Wel politieke welwillendheid, maar geen geld voor Lelylijn
De financiële gevolgen van de coronacrisis en het gebrek aan noordelijke eenheid dwarsbomen de komst van de Lelylijn. De financiering van de snelle treinverbinding tussen Groningen en Lelystad wordt een heel zware dobber. Dat blijkt uit onderzoek van Omrop Fryslân, RTV Drenthe en RTV Noord.
De kans dat een nieuw kabinet vijf tot tien miljard uittrekt voor de snelle treinverbinding is niet bijster groot. De Lelylijn staat weliswaar prominent vermeld in het verkiezingsprogramma van negen partijen, maar dat is zeker geen garantie dat de in het noorden zo gewenste spoorlijn er ook daadwerkelijk komt.
CDA-prominent Pieter Omtzigt gaf begin deze maand tijdens het Noordelijke Lijsttrekkersdebat al een waarschuwing. "Ik zie dat er een heleboel politieke partijen zijn die niets liever doen dan zoveel mogelijk beloven, terwijl we ons in de diepste economische crisis bevinden. In alle eerlijkheid: het zit er op dit moment niet altijd in."
Meerdere landelijke politieke partijen hebben zich de afgelopen tijd uitgesproken voor de komst van de Lelylijn. De SP, D66, PvdA, CDA, VVD, ChristenUnie en SGP hebben de lijn opgenomen in hun verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen.
Ook de NS wil dat de Lelylijn wordt aangelegd. Dat zegt de vervoerder half december op zijn site. Tot voor kort was de NS geen uitgesproken voorstander.
Geen geld uit groeifonds
Ondanks al deze beloftes en intentieverklaringen is de financiering van de Lelylijn een verre van een uitgemaakte zaak. De lijn wordt in de zogeheten 'Ontwikkelagenda Toekomstbeeld OV 2040' van demissionair staatssecretaris Stientje van Veldhoven (D66) niet gezien als noodzakelijke investering. Ook komt de Lelylijn voorlopig niet in aanmerking voor een bijdrage uit het Nationaal Groeifonds, waarin 20 miljard euro zit.
Dat de Lelylijn in verschillende verkiezingsprogramma's wordt genoemd, is belangrijk, maar je moet het ook niet overschatten, stellen meerdere noordelijke bestuurders. "Dat het in de programma's genoemd wordt is goed, maar het gaat erom wat Den Haag besluit", stelt één van hen.
Den Haag gaat niet én geld uittrekken voor versnellen van het bestaande spoor én voor de Lelylijn.
Die financiële onzekerheid zorgt er voor dat, waar de drie noordelijke provincies lange tijd samen optrokken voor de komst van de Lelylijn, er nu steeds vaker stemmen opgaan om de bestaande spoorverbindingen te verbeteren.
Dat is zeer tegen de zin van VNO-NCW-directeur Ton Schroor. "Er is een stevige noordelijke keuze nodig. Je kunt niet langer op beide paarden wedden. Den Haag gaat niet én geld uittrekken voor versnellen van het bestaande spoor én voor de Lelylijn."
Ruimte voor woningen
De financiering van de Lelylijn is niet alleen een politieke discussie, maar legt ook de vraag op tafel hoe om te gaan met de ruimte in Noord-Nederland. Een haalbaarheidsstudie die in 2020 uitkwam stelde dat er minstens 100.000 woningen bijgebouwd moeten worden, wil de Lelylijn rendabel zijn.
"Friesland en Groningen moeten serieus kijken naar scenario's voor verdere verstedelijking", zegt onderzoeker Manus Barten. "Groningen zou door een betere verbinding met de Randstad kunnen groeien van 205.000 tot 340.000 inwoners. Daarmee wordt het een stad ter grootte van Utrecht. Drachten zou kunnen groeien van 52.000 naar 84.000 inwoners, evenveel als Assen. Heerenveen wordt met een Lelylijn een echte poort naar het noorden en groeit van 39.000 naar 89.000 inwoners."
Financiële steun vanuit de regio
Voor de financiering is het van cruciaal belang dat Noord-Nederland zorgt voor cofinanciering, zo blijkt uit onderzoek van de drie regionale omroepen.
Betrokkenen rond de lobby van de Lelylijn wijzen erop dat de noordelijke provincies en de provincie Flevoland ook een substantieel bedrag op tafel moeten leggen, om Den Haag te laten zien hoe groot de noordelijke wil is. 'Zonder cofinanciering wordt het niks', laat een van de provinciale bestuurders weten.
Werkgeversorganisatie VNO-NCW Noord en gedeputeerde Avine Fokkens (Friesland) stellen dat cofinanciering niet in keiharde munt hoeft te zijn, maar dat het gekoppeld moet worden aan andere kansen. "Wat we aanbieden is ruimte, we betalen in natura op dat punt", stelt Fokkens. "Daarnaast denk ik dat er wel degelijk gekeken moet worden wat er mogelijk is om de harde pecunia op tafel te krijgen. Namens Friesland ben ik geneigd om te zeggen: daar wil ik zeker naar kijken."