Jeroen van Merwijk, tekstschrijver en Utrechter in hart en nieren, overleden
Cabaretier en schrijver Jeroen van Merwijk is vanochtend overleden in zijn woonplaats Sainte-Juliette in Frankrijk. Hij stierf op 65-jarige leeftijd aan de gevolgen van darmkanker. Naast zijn werk als cabaretier maakte hij beeldende kunst en schreef hij duizenden columns, hoorspelen, sketches en liedjes.
Het leven is kut
Het leven is kut
Het leven is algeheel totaal volkomen kut
Absoluut totaal volslagen en volledig kut
kut, kut, kut, kut en nog een keertje kut
Van Merwijk zong in 1996 het lied dat hem misschien wel het best typeerde. In Het leven is kut gebruikte de Utrechtse cabaretier en tekst- en liedschrijver in twee minuten 41 keer het woord 'kut'. Het leek, zoals veel van zijn werk, ironisch, cynisch en absurd, maar het was vooral moralistisch. De wat melancholisch ogende Van Merwijk wilde naar eigen zeggen 'het volk verheffen'.
Juist Het leven is kut vond hij daarvoor geschikt: "We leven in een wereld van opgepompte imago's. Reclames willen constant verleiden. Ze geven het gevoel dat je alles kunt kiezen. Mensen zijn gewend gepleased te worden. Ik wil ze juist de andere kant van het leven laten zien en hoop dat er iets verandert in de hoofden."
Hij was een sociaaldemocraat die tot zijn verdriet Nederland zag veranderen 'tot een maatschappij waarin de marktwerking en het individu centraal staan'. Het bracht de van oorsprong katholieke, maar ongelovige Van Merwijk terug in de kerk: kerken konden hem inhuren voor een moralistische preek, waarom ook te lachen viel. Van het bedrijfsleven moest hij niets hebben, maar ook bedrijven konden hem boeken "voor een ontmoedigingsspeech".
Productief
Jeroen van Merwijk groeide op in de toen nog volledig witte Utrechtse wijk Kanaleneiland. Hij zou altijd Utrechter blijven. In de Domstad voelde hij zich thuis, niet in de laatste plaats vanwege de taal: "Dat kalme proaten, met dat lekkere áccent."
Van Merwijk studeerde in 1983 na een afgebroken studie Nederlands af aan de kunstacademie. Hij wilde kunstschilder worden en schilderde zijn hele leven, maar verdiende zijn geld als cabaretier en lied- en tekstschrijver. Al in de jaren zeventig begon hij te schrijven voor radioprogramma's van de KRO en de VARA. In 1986 trok hij met zijn eerste theatershow door het land.
Hij was zeer productief, maakte meer dan twintig theatershows, schreef duizend columns en mogelijk duizenden sketches, liedjes en gedichten; lang niet alles is bewaard gebleven. Vaak werkte hij voor anderen en hij bleef zelf op de achtergrond, zoals in 2010 en 2012, toen hij met Erik van Muiswinkel diens oudejaarsconferences Gedoog, hoop en liefde en Het eerlijke verhaal schreef.
Apartheid is een schone zaak
Typerend was de gang van zaken met het lied Apartheid es ien skone zaak uit 1988, over een witte Zuid-Afrikaan die enthousiast terugkeert van een bezoek aan Nederland. In zelf gefabriceerd 'Afrikaans' bezong Van Merwijk op spottende wijze hoe goed de apartheid in Nederland is gelukt: de armen wonen bij de armen, de rijken bij de rijken, de Marokkanen en de Turken maken alles schoon en er zit geen zwarte in het parlement.
In Van Merwijks uitvoering bleef het nummer onopgemerkt, maar Karin Bloemen vierde er vanaf 1992 grote successen mee en trad ermee op voor Nelson Mandela. Bloemen had meer schwung dan Van Merwijk, die zich op het podium ongemakkelijk voelde, en liet er een swingend arrangement onder zetten, waar Van Merwijk zichzelf zoals altijd slechts begeleidde met simpele gitaarakkoorden.
Een paar keer kondigde hij aan dat hij met optreden zou stoppen, omdat hij liever in stilte wilde schilderen. Er klonk daarbij wat bitterheid door. Zo zei hij eens dat hij de beste tekstschrijver was, maar als cabaretier werd voorbijgelopen door "mensen die nog niet goed genoeg zijn om je schoenveters vast te maken". Maar ja: door "die verdomde marktwerking" stonden zij in een zaal voor duizend mensen, terwijl hij in een zaaltje voor veertig mensen speelde.
Toch ging hij door. Eind 2019 trok hij door het land met een oudejaarsconference waarvoor hij vanaf 1 januari elke dag 'een nieuwsgedicht' had geschreven. De titel had hij al op 6 januari vastgelegd:
Was volgend jaar maar vast voorbij
Wat moet een mens met al die jaren
Weer zitten op weer nieuwe blaren
Weer consumeren en weer navelstaren
Voor weer een nieuwe keuken sparen
Was volgend jaar maar vast voorbij
Op 25 januari 2020 zei hij in het radioprogramma De Taalstaat tegen Frits Spits dat hij blij was dat hij ervan af was. "Als het plezier van het schrijven ophoudt, of je denkt: het is een opgave geworden, dan moet je ermee kappen, dus ik ben ermee gekapt."
Kanker
Kort daarna maakte hij bekend dat hij wegens uitgezaaide darmkanker niet lang meer te leven had. Hij leefde daarna echter nog een jaar; een jaar waarin eindelijk de erkenning kwam die hij gemist had. Zo werd hij in december verrast met een CD waarop dertig cabaretiers, onder wie Herman Finkers, Harrie Jekkers, Paul van Vliet en Hans Dorrestijn liedjes van hem vertolkten. Diezelfde maand kreeg hij de Edison Oeuvreprijs Kleinkunst, een onderscheiding die in 2014 voor het laatst was uitgereikt aan Youp van 't Hek.
Zelf bracht hij in november het boek Kanker voor beginners uit. Hij had zich toen al teruggetrokken in Frankrijk en besteedde de weinige uren dat hij fit was aan wat hij het liefste deed: schilderen. Hij was blij met alle waardering die hij de laatste maanden van zijn leven toch nog had gekregen. "Al die aandacht heeft me enorm geraakt. Ik dacht dat ik in een kleine niche zat te werken, voor een paar duizend man. Maar mijn werk blijkt veel breder gedragen te zijn en dat is fantastisch om mee te maken. Als je plotseling doodgaat, hoor je dat soort dingen nooit."