Een coronatest in Lansingerland
NOS NieuwsAangepast

Leeswijzer: hoe maak je chocola van de dagelijkse lading coronacijfers?

  • Bas de Vries

    Research-redacteur

  • Bas de Vries

    Research-redacteur

Iedere middag publiceren de ziekenhuizen en het RIVM via open data de nieuwste cijfers rond het coronavirus: het aantal nieuwe besmettingen, de ziekenhuisbezetting en het aantal overledenen. Voor iedere Nederlander te raadplegen en zo snel als enigszins mogelijk terug te vinden op de websites van grotere media als de NOS. Ook de Rijksoverheid komt met steeds meer informatie over de ontwikkeling van de epidemie op een dashboard voor het grote publiek.

Maar hoe word je wijs uit al die informatie? Duizenden nieuwe besmettingen op een dag, hoe moet je dat aantal plaatsen? Is het verontrustend, of is er juist reden voor optimisme? En waarom schommelen de cijfers van dag tot dag zo enorm?

Een poging tot een leeswijzer, voor wie de rode draad zoekt in de dagelijkse datakluwen.

Vergeet de dagkoersen en zoom uit naar het weekbeeld

Het RIVM is zelf de eerste om het toe te geven: de cijfers die iedere middag om 15.15 uur komen zijn pure dagkoersen. Ze geven weer hoeveel meldingen het instituut toevallig die dag tot 10.00 uur heeft binnengekregen, maar zeggen lang niet alles over het hoe het precies gaat met de bestrijding van de epidemie. Daarvoor moet je zijn bij de wekelijkse overzichten van het RIVM. De dagelijkse cijfers zijn er vooral voor de transparantie in crisistijd.

Toch zijn uit die dagkoersen wel degelijk interessante lijnen te trekken. Zolang je de cijfers maar beschouwt als bouwsteentje van een bredere trend. De trend (bijvoorbeeld: loopt het aantal besmettingen op of juist terug?) vind je als je uitzoomt en het plaatje van de hele voorbije week bekijkt.

Toegespitst op bijvoorbeeld woensdag 12 mei: de 6422 besmettingen van die dag waren er bijna 900 meer dan een dag eerder. Op het eerste gezicht slecht nieuws. Maar als je de cijfers van de laatste zeven dagen erbij betrekt, dan zie je opeens een daling van zo'n 1,5 procent ten opzichte van de zeven dagen daarvoor.

De NOS benoemt dit soort trends geregeld in de dagelijkse berichtgeving over de RIVM-cijfers. Als je verder wilt duiken in de cijfers en daar zelfs trends uit wil destilleren, dan kan dat onder meer via het 'landendashboard' van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). De cijfers daar wijken soms licht af van de open data van het RIVM, maar niet dusdanig dat de trends anders zijn.

Behalve een weekend- is er ook een 'midweek-effect'

In de eerste golf werd het een redelijk bekend begrip: het 'weekendeffect' in de officiële sterftecijfers. Omdat overlijdens vooral op werkdagen werden doorgegeven aan het RIVM, ontstond er op met name zondag en maandag een kunstmatige dip in de cijfers. En op dinsdag, als de achterstand in de melding sterfgevallen werd ingehaald, juist een piek.

Dat leverde een behoorlijk schokkerige grafiek op. Een grafiek die er vanaf de tweede golf nog precies hetzelfde uitziet. Het weekendeffect is er dus nog altijd. De rode lijn in de grafiek is nodig om de onderliggende trend zichtbaar te maken.

Bij de besmettingen is inmiddels dezelfde soort scheefheid te zien. Verschil is dat het hier eerder de woensdagen en donderdagen zijn waarop de uitschieters zich voordoen.

Dat zit zo: in het weekend laten mensen zich minder testen, is gebleken. Kennelijk hebben ze dan de neiging om lichte klachten nog even aan te zien. Op maandag en dinsdag is het daardoor bovengemiddeld druk in de teststraten van de GGD. Dat zie je logischerwijs in de dagen daarna terug in de vorm van pieken in de cijfers. Vanaf vrijdag dalen de statistieken juist weer.

Schrik dus niet meteen als op woensdag en/of donderdag het aantal besmettingen opeens de pan uit lijkt te rijzen; het is heel goed mogelijk dat dit niet meer is dan het 'midweek-effect'.

Voor wie hier bovenop nog echt de diepte in wil, is er het eerdergenoemde dashboard van de Rijksoverheid. Van de ziekenhuisopnames per gemeente tot de leeftijdsgroepen met de hoogste besmettingsgraad - je vindt daar een berg aan gegevens.

Op het dashboard draait het vooral om de signaalwaardes

Tip voor als je tussen de bomen het bos wilt blijven zien: hier loont het vooral om te letten op de zogenoemde signaalwaardes en hoe het daarmee gaat. Dat doen de beleidsmakers immers ook. Als een metertje op het dashboard letterlijk in het rood staat, is er op zijn minst reden voor zorg op dat punt.

Een voorbeeld bij de positieve testen: dat waren er half mei 37 per dag per 100.000 Nederlanders. Eigenlijk vijf keer te veel nog. Want op het dashboard is te zien dat de signaalwaarde 7 is, wil het kabinet het gevoel hebben dat de epidemie onder controle is.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl