Wibra voor de rechter over inhalen van onderuren
Werknemers van Wibra moeten deze zomer uren inhalen die ze tijdens de lockdown niet konden maken, omdat ze niet werden ingeroosterd. FNV vindt dat niet kunnen, vooral omdat Wibra die periode wel steun kreeg van de overheid om de werknemers te kunnen doorbetalen. In de rechtbank in Zutphen start vandaag de zaak van de vakbond tegen de winkelketen. De eis: het kwijtschelden van alle uren die de Wibra via de NOW-regeling gecompenseerd heeft gekregen.
Volgens Wibra ontstonden er in het eerste kwartaal van 2021 inderdaad min-uren door de gedwongen winkelsluiting tijdens de lockdown, maar bleven ze beperkt. "In de meeste gevallen bleef het aantal min-uren onder de 10 procent van het totaal aantal contracturen. De cao staat een bandbreedte van 35 procent toe", zegt de keten.
Op basis van de contracten die werknemers met Wibra hebben, kregen ze tijdens de uren die ze niet konden werken wel doorbetaald. Dat gebeurde deels met overheidssteun, NOW, maar die twee zaken staan los van elkaar volgens Wibra-advocaat Rachelle Mourits.
"Er wordt gesuggereerd dat de retailer een vergoeding ontvangt voor kosten die ze niet maken, daar is geen sprake van", zegt Mourits. "De werknemers hebben gewoon hun normale salaris ontvangen. Dat betekent dat die loonkosten ook daadwerkelijk zijn gemaakt."
Hoeveel uren werknemers nu moeten inhalen, wil de advocaat niet zeggen. "Dat zal ik in de rechtszaal betogen."
'Boos en teleurgesteld'
Jolanda Vullings uit het Midden-Limburgse Beegden werkt al 20 jaar met veel plezier bij Wibra ("Het is echt mijn passie"), maar nu is ze toch erg boos en teleurgesteld in haar werkgever.
"Ik heb een contract van 20 uur per week. Tijdens de lockdown kon ik 13 uur per week komen, dus bleven er zeven min-uren over. Alles bij elkaar heb ik 130 min-uren opgebouwd. Die moet ik nu de komende zomermaanden inhalen. Dat vind ik oneerlijk", zegt ze vanochtend in het NOS Radio 1 Journaal.
Daarbij is het volgens Vullings ook nog eens hartstikke onhandig. "Het is ook in de zomervakantie en dan moet ik als ik extra werk, zorgen voor kinderopvang. Dat kost me dus extra geld."
Volgens Vullings zit zeker de helft van het personeel met hetzelfde probleem. Kritiek van de Wibra dat 'de FNV bezig is met stemmingmakerij', vindt ze grote onzin. "Het zijn allerlei medewerkers die naar de vakbond zijn gestapt. In eerste instantie moet de bond natuurlijk proberen in gesprek te komen met de werkgever, maar dat is niet gelukt. Dan zijn er geen andere opties dan naar de rechter te stappen."
Volgens advocaat Mourits is er wel overleg geweest tussen de Wibra en de ondernemingsraad, die binnen het bedrijf medewerkers vertegenwoordigt. "Die heeft steun uitgesproken." Dat de uren moesten worden ingehaald, werd vervolgens medegedeeld aan het personeel, dat niet kon kiezen.
Tegelijk zegt Mourits dat "in individuele gevallen waarin dit tot problemen zou leiden, in gesprek kan worden gegaan over hoe dit te ondervangen." Ook kunnen uren volgens haar nog het hele jaar worden ingehaald, en hoeft dat niet alleen in de zomer.
'slechtste cao van het land'
Vullings hoort dat er in veel meer sectoren van de economie gedoe is rondom de min-uren, zoals de taxibranche en de horeca.
FNV beaamt dat dit ook in andere sectoren speelt en stelt dat de winkel-cao waar de Wibra onder valt een van de slechtste cao's van het land is. Ook andere ketens zoals Douglas en Vanilia zouden de rekening van de lockdown bij hun medewerkers neerleggen. Volgens parfumerie Douglas en kledingwinkel Vanilia is dat niet het geval. "We schrikken van dit bericht omdat het tegen onze principes indruist. We hebben tijdens de lockdown alle medewerkers goede alternatieve werkzaamheden aangeboden," zegt Vanilia.
In het kort geding tegen Wibra doet de rechter binnen twee weken uitspraak.