Kabinet: basisscholen niet eerder open dan 18 januari
De basisscholen en kinderopvangcentra gaan niet eerder open. Dat heeft het kabinet besloten vanwege de hoge besmettingscijfers en de toenemende druk op de zorg. Dat betekent dat ze in ieder geval tot maandag 18 januari dicht blijven. Rond 12 januari wordt de situatie opnieuw bekeken en besloten of ze nog langer dicht moeten blijven.
De Tweede Kamer riep het kabinet eerder deze maand op om te kijken of de scholen, ondanks de lockdown, toch op 11 januari weer open zouden kunnen. De Kamer vreest grote onderwijsachterstanden bij leerlingen die toch al kwetsbaar zijn. Maar volgens het kabinet is er dus geen ruimte voor vervroegde openstelling.
Het besluit van het kabinet is gebaseerd op een advies van het Outbreak Management Team (OMT).
Minister Slob van basis- en voortgezet onderwijs had het liever anders gezien:
De basisscholen en kinderopvangcentra blijven wel open voor noodopvang voor kinderen van ouders met een cruciaal beroep. Ook kwetsbare kinderen kunnen nog fysiek les krijgen. Volgens minister Slob is het aan de scholen zelf om te bepalen voor welke leerlingen dat moet gelden. Voor de andere leerlingen geldt dat ze vanaf volgende week, als de Kerstvakantie voorbij is, onderwijs op afstand krijgen.
Advies: kinderen onder 12 testen
Ondertussen doet het OMT verder onderzoek naar de Britse variant van het virus, die is aangetroffen op een school in Bergschenhoek. Aan de hand van de uitkomsten van dat onderzoek gaat het kabinet kijken of er extra maatregelen nodig zijn voor het basisonderwijs. Het OMT adviseert nu om kinderen in de basisschoolleeftijd te testen als ze klachten hebben. Tot nu toe hoeft dat niet. Het kabinet wil daar volgende week meer over bekendmaken.
De Britse variant heeft volgens Slob geen doorslaggevende rol gespeeld bij het besluit van vandaag om de basisscholen voorlopig nog dicht te houden. "Het hoge aantal besmettingen en de druk op de zorg waren voldoende reden om de scholen niet te openen."