu heb ik een olympische medaille, echt heel gaaf."
De 38-jarige Wild domineerde de laatste jaren het omnium bij de vrouwen. In 2019 prolongeerde ze in Polen haar wereldtitel en daarna zette ze alles op de olympische titel in Tokio. Het zou haar laatste kunstje worden in haar imposante loopbaan, maar de coronapandemie gooide roet in het eten.
Medaille voor Amy
Niet alleen door het uitstel van de Spelen, maar ook omdat Wild persoonlijk hard getroffen werd door het virus. Wild zette door en begon gewoon als favoriet aan de olympische koppelkoers. Maar daarin ging ze vrijdag hard onderuit en eindigde met Amy Pieters uiteindelijk als vierde.
"We waren zo ontzettend goed en dan is die valpartij in de koppelkoers echt ongelukkig", aldus Wild. "Deze medaille is dus ook een beetje voor Amy. Afgelopen winter had ik niet gedacht dat ik hier nu met brons zou staan."
Wild, achtvoudig wereldkampioene in het baanwielrennen, maakte door een tegenvallende afvalrace geen kans meer op olympisch goud. "Die afvalrace is normaal het onderdeel waarin ik stabiel kan scoren, dus daar maakte ik me niet zo druk om. Dan knipper je een keer met je ogen en lig je er toch uit."
Dankzij haar team ging Wild toch nog geloven in een olympische plak. "Ze zeiden tegen me: 'hier heb je voor getraind en dit kun jij'. Dan moet je er zelf ook in gaan geloven. Ik dacht zelfs onderweg: kan ik nog winnen? Maar, ik stond zo ver achter, brons was het hoogst haalbare, dus ik ben onwijs blij."