SER: landbouwakkoord moet impasse agrarische sector beëindigen
Rob Koster
Economieverslaggever
Rob Koster
Economieverslaggever
Om een einde te maken aan de slepende conflicten in de agrarische sector rond de uitstoot van stikstof en CO2, pleit de Sociaal-Economische Raad (SER) voor een allesomvattend landbouwakkoord.
Dat moet er niet alleen toe leiden dat milieu- en klimaatproblemen opgelost worden maar ook economisch perspectief bieden aan -jonge- boeren en ruimte geven aan de bouw van woningen en infrastructuur. De SER heeft op verzoek van demissionair landbouwminister Schouten de mogelijkheden voor zo'n akkoord verkend.
In de verkennende gesprekken met vijftig verschillende organisaties bleek volgens de onderzoekers dat zo'n onderhandelingsproces door de belanghebbenden ondersteund wordt. Naast woede en frustraties in de gesprekken met zowel boeren als milieuorganisaties proefden de kroonleden "urgentie en hoop," zegt Katrien Termeer van de SER.
Juridische houdbaarheid
De afgelopen jaren is de relatie tussen boeren en de politiek fors verslechterd. Vertegenwoordigers van landbouworganisaties voelden zich niet serieus genomen door de overheid. Een deel van de boeren keerde traditionele belangenorganisaties als LTO de rug toe en trokken met het activistische Farmers Defence Force op trekkers naar het Malieveld.
De plannen voor een landbouwakkoord zijn te vergelijken met het klimaatakkoord. De SER benadrukt dat steun van de betrokkenen belangrijk is, maar er is zoveel haast bij geboden dat de onderhandelingen niet langer dan een half jaar tot een jaar mogen gaan duren.
Het is nu aan de politiek om in de kabinetsformatie de uitgangspunten voor de onderhandelingen op tafel te leggen. De SER legt alvast de nadruk op de juridische houdbaarheid van de uitgangspunten van het kabinet en het onderhandelingsresultaat.
Boerenprotest bij het Binnenhof in 2020:
Zowel in het stikstofbeleid als in het klimaatbeleid worden overheden en bedrijven steeds vaker geconfronteerd met rechterlijke uitspraken die voorgenomen beleid vernietigen. Denk aan de successen die de milieubeweging haalde in zaken tegen het stikstofbeleid van het kabinet en de rechtszaken van Urgenda en Milieudefensie tegen de Nederlandse overheid en Shell als het gaat om de CO2-uitstoot.
Het heeft daarom volgens de SER-kroonleden weinig zin om halfbakken politieke compromissen te sluiten die de lieve vrede bewaren maar binnen een paar jaar weer sneuvelen in de rechtszaal.
De contouren voor het landbouwakkoord moeten dus komen van het nieuwe kabinet. Het beperken van de uitstoot van stikstof en CO2 begint met de discussie over de omvang van de veehouderij in Nederland. Inkrimping van de veestapel is noodzakelijk volgens D66 en GroenLinks maar ligt gevoelig bij CDA en VVD.
Langetermijnduidelijkheid
Naast de omvang van de veestapel moet het volgens de SER ook gaan over technische oplossingen om de overlast van dierlijke mest te beperken. Verder moet er aandacht zijn voor biodiversiteit en de rol van boeren bij natuurbehoud.
Al deze dingen moeten samenkomen in een vernieuwde agrarische sector in Nederland die niet alleen toekomstbestendig is als het gaat om milieu en klimaat, maar waar ook nog geld verdiend kan worden.
Zonder economisch perspectief op de lange termijn zal er niet geïnvesteerd worden in een milieu- en klimaatvriendelijkere landbouw, is de gedachte. Boeren zijn vooral gefrustreerd over de bijna jaarlijks veranderde wetgeving en willen duidelijkheid voor de lange termijn.
Natuurschade
Nederland is nu na de Verenigde Staten de tweede landbouwexporteur ter wereld. Achter de boeren zitten grote bedrijven als zuivelgigant FrieslandCampina, de slachterijen van VION, kalfsvleesproducent Van Drie, melkrobotfabrikant Lely en tal van minder bekende bedrijven.
Allemaal zijn ze afhankelijk van de mogelijkheden die de overheid de komende jaren wel of niet geeft aan de landbouw. Of de agrarische sector in zijn huidige omvang overeind gehouden kan worden zonder milieu-, klimaat- en natuurschade moet blijken.