Een 90-plusser bij een priklocatie in Apeldoorn
NOS Nieuws

Ouderen vrezen rit naar priklocatie: 'Ik zie er als een berg tegenop'

  • Ivo Landman

    redacteur Online

  • Ivo Landman

    redacteur Online

Thuiswonende ouderen krijgen sinds enkele weken oproepen in de bus om zich te laten vaccineren. Eind deze week gaan de uitnodigingen voor de eerste 80- tot 85-jarigen de deur uit, maar voor velen is de priklocatie niet bepaald naast de deur en de ouderen zijn ook niet allemaal even mobiel.

Jan van der Klaauw (85) uit het Friese Oosterwolde heeft er al een brief naar de krant over gestuurd. Er is een priklocatie in zijn woonplaats gepland maar die is nog niet open, dus zou hij naar een vaccinatiestraat in Leeuwarden moeten, 50 kilometer verderop. Twee keer, want voor het Pfizervaccin zijn twee prikken nodig, met een tussenperiode van een paar weken.

"Ik ga het niet doen", zegt Van der Klaauw. "Dat is 200 kilometer reizen. Er gaat een bus, maar vanaf de halte is het dan nog een half uur lopen. Ik kan ook een taxi nemen, maar dan ben ik per keer minstens 100 euro kwijt aan de taxi. Ik kan dat misschien nog wel betalen, maar ik vind het oneerlijk voor de mensen die dat niet kunnen. Dan wacht ik liever tot het bij de huisarts kan."

Eerder deze week verschenen op sociale media ook berichten uit andere provincies. Mensen klaagden dat hun bejaarde ouders uit Tilburg naar Dordrecht (ca. 60 km) of Veghel (45 km) werden gestuurd, of van Culemborg naar Wijchen (50 km).

Veel van die gevallen hadden waarschijnlijk te maken met een fout in het computersysteem, zegt een woordvoerder van GGD GHOR, de brancheorganisatie van de GGD'en. "Er was een probleem met het ophalen van de informatie. Als de postcode ingevoerd werd kwam niet altijd de dichtstbijzijnde priklocatie eruit. Dat speelde vooral in Brabant."

Inmiddels is dat probleem opgelost, maar feit blijft dat de afstand naar een van de veertig priklocaties die er nu zijn in sommige gebieden wel erg groot is. Er zijn veel meer vaccinatieplekken gepland, maar het duurt nog even voordat die open kunnen. "Mensen moeten ofwel een stukje verder rijden, of even geduld hebben tot het kan op een plek dichterbij, of bij de huisarts", zegt de woordvoerder. Het kan ook zijn dat er op een locatie geen plek meer is omdat er te weinig vaccins zijn. "Dan krijg je wel een alternatief, maar dat is verder weg."

Ouderen die zelf geen vervoer kunnen regelen, hebben de optie een beroep te doen op het Rode Kruis, dat ouderen naar de priklocatie kan brengen. Mensen moeten dat zelf aangeven bij de GGD, die ze dan doorverwijst naar het ministerie van VWS, dat ervoor kan zorgen dat het Rode Kruis langskomt. Omslachtig? Een beetje, maar niet zonder reden, zegt een woordvoerder van het Rode Kruis. "Het ministerie kijkt ook naar andere mogelijke vervoersopties die misschien beter zijn."

Ik ben als de dood dat ik ga vallen.

Nettie Boot (89)

Maar niet alleen het vervoer en de afstand naar de priklocaties is een probleem. Veel ouderen zien ook op tegen het lopen, staan en wachten als ze er eenmaal zijn. De 85-jarige Van der Klaauw heeft de beelden gezien van de rijen bij de priklocatie bij Schiphol, waar ouderen gisteren meer dan een uur moesten wachten. "Dat soort toestanden spelen overal. In Leeuwarden doen sommigen er een half uur over om van de parkeerplaats naar de vaccinatieplek te lopen."

'Eeuwig pijn'

De 89-jarige Nettie Boot uit Zaandam ziet de reis naar een priklocatie om die reden niet zitten. Vorig jaar heeft ze een heup gebroken, en sinds de operatie is ze slecht ter been. "Ik loop heel beroerd met een rollator. Ik heb eeuwig pijn. Ik zie als een berg op tegen die rit. Auto in, auto uit. Er zijn daar geen rolstoelen en je moet een kwartier wachten. Ik ben als de dood dat ik ga vallen."

Boot wacht dan maar liever even met de prik. Ze heeft vorig jaar al corona gehad en is niet zo bang om het opnieuw op te lopen. "De huisarts is het daarmee eens. We mogen aannemen dat je nog wel wat antistoffen hebt, zei hij."

De vaccinatie wil ze uiteindelijk wel. Als ze 90 zou zijn, had ze de prik nu al aan huis kunnen krijgen, in het woonzorgcentrum waar ze woont. "Ik ben net vier maanden te jong. Nou, dan wacht ik liever vier maanden. Dan komen ze wel aan huis."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl