Negen van tien grootste coronabrandhaarden zijn christelijke gemeente
In Nederland zijn momenteel negen van de tien grootste coronabrandhaarden een christelijke gemeente. Dat bevestigt het RIVM na berichtgeving door Trouw. Van de twintig gemeenten met de meeste besmettingen per honderdduizend inwoners zijn er veertien christelijk.
De top-10 gemeenten met de meeste besmettingen per honderdduizend inwoners tussen week 46 en week 50 bestaat uit Urk, Bunschoten, Altena, Wierden, Woudenberg, Rhenen, Veenendaal, Vught, Scherpenzeel en Zaltbommel. In de lijst staat ook de gemeente Vught, die niet gezien wordt als christelijk.
Als definitie van een christelijke gemeente hanteert het RIVM alle gemeenten waar de laatste verkiezingen meer dan 20 procent van de mensen SGP of ChristenUnie stemde. Dat zijn er bij elkaar 42.
Grote gezinnen
Epidemioloog Susan van den Hof van het RIVM zegt in Trouw geen duidelijke oorzaak te kunnen geven waarom christelijke gemeenten oververtegenwoordigd zijn in de lijst van brandhaarden, maar noemt wel een aantal mogelijke verklaringen. Een van die verklaringen is dat de gezinnen vaak veel groter zijn en mensen in deze dorpen vaak bij hetzelfde bedrijf werken. Op die manier kan het virus zich relatief snel verspreiden.
Ook scholieren dragen mogelijk bij aan de hoge besmettingsgraad. "Leerlingen van reformatorische scholen komen uit verschillende gemeenten bij elkaar en kunnen met hun reisgedrag voor een grote verspreiding zorgen", zegt Van den Hof in de krant.
Kerkbezoek wordt niet direct als oorzaak gezien. "Als iedereen zich aan de maatregelen houdt, afstand bewaart en na de dienst niet blijft napraten, zie ik er geen belangrijke risicofactor in", zegt Van den Hof.
RIVM: niet stigmatiseren
Hoe de besmettingen binnen een gemeente verdeeld zijn, weet het RIVM niet. "Maar het is aannemelijk dat de christelijke gemeenschappen de verklarende factor zijn, omdat het verband anders niet zo duidelijk was", zegt Van den Hof.
Een woordvoerder van het RIVM zegt tegen de NOS niet te willen stigmatiseren. "Maar we willen het wel benoemen. Dat hebben we eerder ook gedaan bij andere groepen met veel besmettingen, zoals jongeren en mensen die terugkwamen van vakantie."