'Sinds de eerste coronagolf hebben 10.000 minder jongeren een baan'
Aan het eind van de eerste coronagolf hadden 10.000 jongeren minder een baan dan in diezelfde periode vorig jaar, blijkt uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek en het Verwey-Jonker Instituut. Het gaat om banen van minimaal drie dagen per week.
Vooral mbo'ers die zijn afgestudeerd via de beroepsopleidende leerweg (bol), jongeren zonder startkwalificatie en uitvallers in het hoger onderwijs hebben sinds de eerste golf minder vaak werk. De baankansen liggen voor jongeren op dit moment nog wel hoger dan tussen 2011 en 2013, toen de vorige economische crisis was.
Concurrentie van hogeropgeleiden
Mbo'ers die op het niveau 2 van de beroepsopleidende leerweg zijn afgestudeerd kunnen het lastigst werk vinden. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om studies in de administratieve dienstverlening, detail- en groothandel en mediatechniek. Daarnaast zijn de baankansen van meerdere studies op niveau 3 en niveau 4 ook geslonken, denk aan vliegtuigtechniek, verzorging en horeca. Dat is mede te verklaren door de eerste lockdown.
Afgestudeerden van opleidingen die al voor de coronacrisis weinig baankansen boden, lijken volgens de onderzoekers nog harder te zijn getroffen door de coronacrisis dan andere afgestudeerden. Het zijn deels banen die al 'last' hadden van de digitalisering; dat proces is alleen maar versneld doordat bijna iedereen ging thuiswerken door corona. Daarnaast krijgen deze afgestudeerden op de weinige vacatures die er zijn nu ook concurrentie van hogeropgeleiden.
Volgens Bas ter Weel van SEO Economisch Onderzoek kunnen deze jongeren het beste kijken naar een nieuwe stap. "Als je vol verwachting de markt op komt en je wordt hiermee geconfronteerd, is dat een harde les", zegt hij. "Ik denk dat die mensen eerst getroost moeten worden en daarna opnieuw moeten beginnen. Jongeren zitten vaak vol energie en zijn eenvoudig om te scholen."
De baankansen van studenten die een diploma hebben in de beroepsbegeleidende leerweg van het mbo en het hoger onderwijs zijn minder hard gedaald, maar er zijn per opleiding wel grote verschillen. Zo is er weinig werk voor mensen die net afgestudeerd zijn in hbo-opleidingen als mode en industriële vormgeving, marketing en communicatie en journalistiek.
Aan de universiteit gaat het om studies kunst, taal en cultuur en opleidingen in de sociale en maatschappijwetenschappen. Dit zijn vakgebieden die vaker minder in trek zijn als het niet goed gaat met de economie.
De ongelijkheid tussen jongeren met en zonder migratieachtergrond is in de eerste maanden van de coronacrisis ook toegenomen. "Jongeren met een niet-westerse migratie-achtergrond kiezen vaak voor opleidingen die het al minder goed doen, met name administratieve beroepen" zegt Ter Weel. "Je ziet dat zij daardoor extra last hebben van deze coronacrisis."
Doorstuderen
De onderzoekers blijven afgestudeerde jongeren komende maanden volgen. De verwachting is dat de volgende lichting het nog zwaarder gaat krijgen. "Die mensen komen midden in een crisis de arbeidsmarkt op en we weten dat dat niet fijn is", zegt Ter Weel. "Deze mensen hebben wel een andere optie dan de huidige generatie: doorstuderen. In de vorige grote recessie deden ook meer mensen dat."