Extra kabinetsberaad over rapport toeslagenaffaire voorbij, hoogspanning in coalitie
Is het verstandig om, midden in de coronacrisis, de stekker uit het kabinet te trekken? Die vraag lag de afgelopen avond op tafel bij een ingelaste ministerraad. De ministers spraken opnieuw over een reactie op het vernietigende rapport dat vorige maand uitkwam over de toeslagenaffaire.
De Rijksvoorlichtingsdienst meldde tegen 23.30 uur dat de vergadering voorbij was; de uitkomst is nog niet bekend.
Het is de bedoeling dat het kabinet aanstaande vrijdag, na de reguliere ministerraad, met een definitief standpunt komt. En dan staat er volgende week ook nog een Kamerdebat gepland over de kwestie.
Alle coalitiepartijen zijn het erover eens dat de conclusies van de parlementaire ondervragingscommissie spijkerhard zijn en dat de vraag gesteld moet worden of het kabinet nog wel door kan blijven regeren na de constatering dat de grondbeginselen van de rechtsstaat zijn overtreden.
Ook de VVD, de partij van premier Rutte, vindt dat een terechte vraag. En het antwoord van de liberalen is ja, het kabinet moet verder. Vooral vanwege die andere crisis waar het land in zit: de coronapandemie. Een demissionair kabinet kan veel moeilijker de noodzakelijke maatregelen nemen om het virus in te dammen, zo is de redenering.
Kaarten voor de borst
Hoe de andere coalitiepartijen erover denken, is niet helemaal duidelijk. Naar verluidt wil premier Rutte eigenlijk alleen in debat met de Kamer als hij zich volmondige gesteund weet door CDA, D66 en ChristenUnie. Maar die houden hun kaarten voorlopig tegen de borst.
Ingewijden denken dat Rutte vooral duidelijkheid wil hebben van CDA-leider Wopke Hoekstra. In die partij zou het risico op dissidenten het grootst zijn. Daarbij wordt vooral gedacht aan Kamerlid Pieter Omtzigt, die de affaire mede aanslingerde, en Chris van Dam, de voorzitter van de parlementaire ondervragingscommissie.
Volgens politiek verslaggever Ron Fresen is de uitkomst van de extra ministerraad van vanavond ongewis. "Over een inhoudelijke reactie, en steun voor de gedupeerden, zijn ze het wel eens. Maar op enig moment komt die politieke vraag op tafel te liggen." Fresen denkt dat de coronacrisis bij het beantwoorden van die vraag een belangrijke rol speelt.
Motie van wantrouwen
Ondertussen slijpt de oppositie in de Tweede Kamer de messen. GroenLinks-leider Jesse Klaver kondigde zondag al een motie van wantrouwen aan als Rutte III niet de eer aan zichzelf houdt. Zoals het er nu naar uitziet, kan zo'n motie op brede steun rekenen.
De PvdA is er nog niet uit, maar overweegt Klaver te steunen, al was partijleider Lodewijk Asscher als minister van Sociale Zaken medeverantwoordelijk voor de keiharde aanpak door de fiscus van mensen die van fraude met de kinderopvangtoeslag werden verdacht.
Pijnlijk voor Rutte is dat zelfs de gezagsgetrouwe SGP vindt dat er politieke consequenties moeten komen na de affaire. Partijleider Kees van der Staaij kan zich goed voorstellen dat het kabinet hierom aftreedt.
Dat zou ertoe kunnen leiden dat de voltallige oppositie vindt dat het kabinet zijn biezen moet pakken en alleen de coalitiepartijen hun steun uitspreken. Kenners houden er rekening mee dat dat voor premier Rutte toch niet genoeg zal zijn om tot de verkiezingen van 17 maart aan te blijven.