Corona raakt werkende jongeren hardst: 60.000 minder flexwerkers
De coronacrisis kost vooral werkende jongeren van 15 tot 25 jaar met een flexibel dienstverband hun baan. Eind 2020 waren het er 60.000 minder dan dezelfde periode het jaar ervoor, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Het aantal jongeren met een vaste baan daalde met 3000.
De groei van de deelname van jongeren op de arbeidsmarkt is daarmee abrupt tot stilstand gekomen en het aantal werkloze jongeren is fors gestegen.
In de eerste maanden van de coronacrisis was het baanverlies nog groter: toen hadden zo'n 117.000 jongeren geen werk.
Kelners en barpersoneel
Jongeren werken vooral als uitzendkracht of hebben een bijbaan in de horeca, een sector die door de crisis hard is getroffen. Het aantal banen voor kelners, bar- en keukenpersoneel nam het sterkst af.
Aan de andere kant steeg het werk voor winkelpersoneel, vakkenvullers en schoonmakers. Ook vonden meer jongeren werk in callcenters en de coronateststraten.
In vergelijking met oudere werkenden was de impact van corona op jongeren veel groter. De arbeidsparticipatie, het percentage werkenden van een leeftijdsgroep, daalde bij jongeren tot 25 jaar met bijna 3 procent. Bij 25- tot 45-jarigen bleef het percentage gelijk en onder 45- tot 75-jarigen daalde het heel licht.
Het aantal werkloze jongeren op zoek naar werk steeg: eind 2020 waren er 36.000 meer dan het jaar ervoor. Het aantal jongeren dat geen baan zoekt groeide ook, omdat ze een opleiding volgen of omdat ze niet verwachten werk te vinden.
Eind 2020 hadden 822.000 jongeren (15-25 jaar) een flexbaan. Het aantal jongeren met een vaste baan bedroeg 433.000.