Opnieuw recordjaar voor chipmachinebouwer ASML
Chipmachinefabrikant ASML heeft een uitstekend jaar achter de rug. Zowel de winst als de omzet steeg in 2020. Het bedrijf uit Veldhoven profiteert van de grote vraag naar chips voor bijvoorbeeld smartphones, datacenters en elektrische auto's.
"De trend van digitalisering blijft, die gaat niet meer weg", zegt bestuursvoorzitter Peter Wennink. "Je ziet het ook aan de manier waarop wij zaken doen. Vroeger stuurden we ingenieurs de hele wereld over voor onderhoud aan de machines. Nu geven we ondersteuning over de schouder via hololenzen (hologrambrillen) die mensen daar ter plekke op het hoofd hebben. Die worden 8000 kilometer verderop vanuit Veldhoven aangestuurd."
De doelen voor 2020 werden overtroffen en het bedrijf haalde zijn beste cijfers ooit. Er werd voor 14 miljard euro aan machines verkocht, ruwweg een vijfde meer dan in 2019. Onder aan de streep bleef er 3,6 miljard euro aan winst over, dat is 1 miljard euro meer dan een jaar eerder.
Meest waardevol
ASML werd afgelopen jaar het waardevolste bedrijf van Nederland, gemeten aan de beurswaarde. Het bedrijf is meer dan 180 miljard euro waard en laat daarmee bedrijven als Shell (127 miljard) en Unilever (115 miljard) ver achter zich.
Wennink zegt dat die beurskoers niet alles zegt. "We hebben waarde geleverd door een paar duizend man aan te nemen in 2020, doordat we voor leveranciers een belangrijke bron van inkomsten waren. We hebben op allerlei manieren waarde geleverd en als zich dat vertaalt in de beurskoers is dat mooi voor de aandeelhouders, maar waarde is meer dan dat."
Voor 2021 rekent het concern opnieuw op omzetgroei en heeft de prognoses zelfs opgeschroefd. De sterke vraag naar rekenchips en geheugenchips jaagt de vraag naar chipmachines op. Het bedrijf verwacht dat de omzet met meer dan 10 procent zal toenemen.
Spion
Het bedrijf is meer geld kwijt om de bedrijfsgeheimen binnenskamers te houden. Vorige maand werd bekend dat inlichtingendienst AIVD twee Russische diplomaten in Nederland ontmaskerd had als spionnen. Ze waren uit op gevoelige informatie van Nederlandse hightech-bedrijven en instellingen.
"Het heeft ons niet geraakt, het had niet met ons te maken", zegt Wennink. "Maar het is de realiteit van alledag. Daar moet je je op instellen. We geven inmiddels wel zes keer meer uit aan informatiebeveiliging dan vier, vijf jaar geleden."