'Grote steden missen landelijke hulp bij aanpakken excessen woningmarkt'
Het kabinet biedt grote steden nog altijd niet genoeg instrumenten om excessen op de woningmarkt tegen te gaan. Dat blijkt uit een rondgang van NRC langs zeven steden die een zogenoemde woondeal met minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) hebben gesloten.
In die deals heeft Ollongren met steden afspraken gemaakt over onder meer het aantal bij te bouwen woningen, maar ook over hoe bijvoorbeeld extreme stijging van huurtarieven in de vrije sector te beteugelen.
Noodknop
Het kabinet zou bij die ambitie helpen met landelijke wet- en regelgeving. Woonwethouders in de steden zeggen die instrumenten nog onvoldoende te hebben.
Ze missen een 'noodknop' om extreme huurstijgingen te verbieden of een zelfbewoningsplicht om zo huisjesmelkers af te schrikken. "Ik zit eigenlijk al anderhalf jaar te wachten, hartstikke zonde", zegt de Amsterdamse wethouder Laurens Ivens.
Rugdekking nodig van kabinet
Steden pogen op eigen initiatief excessen tegen te gaan, maar zeggen tegen NRC dat ze de landelijke dekking missen. "We proberen het nu op te lossen met lokale afspraken, maar ik reguleer de middenhuur (720 tot 1100 euro, red.) liever met wettelijke rugdekking", aldus Kees Diepeveen, wethouder in Utrecht.
De steden prijzen wel de andere aspecten van de woondeals, zoals de voorrang op subsidiesteun bij het bouwen van woningen. De Groningse wethouder Van der Schaaf benadrukt dat de woondeals geen structurele oplossingen zijn voor de problemen op de woningmarkt. Een volgend kabinet moet "de bal inkoppen".
Ollongren presenteerde in 2018 haar Nationale Woonagenda, waarmee zo'n 75.000 woningen per jaar gebouwd moeten worden tot 2025. In juni vorig jaar becijferde het ministerie van Binnenlandse Zaken dat er de komende tien jaar 845.000 nieuwe woningen bij moeten komen om te voorkomen dat het woningtekort verder oploopt.