DNB waarschuwt: protectionisme rukt op en Nederland is kwetsbaar
Nederland is welvarend geworden door wereldvrijhandel en globalisering, maar het tij keert. Machtsverhoudingen in de wereld staan onder druk, internationale samenwerking stagneert en protectionisme en economisch nationalisme rukken op, constateert De Nederlandse Bank (DNB). Neem het America First van de Verenigde Staten, de brexit en de oplopende handelsconflicten met het economische grote China, na de VS de grootste economie ter wereld.
In zijn eentje is Nederland niet in staat om het hoofd te bieden aan de protectionistische tendensen, in plaats van minder Europa is een sterker Europa nodig. "Voor zowel Nederland als de EU is het belangrijk om de eigen (handels)positie te versterken", schrijft De Nederlandsche bank in een studie over de impact van het groeiend economische nationalisme en protectionisme op de Nederlandse economie.
Door de coronacrisis zijn de kwetsbaarheden helemaal pijnlijk blootgelegd, zegt DNB. Wereldwijd stortten de handel en economische bedrijvigheid in en vielen productieketens stil. De afhankelijkheid van elders zorgde voor de roep om het zelf te doen. Reshoring van productie, het veel weer in eigen land maken en het aanleggen van grote buffervoorraden worden gezien als remedie om de economie weerbaarder en schokbestendiger te maken.
Klein en kwetsbaar
Als kleine open economie is Nederland kwetsbaar en sterk afhankelijk van internationale handel en samenwerking. Een derde van de Nederlandse economie wordt verdiend met internationale handel, goed voor 2,4 miljoen banen. De-globalisering heeft een zwaardere impact op de Nederlandse economie dan op andere economieën van het eurogebied.
Het oprukkende protectionisme en de roep om minder globalisering is geen tijdelijk fenomeen, schrijft DNB. De internationale samenwerking is al decennia steeds complexer en moeizamer. Neem de WTO, de Wereldhandelsorganisatie. Die telt meer dan 160 landen met evenzoveel eisen en voorkeuren.
De scepsis tegenover vrijhandel is de laatste tien jaar sterk geworden, mede gevoed door de groeiende inkomensongelijkheid. Vooral de globale middenklasse lijkt te weinig te profiteren van de gestegen welvaart. Bedrijven genieten van de vrijhandel en lagere kosten en maken winst, maar consumenten zien er te weinig van terug en snappen dus niet waar Europa goed voor is. Bedrijfswinsten en beurskoersen stijgen wel, maar de lonen niet.
Loon en inkomen
Uit de onderzoeken Burgerperspectieven 2018 en 2020-2 van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat een aanzienlijk aantal mensen in Nederland denkt dat globalisering nadelig voor hen is als gevolg van toegenomen inkomensongelijkheid en de achterblijvende inkomensgroei van de middenklasse. Het voedt de steun voor meer protectionisme, voor eigen economie eerst.
"Om meer draagvlak voor onze open economie en de wereldvrijhandel te creëren is het belangrijk dat internationaal actieve bedrijven de lonen van hun werknemers meer laat meebewegen met hun winsten", zegt DNB-directeur Olaf Sleijpen.
De roep om hogere lonen klonk al enige tijd en vond in 2019 eindelijk gehoor. In nieuwe cao's werden loonsverhogingen van meer dan 3 procent afgesproken. De coronacrisis in 2020 maakte daar echter een einde aan. De cao-onderhandelingen vielen grotendeels stil en forse loonsverhogingen waren nu even niet aan de orde.
Van een inhaalslag is even geen sprake meer, de koek is op. "Het is u vast ook wel eens overkomen: net wanneer u in de rij aan de beurt bent, is precies dat brood dat u wilde hebben uitverkocht", schreef DNB-econoom Ria Roerink een jaar geleden al in het FD.