Slachtoffers geweld Jeugdzorg kunnen schadevergoeding aanvragen
Wie slachtoffer is geworden van geweld in de jeugdzorg, kan sinds 1 januari aanspraak maken op een schadevergoeding. Het gaat om een financiële tegemoetkoming van 5000 euro.
De regeling is bedoeld voor kinderen die tussen 1945 en 2019 in een pleeggezin of instelling verbleven en daar slachtoffer werden van geweld of misbruik. De aanvraag kan tot december volgend jaar worden ingediend.
De compensatieregeling werd vorig jaar al aangekondigd. Eerder bood het kabinet excuses aan de slachtoffers aan. De overheid draagt namelijk verantwoordelijkheid voor jeugdzorg.
'Zwarte bladzijde'
Uit onderzoek is gebleken dat driekwart van de kinderen die na de Tweede Wereldoorlog in de pleegzorg zaten, te maken hadden gehad met fysiek, verbaal (vernedering of geestelijke mishandeling) of seksueel geweld. In die 75 jaar zaten naar schatting tienduizenden kinderen in de jeugdzorg.
In 2015 werd hoogleraar Micha de Winter door het kabinet gevraagd onderzoek te doen naar de jeugdzorg. De Winter sprak samen met collega-hoogleraren met meer dan duizend slachtoffers. Die gesprekken leidden tot een rapport van zo'n vijfduizend pagina's.
"Het ging niet om iemand die een keer een klap kreeg, maar om systematisch geweld", zegt De Winter. "We hebben er vier jaar aan gewerkt en ik ben er behoorlijk van geschrokken." Hij noemt het dan ook een zwarte bladzijde uit de geschiedenis.
Nieuwsuur sprak eerder met slachtoffers van de misstanden. Ze praten erover in de video hieronder:
De Winter: "De mensen die het geweld hebben meegemaakt, kwamen vaak al uit een thuissituatie waarbij problemen waren en soms geweld speelde. Die werden daar vervolgens nog eens aan blootgesteld."
Hij wijst erop dat dit voor veel slachtoffers "levenslang heeft doorgewerkt" en is dan ook blij dat er nu een regeling is. Erkenning door de overheid was een van de aanbevelingen uit het rapport.
Advocaat Richard Korver was eerder kritisch: hij vond het bedrag veel te laag en noemde het tegenover dagblad Trouw een belediging. Of de compensatie wat hem betreft voldoende is, laat De Winter in het midden. "Dat is aan de politiek en de samenleving."
Hoeveel mensen aanspraak zullen maken op de compensatieregeling, is volgens de hoogleraar lastig te zeggen. "Van de beginperiode zijn er niet veel meer in leven, maar het kan om heel veel mensen gaan."