Herdenking kamp Westerbork: Joodse zussen in het verzet overleefden drie kampen
Op 12 april 1945 kwam met de bevrijding van kamp Westerbork een einde aan de gevangenschap van enkele honderden mensen die nog in het kamp verbleven. Morgen is dat 76 jaar geleden. De herdenking vandaag in Westerbork staat in het teken van hen die het kamp hebben overleefd. Twee van die vrouwen die het kamp en de oorlog hebben overleefd, zijn de zussen Brilleslijper.
De bezetting door de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog is nog maar net begonnen als de Joodse zussen Janny en Lien Brilleslijper besluiten in verzet te komen. Samen beginnen de in Amsterdam geboren vrouwen een verzetsgroep. Die groeit uit tot een van de grootste verzetsgroepen van Nederland.
Verzetskrant
De zussen helpen vele onderduikers aan een veilig adres om zo uit handen van de bezetters te blijven. Ook maakt Janny met haar man Bob een illegale verzetskrant in hun bovenwoning in Den Haag. Ze krijgen er twee kinderen: Rob en Liselotte.
De dreiging van de vervolging van de Joden in Nederland wordt steeds groter. Samen met vader en moeder Brilleslijper ontvluchten de gezinnen van Janny en Lien de stad.
Ze komen terecht in Bergen in Noord-Holland. Daar duiken ze onder tot de Duitsers besluiten de Atlantik Wall te gaan bouwen. De familie Brilleslijper moet vertrekken voor ze ontdekt worden.
Rob Brandes, de zoon van Janny Brilleslijper bezocht met zijn dochters kamp Westerbork. In deze video vertelt hij hoe zijn moeder en tante elkaar hebben geholpen de oorlog te overleven.
Begin 1943 huurt de familie een afgelegen villa in het Gooi. Het draagt de naam 't Hooge Nest en staat in de bossen van Naarden. Naast de familie is iedereen die een verborgen plek zoekt welkom. Er zijn momenten dat het vrijstaande huis onderdak biedt aan 25 onderduikers.
Het is er afgelegen en vredig. Er is zelfs plek voor vertier in de vorm van toneel, muziek en dans. Vooral Lien zorgt daarvoor. Zij is voor de oorlog al bekend onder haar artiestennaam Lin Jaldati.
't Hooge Nest
In de zomer van 1944 komt er een einde aan. Als op een ochtend Janny met haar zoon Rob boodschappen heeft gedaan en terugkomt bij 't Hooge Nest weet ze genoeg. Ze zijn verraden. Vele Duitse soldaten jagen door het huis op zoek naar onderduikers.
Ook Janny wordt onherroepelijk opgepakt. "Mijn moeder werd op hardhandige wijze opgepakt. Dat heeft mij toen het meest geraakt", zegt zoon Rob Brandes. Hijzelf werd niet afgevoerd, maar ondergebracht bij de huisarts.
De familie Brilleslijper komt terecht in kamp Westerbork. De zussen raken er bevriend met de familie Frank. Samen met onder andere Anne en Margot demonteren ze batterijen. Het is vies werk, maar ze zijn zo wel bij elkaar. En dat is belangrijk voor Janny en Lien.
Kom op!
"Als ze elkaar niet zo gesteund hadden, dan hadden ze het niet overleefd. Als de een ziek was, zorgde de ander dat ze toch weer overeind kwam. Kom op! Sta op! Zo was mijn moeder", vertelt zoon Rob.
Op 3 september 1944 worden de families Brilleslijper en Frank op transport gezet naar Auschwitz. Het is het laatste transport dat vertrekt uit Drenthe. "Van die families hebben eigenlijk alleen mijn moeder en tante het overleefd."
Na Auschwitz komen de zussen nog in Bergen-Belsen terecht. In april 1945 worden ze daar zwaar vermagerd en ziek bevrijd door de Engelsen. Zoon Rob wacht zijn moeder thuis juichend op: "Mijn moeder is terug!"
Na de oorlog blijven de zussen actief. Lien gaat weer optreden met haar Jiddische liederen. Janny blijft de verhalen van de oorlog vertellen.
Blijven herdenken
Het is nodig volgens Brandes. "Ik dacht dat het antisemitisme na de oorlog wel zou verdwijnen, maar er blijven toch brandhaarden zijn. We moeten het blijven herdenken om het tegen te gaan.''
Over het levensverhaal van de zussen Brilleslijper is in 2019 het boek 't Hooge Nest geschreven door Roxane van Iperen.