Covid-19 slokt aandacht farma-industrie op, ten koste van andere dreigingen
De grote inspanningen om vaccins te ontwikkelen tegen het coronavirus en om medicijnen te vinden die werken tegen covid-19, gaan ten koste van veel ander noodzakelijk onderzoek. De twintig grootste farmaceutische bedrijven ter wereld hebben zich vol op covid-19 gestort. Maar de pijplijn voor de ontwikkeling van middelen tegen de vijftien andere ziekteverwekkers op de WHO-lijst van potentiële veroorzakers van een pandemie is vrijwel leeg.
Dat blijkt uit de editie 2021 van de Access to Medicine Index die al twaalf jaar in kaart brengt wat de belangrijkste farmaceuten doen om dringend noodzakelijke medicijnen te ontwikkelen en om hun middelen overal ter wereld beschikbaar te krijgen.
In 2016 publiceerde de Wereldgezondheidsorganisatie WHO een lijst van zestien opkomende infectieziekten - vooral veroorzaakt door virussen - die een pandemie kunnen veroorzaken. Uit de Index blijkt dat bij slechts zes virussen ervan onderzoek wordt gedaan naar de ontwikkeling van medicijnen. Daaronder is dus ook het coronavirus.
Niet voorbereid op volgende pandemie
"Ondanks jarenlange waarschuwingen dat nieuwe coronavirussen tot de ziekteverwekkers behoren met het hoogste risico om een internationale gezondheidsnoodtoestand te veroorzaken, was zowel de farmaceutische industrie als de maatschappij in zijn geheel slecht voorbereid op de covid-19-pandemie."
Zodra covid-19 toesloeg zette de industrie vol in op het vinden van medicijnen die bruikbaar zijn voor het behandelen van die ziekte. Tegelijk werd er vol gas gegeven bij de ontwikkeling van vaccins. Dat heeft een aantal medicijnen opgeleverd die een gunstig effect hebben voor covid-19-patiënten, twee goedgekeurde vaccins en een derde dat eraan komt.
De inspanningen om medicijnen tegen de andere ziekten op de WHO-lijst te ontwikkelen blijven, schrijven de auteurs van de Index, "schrikbarend beperkt". Dat betekent dat de wereld evenmin voorbereid is op een grote uitbraak van ziekten als ebola, zika, Lassa-koorts, Marburg en de coronavirussen MERS en SARS, als het geval was voor SARS-CoV-2, zoals het coronavirus officieel heet.
Toegang tot medicijnen
Covid-19 overschaduwt deze editie van de Access to Medicine Index, maar er is wel degelijk veel aandacht voor het eigenlijke onderwerp: hoe zit het met de toegang tot medicijnen en wat doen farmaceuten om die te verbeteren?
De Index constateert enige vooruitgang, maar het gaat langzaam. Acht van de twintig grootste farmaceutische bedrijven werken aan een systematische aanpak om nieuwe middelen makkelijker beschikbaar te maken in arme landen. Maar die aanpak moet nog wel in de praktijk beproefd worden.
Ook met verantwoord reclamebeleid en het loskoppelen van salarissen van verkoopmedewerkers van hun verkoopcijfers is vooruitgang geboekt. "Maar op het punt van specifieke stappen om de toegang tot individuele producten te verbeteren, is er minder bewijs van vooruitgang of goed gedrag."
Armste landen vergeten
Voor minder dan de helft van de nieuwe middelen die in de laatste fase van ontwikkeling zitten, bestaat er een plan om de toegang ertoe goed te regelen. Voor bestaande medicijnen is de situatie niet anders. Prijsmaatregelen, het verstrekken van gratis licenties om een middel te mogen maken of het weggeven van medicijnen: het komt maar in een beperkt aantal landen voor.
De strategieën die bestaan om de toegang tot medicijnen te verbeteren, richten zich vooral op enorme markten als China, India, Brazilië en Mexico. De armste landen, waar in totaal 700 miljoen mensen wonen, worden daarbij veelal over het hoofd gezien.
Een flink aantal grote farmaceutische bedrijven heeft medicijnen gedoneerd die een rol spelen bij de behandeling van covid-19, dat is een belangrijke stap. Maar met de toegang tot vaccins ziet het er minder goed uit. Rijke landen hebben zulke grote aantallen vaccins gekocht dat er voorlopig niet zo veel overblijft voor arme landen. Die staan misschien wel niet eens achteraan de rij.
Kankermedicijnen
De Index geeft traditiegetrouw ook een top-20 van de grootste farmaceutische bedrijven. Die worden beoordeeld op een reeks criteria ondergebracht in drie hoofdpunten: bedrijfsbeleid om medicijnen toegankelijker te maken, onderzoek en ontwikkeling en het beschikbaar maken van producten die eenmaal op de markt zijn.
Net als andere jaren scoort GlaxoSmithKline het beste, gevolgd door Novartis, Johnson & Johnson, Pfizer en Sanofi. AstraZeneca, de farmaceut die onder vuur ligt van de Europese Commissie omdat hij zich niet lijkt te houden aan contractuele afspraken over levering van vaccins aan de EU, eindigt als zevende.
Onderzoek en ontwikkeling op het gebied van niet-overdraagbare ziekten staat goeddeels in het teken van kankeronderzoek. Meer dan twee derde van de onderzoeksprojecten betreft nieuwe kankermedicijnen. Bij de infectieziekten gaat behalve naar covid-19 relatief veel aandacht naar hiv/aids, malaria en tuberculose. Samen zijn die goed voor ruim de helft van alle onderzoeksprojecten.