Duizenden mensen willen helpen in de zorg, maar worden geweigerd
De meerderheid van mensen die willen helpen in de zorg om het zorgpersoneel in de coronacrisis te ontlasten, wordt afgewezen. En dat terwijl het tekort aan zorgpersoneel nijpend is. Dat werd goed zichtbaar in de eerste coronagolf en nu, in de tweede golf, is het probleem minstens zo groot. Meer zorgmedewerkers worden ziek en vallen uit na maandenlang onder hoge druk te hebben gewerkt.
Via het samenwerkingsverband 'Extra Handen voor de Zorg' van verschillende branche- en beroepsverenigingen in de zorg werden mensen in de eerste golf opgeroepen zich aan te melden als ze konden helpen.
Bijna 23.000 mensen deden dat, maar uiteindelijk zijn slechts 2800 van hen daadwerkelijk ingezet, bleek in december uit een rapport van de onafhankelijke commissie Werken in de Zorg onder leiding van Doekle Terpstra.
"Alle handen, geschoold of niet, zijn nodig", concludeerde de commissie. "We hebben alle handen nodig aan het bed", benadrukte ook Diederik Gommers, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care, in een oproep twee weken geleden. Maar waarom wordt er dan geen gebruikgemaakt van al die mensen die hulp aanbieden?
Ongeschikt en afgewezen
Het overgrote deel van degenen die zijn afgewezen is niet gekwalificeerd of geschikt genoeg. Zoals oud-verpleegkundige Esther Gervers. "Ik wilde de handen uit de mouwen steken en heb mijn agenda vrijgemaakt. Ik heb me aangemeld bij het landelijk meldpunt, bij een ziekenhuis en verpleeghuisorganisatie. Maar ik ben nog maar nul keer ingezet."
Ze denkt dat dat komt omdat ze niet de juiste papieren heeft en niet fulltime inzetbaar is. "Ik ben drie dagdelen beschikbaar en kan flexibel werken, ook in de avonden en weekenden. Wat mij betreft kan ik me dan ook nuttig maken. Ik kan onwijs veel doen: ik ken de structuren, de professionals en kan de verpleegkundige veel werk uit handen nemen."
In tegenstelling tot Gervers meldden zich ook veel mensen aan zonder medische ervaring, die graag ondersteunende werkzaamheden wilden verrichten. Maar de zorginstellingen hadden juist behoefte aan medisch geschoolde mensen. Ook wilden nieuwkomers alleen op bepaalde uren en in hun eigen omgeving werken, terwijl de opdrachtgevers mensen voor minimaal drie dagen vroegen.
"Een gemiste kans", noemde de commissie de gang van zaken. Bovendien zouden belangstellenden, door mee te draaien in de zorg, kunnen worden overgehaald om ook op lange termijn in de zorg te blijven werken.
Zorgbuddy's
Het Máxima MC in Veldhoven pakte het anders aan en begon een pilot met stewardessen die door de coronacrisis geen werk hebben. Zij worden nu ingezet als zorgbuddy's.
"We hebben iedere dienst een zorgbuddy rondlopen die ons ondersteunt, algemene werkzaamheden verricht, karretjes aanvult, patiënten vergezelt en dingen ophaalt zodat verpleegkundigen zich niet steeds hoeven uit- en aan te kleden", vertelt Femke van Sipdonk, verpleegkundige in het Máxima MC. "Het zijn maar kleine taken, maar het geeft ons meer ademruimte en tijd voor andere dingen. Dat geeft veel rust."
Een van die stewardessen is Patricia Hendriks. "We ondersteunen de verpleging, gaan naar het lab of de apotheek en ik rijd rond met de voedingskar. Ik noem die een trolley ja, en serveer lunch en diner uit, net als op mijn werk. Alleen het gangpad hier is wat breder."
Ze vindt het geen probleem dat ze 'niet-geschoold' is: "Het is voor mij een heel avontuur, een kijkje in een andere, heel nieuwe keuken. Ik vind het fijn om mensen aandacht te geven. In het vliegtuig zijn mensen blij om op vakantie te gaan, maar hier nemen ze zwaardere verhalen mee, hebben ze te maken met uitslagen en ziekte. Dan is het fijn om een praatje met ze te maken."
Goede match
De pilot begon in november met een stewardess per dag. Inmiddels is er een pool van 55 stewardessen, zeven dagen per week. "Het is niet voor iedereen weggelegd om in een ziekenhuis te werken. Ook al maakt een stewardess in de lucht van alles mee, het is anders om een patiënt te zien overlijden", zegt Femke de Bruin van zorgdetacheerder TMI. "Daarom gaan we in gesprek om in te schatten of het een goede match is. Ze moet zich prettig voelen bij het werk in de zorg." Potentiële nieuwe krachten krijgen scholing en e-learnings, zodat ze goed voorbereid aan de slag kunnen.
Doorslaggevend voor het succes is dat er vooraf draagvlak is gecreëerd bij de verpleegkundigen op de werkvloer, zegt De Bruin. "Zij kregen inspraak en konden aangeven wat hen zou ontlasten. Extra handen, mensen die gesprekken voeren met patiënten, gaven zij aan. Nu hebben ze ervaren hoe dat is, en dat is ze goed bevallen."
De zorg kijkt naar functies, niet naar taken. Dat moet anders.
Oud-verpleegkundige Gervers vindt de argumenten van ziekenhuizen om mensen af te wijzen begrijpelijk, maar ook frustrerend. Als ze via de media hoort dat het water de zorgprofessionals aan de lippen staat, doet dat haar pijn.
"Want ik zit op de bank klaar om te helpen, net als andere collega's. Dan gaat mijn zorgverlenershart wel kloppen en denk ik 'verdikkeme, we moeten op zoek naar creatieve oplossingen omdat de zorg piept en kraakt en zorgverleners moe zijn'. De zorg kijkt naar functies, en niet naar taken. Het is een star systeem dat juist nu wat flexibeler zou moeten zijn. We zitten langdurig in een acute crisis. We moeten toch iets kunnen verzinnen?"