Het sprookje van bokser Carlo Paalam: van vuilnisbelt naar ereschavot
Als negenjarig straatschoffie verruilde Carlo Paalam de schoolbanken voor de vuilnisbelten in de Filipijnse stad Cagayan de Oro. Wroetend in het afval, op strooptocht naar restjes voedsel, lompen en metalen, voorzag hij zijn zeven broers en zussen in het levensonderhoud.
De tengere Paalam kon op dat moment zelfs in zijn stoutste dromen niet bevroeden dat dertien jaar later 108 miljoen landgenoten aan zijn voeten zouden liggen. In het vlieggewicht, de klasse tot 52 kilogram, staat de 1.63 meter kleine bokser in de finale tegenover de Brit Galal Yafai. Hij slaagt er niet in het eerste boksgoud uit de geschiedenis van de Filipijnen te grijpen. Het laat onverlet dat zijn kostje is gekocht.
Zoetsappige film
Het leven van Paalam lijkt afkomstig uit een zoetsappige, nauwelijks geloofwaardige film. Als jochie van zeven doet hij rond het ouderlijk huis aan schaduwboksen. Een enthousiaste buurman herkent zijn talent en begeleidt hem tegen de zin van vader Paalam naar een lokale wedstrijd in het plaatselijke park, zoals er zovele zijn in de Filipijnen.
De jonge Paalam stapt als winnaar uit de ring, ontvangt een bescheiden geldprijs in peso's en loopt naar de plaatselijke markt om een baal rijst voor zijn familie te kopen. Als zijn vader bij thuiskomst vraagt waar hij dat geld vandaan heeft, verzint de jongeling een leugentje om eigen bestwil. Hij heeft op de vuilnisbelt een goede vondst gedaan, zo jokt hij.
Pendelen tussen vuilnisbelt en boksring
Zijn moeder verlaat het gezin als Carlo zes jaar oud is. Omdat vader er alleen voor staat, lukt het de jonge Carlo om bij tijd en wijle aan de aandacht te ontsnappen om overal in en rond Cagayan de Oro de bokshandschoen op te nemen. Twee jaar lang pendelt hij tussen vuilnisbelt en boksring, tot hij in 2009 wordt opgenomen in een lokale trainingsgroep.
Voorwaarde om te worden toegelaten is dat hij naast het boksen naar school gaat. In ruil daarvoor krijgt hij een maandelijkse bijdrage, waarmee een einde komt aan zijn leven in de periferie van het menselijk bestaan.
Vier jaar later treedt hij toe tot de nationale selectie. Zijn eerste succes boekt hij in 2019, als hij zegeviert op de Zuidoost-Aziatische Spelen in Manilla. Weer twee jaar later ziet hij zijn leven als een film aan zich voorbijtrekken als hij op de voorlaatste dag van het olympisch bokstoernooi het zilver om zijn nek krijgt gehangen.
"Van hier ben ik gekomen en tot hier heb ik gereikt", klinkt het filosofisch wanneer hij de zware zilveren plak in zijn hand houdt. Voor de vervaardiging van de circa vijfduizend olympische medailles heeft organisatiecomité TOCOG miljoenen oude mobiele telefoons ingezameld om die in het eremetaal te verwerken.
De cirkel is rond: "Deze medaille symboliseert mijn leven. Dat dit eremetaal is vervaardigd uit vuilnis, was een van redenen waarom ik wilde zegevieren op de Olympische Spelen."
Bij thuiskomst wacht hem een bonus van zeventien miljoen peso's, een slordige 285.000 euro, plus een groot aantal lucratieve contracten. Bijkomend voordeel: Carlo Paalam hoeft nooit meer te liegen als hem wordt gevraagd van welk geld hij zijn eten bekostigt.