Chinese beïnvloeding in het hoger onderwijs
NOS NieuwsAangepast

Studenten in Nederland vrezen China: 'Sommigen durven hun mond niet open te doen'

Groningse studenten roepen hun universiteit in een petitie op niet langer samen te werken met het Chinese Confucius Instituut. Volgens hen probeert China via deze weg studenten en medewerkers in Groningen te beïnvloeden.

Opstellers van de petitie zijn deels Chinese studenten die anoniem willen blijven uit vrees voor hun veiligheid. Ze worden gesteund door de Groningse universiteitsraadspartij De Vrije Student (DVS). Ook op andere universiteiten in Nederland groeien de zorgen over de invloed van China.

"Ik merk dat sommige studenten uit Hongkong en China hun mond niet meer open durven trekken in de collegezaal", vertelt Casper Wits, universitair docent Oost-Azië Studies aan de universiteit Leiden. Steeds vaker vragen zijn studenten uit Hongkong of ze zijn colleges, over de moderne politieke geschiedenis van die regio, mogen overslaan.

"De recente geschiedenis van Hongkong komt in die colleges steevast aan bod. Mijn studenten zijn bang dat als ze daar iets over zeggen, hun Chinese medestudenten dat zullen rapporteren aan de autoriteiten."

Het klinkt bijna onwerkelijk. Spionage en verklikkerij door nationalistische Chinezen in Nederlandse collegezalen. "Je voelt aan dat het steeds erger wordt," zegt Wits. Hij zegt dat het gedrag van Chinese onderdanen vooral in de gaten wordt gehouden door leden van een studentenvereniging: de Association of Chinese Scholars and Students in the Netherlands (ACSSNL). "Alle Chinese studenten in Nederland worden aangespoord om lid te worden", zegt Wits. "Wie dat niet doet, weet dat hij het later moeilijk krijgt in zijn carrière."

"Van de Chinezen die hier komen studeren, is het vaak onduidelijk wat hun achtergrond is", vertelt Henk te Velde, hoogleraar Geschiedenis aan de Universiteit Leiden. "Sommigen komen hier omdat onze universiteiten hoog aangeschreven staan. Maar er valt niet uit te sluiten dat anderen hier met een extra opdracht heen worden gestuurd, om andere Chinese studenten in de gaten te houden."

Dat leidt, zoals bij de Hongkongse studenten achter de petitie aan de RUG, tot zelfcensuur. De NOS sprak met een medeopsteller van de petitie, die anoniem wil blijven.

"We willen dat de RUG uit het Confucius Instituut stapt omdat het een propagandakanaal is, omdat het bespioneert", zegt de studente uit Hongkong. "Maar ook omdat het onderdeel is van een bredere poging om mij en mijn medestudenten die kritisch zijn op China de mond te snoeren. En dat lukt. Ik heb vrienden in Groningen die niet meer hardop durven praten over de situatie in Hongkong omdat zij door andere studenten via sociale media zijn geïntimideerd."

Snelle groei aantal Chinese studenten in Nederland

In de petitie staan incidenten vermeld zoals een verbod door een RUG-faculteit om posters over de mensenrechtencrisis in Hongkong op een mededelingenbord op te hangen, "terwijl materiaal ter bevordering van andere mensenrechtensituaties wel werd toegestaan."

Promotieonderzoek nauwlettend gevolgd

In een brief aan de Tweede Kamer waarschuwde minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) dat China het hoger onderwijs en de wetenschap vooral beïnvloedt door het aanzetten tot zelfcensuur, en daarmee de vrije meningsuiting en de keuze van onderwerpen voor onderzoek beknot.

Maar hoe gaat dat laatste in de praktijk? De NOS sprak met een hoogleraar aan een Nederlandse universiteit die recentelijk het promotieonderzoek begeleidde van een Chinese PhD-kandidaat. Op verzoek van de hoogleraar blijven beide personen anoniem en ontbreken veel details, uit vrees voor represailles tegen de promovendus. Hun namen zijn bij de NOS bekend.

De promovendus met schuilnaam Li deed onderzoek naar een onderwerp in het hedendaagse China. Het was evident dat het onderwerp politiek gevoelig lag. De hoogleraar en de promovendus hadden daarom in overleg de reikwijdte van het onderzoek beperkt tot een thema dat niet direct raakte aan het beleid van het huidige bewind.

Verboden onderwerpen

Toch nam dat de zorgen niet weg. Die werden aangewakkerd toen Li het gerucht meldde dat de Chinese regering een lijst had opgesteld van verboden onderwerpen. Of het onderzoeksthema van Li daarop stond, was onduidelijk. De lijst was op dat moment geheim, maar toen die een paar maanden later werd gepubliceerd, bleek dat het geval te zijn.

De zorgen van Li werden groter, nadat een andere onderzoeker binnen dezelfde Nederlandse instelling, ook een Chinees, Li had benaderd met de waarschuwing dat het onderwerp van Li's onderzoek omstreden was en de bestudering ervan negatieve gevolgen kon hebben voor de carrière van Li. Toen Li in het kantoor dit aan de hoogleraar vertelde, gaf Li aan zich geïntimideerd te voelen, herinnert de hoogleraar zich.

Bij terugkeer in China bleek dat het onderzoek inderdaad als omstreden werd gezien: een eerdere toezegging van een aanstelling werd ingetrokken, waarbij als reden expliciet werd verwezen naar het onderzoeksthema. Pas na lange tijd vond Li een baan.

'Herkenbaar beeld'

De NOS heeft dit voorval in meer detail voorgelegd aan Ingrid d'Hooghe, sinoloog, onderzoeker en strategieadviseur aan het Clingendael Instituut. Zij noemt het "een heel aannemelijk en herkenbaar verhaal".

Uit het beleid van de afgelopen jaren blijkt dat Nederland Chinese onderzoekers en studenten met open armen verwelkomt. Ondanks een expliciete waarschuwing van de AIVD tegen Chinese beïnvloeding via universiteiten, spreekt de regering nog steeds van een "waardevolle wetenschappelijke samenwerking met China."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl