Feyenoord-icoon Israël had ja gezegd tegen Ajax: 'Zeker!'
Op bezoek bij een icoon van Feyenoord. Naar rechts, voorbij Bob's Kipboetiek en dan op het hoekje. Hier moet het zijn, denk ik. De verf bladdert van de oude voorgevel af, waardoor het blauwe naambord met gele letters eronder extra opvalt: 'Dral Tweewielers'.
De winkel is vanwege de lockdown dicht, maar de werkplaats is open. Om in de werkplaats te komen, moet je door de winkel. Rechts van de kassa en links van de werkplaats zit een opa met zijn kleinzoon aan een lange tafel.
Tussen de nieuwste fietsmodellen in is de 78-jarige Rinus Israël helemaal op zijn plaats. Hij kent de eigenaar van de fietsenwinkel. Of ja, hij kent eigenlijk iedereen hier in de omgeving van Landsmeer wel. En andersom. Israël is dagelijks bij 'Dral' te vinden. Gewoon, omdat het kan.
Lekker ouwehoeren
"Zo kom ik een beetje de dagen door. In de ochtend haal ik wat boodschappen, dan ben ik een beetje in beweging, en 's middags zit ik hier", vertelt Israël. "Een beetje ouwehoeren met iedereen. Zo blijf ik onder de mensen, vind ik leuk."
'IJzeren Rinus', die met Feyenoord begin jaren zeventig onder meer de Europacup I en de Wereldbeker won, komt er al jaren en heeft zelfs zijn eigen stekkie, de zogeheten Tafel van Rinus. Met prachtfoto's uit het verleden aan de muur. "Die heb ik niet zelf opgehangen hoor."
Dat de voetballer van weleer tegenwoordig veel in de fietsenwinkel te vinden is, weet men inmiddels ook in Rotterdam en omstreken. "Er kwam hier een keer een man op een motor", vertelt medewerker Frans, die ondertussen aan een fiets sleutelt.
"Hij wilde zogenaamd iets weten over een fiets, maar vroeg al snel naar Rinus. De man vertelde dat hij als klein jochie had aangebeld bij zijn huis in Rotterdam, maar dat er niemand thuis was. Ook nu had hij pech, want Rinus was er niet. Ging -ie weer op zijn motor terug naar Rotterdam."
"Maar", benadrukt Israël. "Ik zal niet zeggen dat de winkel dankzij mij lekker draait, want zo is het niet."
Tegenover Israël zit zijn 24-jarige kleinzoon Dave. Dat is eigenlijk puur toeval. "Ik was vanmiddag vrij en zag opa in mijn straat rijden dus dacht: ik rijd even met hem mee."
Het gesprek gaat al snel over de Klassieker van zondag. Dave is opgegroeid in Landsmeer, dat net boven Amsterdam ligt. Maar fan van Ajax is hij niet. Ook niet van Feyenoord trouwens, de club waar zijn opa zo voor schitterde, zo blijkt als ik naar zijn voorkeur vraag.
"Ik heb geen voorkeur voor een club. Ik gun het Feyenoord, ik gun het Ajax. En als PSV een jaartje kampioen wordt, vind ik het ook prima."
Zijn antwoord verrast me.
Meneer Israël, als Feyenoord-icoon zorgt u er toch voor dat uw kleinzoon voor Feyenoord is?
Israël: "Nee, joh. Ik ben geen blind iemand die hem met alle geweld indoctrineert om Feyenoorder te worden."
Maar ik neem aan dat Dave als klein jochie in een tenue van Feyenoord liep, toch?
Dave: "Ik heb wel wat tenues van Feyenoord. Maar toen opa trainer was van ADO liep ik ook in een shirt van ADO. Elke club heeft iets moois. Mensen die haat hebben tegen een andere club, vind ik niet gezond."
Meneer Israël, heeft u als Feyenoorder ooit last gehad van die haat? U komt tenslotte uit Amsterdam.
Israel: "Nee, echt niet. Ik ben nog nooit aangevallen. Maar ik heb ook nooit afgegeven op Ajax. Als mensen tegen mij beginnen over voetbal en ze willen over Ajax praten, vind ik het ook goed."
Dave: "Ik kwam toevallig laatst een krantenknipsel tegen toen je trainer was bij FC Den Bosch. Er werd geschreven dat Ajax je wilde hebben. Hier, wacht ff."
Op zijn telefoon tovert Dave een artikel tevoorschijn van mei 1985. Ajax heeft op dat moment net Aad de Mos ontslagen en heeft drie kandidaten voor de vacature: Leo van Veen, Johan Cruijff en Rinus Israël. Het wordt uiteindelijk Cruijff.
Israël: "Ik begreep toen dat ik een van de kandidaten was, maar ik heb nooit een gesprek met Ajax gehad."
Zou u het hebben gedaan?
Zonder aarzeling: "Zeker! Ajax is gewoon een mooie club."
Dave: "Ik liet het artikel aan een vriend zien en zei dat het gewoon niet klopt, jij bij Ajax. Het is een beetje alsof Willem van Hanegem in een Ajax-trainingspak loopt. Dat staat gewoon niet."
Israël: "Ach, in die tijd was de haat nog niet zo groot. Ik denk dat het wel had gekund. Wimpie Jansen heeft ook bij Ajax gevoetbald en dat was een echte Feyenoorder. Ik ben pas later bij die club gekomen."
En stel dat u het had gedaan.
Israël begint te lachen. "Dan had ik misschien nu nog trainer geweest."
"Dan had je misschien wel een betere carrière gehad als trainer", meent Dave.
Israël denk even na. "Ik ben op de verkeerde tijd bij Feyenoord gekomen. Eigenlijk hetzelfde als Jaap Stam. Timing is ook belangrijk. Daarom is het geweldig knap wat Dick Advocaat heeft gedaan."
Dat brengt ons op de wedstrijd van zondag. De eerste Klassieker van het jaar: Ajax tegen Feyenoord. Aan de tafel van Rinus zijn opa en kleinzoon het eens: de Amsterdammers zijn favoriet.
"Qua punten doet Feyenoord het geweldig", zegt Israël. "Maar ik denk dat ze echt nog wel beter kunnen voetballen dan wat ze laten zien. Maar Ajax overtuigt ook niet altijd. Tegen FC Twente was een leuke wedstrijd, maar werd er niet geweldig gespeeld."
Feyenoords hoop in bange dagen, de pas aangetrokken Argentijnse spits Lucas Pratto, kan de spijkerharde verdediger van weleer nog niet bekoren. "Hij is...", zoekt Israël naar woorden, "een beetje bonkig."
"Mijn werk is goals maken", sprak Pratto bij zijn komst. Voorlopig staat de teller nog op nul. "Hij had al zeker twee goals moeten maken met de kansen die hij heeft gehad. En dan spaar ik hem nog. Maar hij krijgt nog even de tijd."
Is er eigenlijk iets leukers dan over voetbal praten?
Dave: "Over vrouwen misschien."
Israël: "Voetbal is het enige waar ik een beetje verstand van heb."
Van fietsen nog steeds niet?
"Nou, een band oppompen moet net lukken inmiddels."
Wat eigenlijk als dit onverhoopt wegvalt?
"Tsja, goeie", stamelt Israël. "Dan vraag ik me af hoe ik mijn dagen dan vul. Maar ik ga er vanuit dat de winkel langer blijft bestaan dan ik. En ze zijn me nog niet zat. Ik zorg dat de omzet goed is en roep af en toe dat er een klant in de winkel is. Ik heb een geweldige inbreng", grapt hij.
Dan breekt Frans, die blijkbaar klaar is met het sleutelen aan de fiets, in. "Het is vrijdag en dat betekent kroketten!". Hoewel de naam wellicht anders doet vermoeden, heeft Bob's Kipboetiek van even verderop ook kroketten.
"Wil je ook jongen? Rinus betaalt."