Staat moet SNS-beleggers 804 miljoen betalen om nationalisatie in 2013
Na jarenlange juridische procedures heeft de rechter bepaald dat de overheid 804 miljoen euro plus rente moet betalen aan beleggers in SNS Reaal en SNS Bank. Die beleggers werden in 2013 onteigend toen de overheid SNS nationaliseerde. De bank en verzekeraar dreigde toen failliet te gaan door de kredietcrisis.
Oorspronkelijk wilde het ministerie van Financiën de beleggers helemaal geen schadevergoeding geven. Gedurende de procedure zei het ministerie dat er wel een schadevergoeding kan komen, maar van maximaal 300 miljoen euro.
De Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam heeft nu besloten dat dat fors meer moet zijn, namelijk 804 miljoen plus rente. Dat geld gaat voor het grootste deel naar obligatiehouders. Dat waren dus partijen die geld hadden uitgeleend aan SNS.
Aandeelhouders van SNS willen ook schadeloos gesteld worden. Maar die hebben volgens de rechters van de Ondernemingskamer geen recht op geld. "De aandelen SNS Reaal vertegenwoordigen geen waarde en de onteigende aandeelhouders ontvangen dus geen vergoeding", aldus de Ondernemingskamer.
Failliet in plaats van genationaliseerd
Voor de hoogte van de schadeloosstelling moet volgens de Ondernemingskamer gekeken worden naar welk bedrag beleggers zouden hebben gekregen als SNS Reaal en SNS Bank niet zouden zijn genationaliseerd, maar failliet zouden zijn verklaard.
De Ondernemingskamer heeft deskundigen gevraagd dat te berekenen. Aandelen zouden dan niks meer waard zijn, maar obligaties dus wel. "Het gaat dan vooral om de opbrengst van de hypotheekportefeuilles en de opbrengst van de verkoop van het verzekeringsbedrijf van Reaal."
Bij de Stichting Obligatiehouders SNS dat sinds 2013 procedeert, "stromen de bedankmailtjes binnen", zegt voorzitter Frans Faas. Hij heeft zelf gemengde gevoelens bij de uitspraak. "Het is driekwart van de waarde en met de rente erbij zo'n 90 procent", zegt hij. "Na acht jaar vechten voor je geld evengoed een verlies. En dat je zo in de tang genomen wordt door de staat maakt me niet vrolijk."
Aandeelhouders teleurgesteld
"Het is heel bedroevend dat aandeelhouders na 8 jaar procederen niks krijgen", zegt adjunct-directeur Paul Coenen van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB). In de laatste aandelenprijs van 84 cent zat volgens hem het risico op een faillissement.
Coenen wil ook niet uitsluiten dat aandeelhouders bij een faillissement wél geld uit de boedel hadden gekregen, "al sta je dan helemaal achter in de rij."
De beslissing van de Ondernemingskamer is nog niet definitief. De overheid of beleggers kunnen nog in cassatie bij de Hoge Raad.
Het ministerie van Financiën zegt in een eerste reactie alleen dat het de uitspraak gaat bestuderen en dat het zich beraadt. "Nu is het voor gedupeerden drie maanden billenknijpen of de staat in cassatie gaat", zegt Faas. "Na acht jaar en met een dermate vernietigend vonnis zou het fijn zijn als ze het hierbij laten."
Ook de VEB gaat de uitspraak eerst bestuderen.