Verkoop beademingsapparaten Philips blijft een jaar stilliggen
Philips heeft geen beademingsapparaten meer verkocht nadat het concern vorige maand tussen de 3 en 4 miljoen exemplaren had teruggeroepen. Gebruikers van de apparaten konden schadelijke gassen en schuimdeeltjes inademen.
De fabrikant heeft de verkoop sinds de terugroepactie zelf volledig stilgelegd. Het zal naar verwachting nog een jaar duren voordat de problemen met de apparaten zijn opgelost en de verkoop weer hervat kan worden. Dat zegt topman Frans van Houten in gesprek met de NOS.
Door de verkoopstop half juni daalde de verkoop in het tweede kwartaal tussen de 10 en 100 procent in vergelijking met dezelfde periode een jaar geleden. Eerder zette het bedrijf al een half miljard euro opzij voor de hersteloperatie.
Apparaten voorlopig nog bruikbaar
Philips is zich aan het voorbereiden op het vervangen en repareren van de apparaten. Voor zulke aanpassingen aan medische apparatuur moeten de toezichthouders in de betreffende landen wel eerst toestemming geven.
Daarvoor kijken de landen waarin de machines worden verkocht naar de VS, waar de Philips-fabriek staat. De autoriteiten daar hebben nog geen goedkeuring gegeven voor de aanpassingen, dus het vervangen en repareren is nog niet begonnen.
Eerder deze maand liet de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd weten dat mensen de apparaten van Philips voorlopig kunnen blijven gebruiken zolang ze nog niet gerepareerd of vervangen kunnen worden. Voor zover nu bekend is dat op de korte termijn niet schadelijk, maar meer onderzoek is nodig om schade op de lange termijn uit te sluiten.
Chiptekorten
Philips maakte ook de resultaten bekend over het tweede kwartaal van dit jaar. De omzet groeide met 9 procent tot 4,2 miljard euro. De nettowinst daalde van 210 miljoen euro naar 153 miljoen euro. Die daling is volgens Van Houten volledig toe te schrijven aan de problemen met de beademingsapparaten.
Net als veel andere fabrikanten van elektronische apparaten en bijvoorbeeld auto's, worstelt Philips met het wereldwijde tekort aan computerchips. Eerder kon het bedrijf daardoor minder defibrillatoren produceren.
Inmiddels komen er weer meer van de zogeheten AEDs uit de fabriek, maar de productie is nog niet op het oude niveau.
Van andere apparaten kan Philips naar eigen zeggen nog altijd het gewenste aantal leveren. Dat lukt door onderdelen zelf opnieuw te ontwerpen, of door vervangende delen te bemachtigen.
Daardoor ziet topman Van Houten op dit moment en de komende paar maanden geen problemen. Wel is er voor het laatste kwartaal van dit jaar "nog wat werk te doen", om te voorkomen dat de productie minder wordt of stilvalt. Dat betekent dat er voor die periode op dit moment nog niet genoeg chips zijn.