Gemeenten gaan zelf schulden opsporen om huisuitzettingen te voorkomen
Gemeenten moeten vanaf 1 januari verplicht persoonlijk contact zoeken met inwoners met schulden. Woningbouwcorporaties, zorgverzekeraars, waterbedrijven en energieleveranciers hebben beloofd om zo vroeg mogelijk signalen van betalingsachterstanden door te geven aan de gemeenten. Zo moeten problematische schulden worden voorkomen.
Deze methode om schulden in een vroeg stadium op te sporen wordt nu door bijna 80 van de 355 gemeenten ingezet, zegt een woordvoerder van schuldhulpkoepel NVVK. "Sommige gemeenten zijn nog een beetje aan het snuffelen, maar andere zijn al een paar jaar op grote schaal bezig."
Het leeuwendeel van de overige gemeenten doen er nu nog vrijwel niets mee. Terwijl de Rijksoverheid de 'vroegsignalering' als belangrijk onderdeel ziet van de schuldenaanpak.
Ondernemer Simon de Bake kampt al ruim tien jaar met schulden. In de video legt hij uit hoe de nieuwe methode hem had kunnen helpen:
Huisuitzettingen voorkomen
Een van de gemeenten die al serieus werken met vroegsignalering is Lingewaard. Daar belt schuldhulpverlener Hossein Shakeri elke maand onaangekondigd bij zo'n vijf à zes gezinnen aan om over hun vaak nog prille schulden te praten. "Het doel is om mensen vroeg in beeld te krijgen."
Het lijkt te werken in Lingewaard. Van de woningcorporatie kreeg Shakeri onlangs nog te horen dat het aantal huurachterstanden terugloopt.
In anderhalf jaar tijd heeft Shakeri vier of vijf mensen met problematische schulden naar de schuldverlening moeten doorsturen. In die tijd heeft hij ruim 120 Lingewaarders met beginnende schulden bezocht. "Het mooiste zou zijn als er op deze manier voorkomen is dat mensen uit hun huis gezet worden of de energie wordt afgesloten", zegt hij.
Privacy zorgt voor twijfel
Projecten in andere gemeenten laten de afgelopen jaren eveneens positieve resultaten zien. In Arnhem concludeerde de gemeente twee jaar geleden: "Cliënten van Vroeg Eropaf lossen significant sneller de schuld af." En uit een Amsterdamse studie bleek al in 2014 dat iedere euro die in het project werd geïnvesteerd een besparing voor de maatschappij opleverde van bijna 2,50 euro.
Toch zag lector Schuldpreventie en Vroegsignalering aan de HU Tamara Madern de afgelopen jaren terughoudendheid bij veel gemeenten en schuldeisers. "Er leefden veel vragen over privacy", zegt ze. "Mogen we deze gegevens wel uitwisselen, vroegen de gemeenten en schuldeisers af."
In een nieuwe wet is nu geregeld dat de uitwisseling van gegevens over betaalachterstanden tussen gemeenten en schuldeisers mag. Sterker nog: gemeenten moeten verplicht contact zoeken met hun inwoners als ze signalen over schulden krijgen. "Die helderheid is het grote voordeel van de nieuwe wet."
Brieven werken minder goed
Madern denkt niet dat in januari direct in alle gemeenten schuldhulpverleners op pad gaan om aan te bellen bij inwoners met betaalachterstanden. "Een deel van de gemeenten hebben dat echt nog niet georganiseerd. Dat heeft tijd nodig."
De coronacrisis kan de motivatie bij gemeenten bovendien verder dempen, denkt Madern. "Gemeenten zitten in een spagaat. Door corona verwachten ze toch al veel meer aanmeldingen bij de schuldhulpverlening. Als ze dan ook nog eens door vroegsignalering mensen eerder in beeld krijgen, kan het zo zijn dat ze niet genoeg capaciteit hebben voor de hulpverlening."
Madern verwacht dan ook dat sommige gemeenten brieven gaan sturen in plaats van huisbezoeken doen. En dat terwijl brieven minder goed werken, zegt Madern.
Ook Shakeri merkt dat persoonlijk bezoek het beste werkt. Sinds de hernieuwde lockdown kan hij niet meer langs de deuren. In plaats daarvan belt hij de Lingewaarders. "Ik merk dat mensen dan toch minder snel hulp aanvaarden. Ze hebben telefonisch wat meer argwaan."