Anne Terpstra tijdens een training op het WK-parcours in Leogang
NOS Wielrennen

Maandenlang kampte ze met coronaklachten, nu is Terpstra WK-favoriet

"Ik hoop het niet nog een keer te krijgen, want het was hélémaal niet leuk." Anne Terpstra drukt zich voorzichtig uit. Van alle sporters die het coronavirus opgelopen hebben, lijkt de mountainbikester er het meeste last van te hebben gehad. Twee maanden lang kon ze niets doen. "Het ging echt slecht met mij."

Toch behoort ze zaterdag, vijf maanden na haar ziekte, tot een van de favorieten op het wereldkampioenschap mountainbike in het Oostenrijkse Leogang.

Terpstra kan, als alles meezit, zelfs winnen. Maar dat ze aan de start staat, dat had ze lange tijd niet durven dromen. "Absoluut niet."

Terpstra kampte maandenlang met corona: 'Het ging echt slecht met mij'

Eind maart liep ze het virus op, tijdens een trainingskamp in Zuid-Afrika. Eerst had ze het niet door, maar eenmaal in het vliegtuig terug naar Nederland begon ze zich ellendig te voelen. En het ging thuis niet snel over. "Bij een trap oplopen was ik al buiten adem."

In die periode was in ons land nog niet alles over het virus bekend. "Je kon je toen ook niet zo makkelijk laten testen. Toen we veel later wel een test hebben gedaan, bleek dat het inderdaad corona was."

Wekenlang had de 29-jarige Zeeuwse, die in 2019 net naast een medaille greep op de WK, weinig tot geen energie. "Het ging echt slecht met mij." Ze was vaak heel moe, had hoofdpijn. Haar longen voelden aan alsof ze net wedstrijden had gereden bij een temperatuur van -3.

"Het was een branderig gevoel. Een kleine inspanning was voor mij al een hele grote. Ik kon eigenlijk helemaal niks. Het hoogtepunt van mijn dag was soms een halfuurtje wandelen."

Ze probeerde in april en mei langzaamaan weer op een fiets te stappen, maar telkens kreeg ze een terugslag. "Ik kwam niet vooruit. Als ik het dan een halfuurtje had geprobeerd, was ik voor de rest van de dag uitgeteld. Mijn saturatie (de waarde die aangeeft hoeveel zuurstof er naar je bloed gaat, red.) bleef ook lager dan ik gewend was."

Het was in die tijd dat ze zichzelf af begon te vragen of ze ooit nog wel topsporter kon zijn. "Ik was bang dat ik niet meer op het oude niveau terug zou kunnen keren. Het was een superspannende periode."

Anne Terpstra tijdens een training op het WK-parcours in Leogang

"Ik had het met mijn trainer over de WK die naar oktober verschoven werden. Maar naar mijn idee was het destijds onmogelijk daar nog fit voor te worden. Als je lichaam niet wil, kom je er niet."

Diezelfde trainer, Guido Vroemen, forceerde ten slotte een doorbraak. Hij stelde een trainingsprogramma van een week lang duurtrainingen op, waarmee Terpstra haar lichaam kon prikkelen. "Het ging tegen mijn gevoel in. Mijn lichaam wilde het ook helemaal niet."

"Maandag begon ik met vier uur, dat ging nog wel maar ik was daarna helemaal kapot. Dinsdag dacht ik: mijn god, hoe moet ik de week doorkomen? Maar op woensdag voelde ik me ineens beter dan de dag ervoor. Vanaf toen ging het de goede kant op."

Met kleine stapjes werd het beter, kon ze haar longen weer meer belasten. En heel langzaam kwam ze terug op een niveau waarop ze weer aan topsport kon gaan denken.

Terpstra over WK-parcours: 'Het is een bende en loeizwaar'

Waarom zij zo lang met het virus kwakkelde, weet de moutainbikester niet. "Of het wel allemaal door corona kwam? Ja, ik zou niet weten wat het anders had moeten zijn." Testen wezen later ook uit dat het alleen maar door het virus kon komen.

Toen de eerste wedstrijden in de zomer weer dichterbij kwamen, zat Terpstra al snel dicht tegen haar oude niveau aan, het niveau van een wereldbekerwinnares. "Die gedwongen rustperiode van acht weken was zoveel langer dan mijn lichaam gewend was. Maar toen ik eenmaal weer helemaal belastbaar was, heb ik wel het gevoel dat ik er een schepje bovenop kan doen. Misschien ben ik zelfs wel beter dan ervoor."

Goede comeback

Terpstra heeft de eerste overwinningen al achter de rug. Ze werd al Nederlands kampioen en in de internationale wedstrijden streed ze vaak tegen Pauline Ferrand-Prévot, haar voornaamste concurrente zaterdag.

Ze hoopt dat ze haar eerste WK-medaille kan pakken. Vorig jaar greep ze er net naast, werd ze vierde. "Maar dit is een speciaal jaar. Ik ben al heel blij dat er een protocol is opgesteld door de organisatie en dat we nog een WK kunnen rijden."

En over de (nog altijd voortdurende) dreiging van het virus: "Ik doe er alles aan om ervoor te zorgen dat ik het niet weer krijg, want het was écht helemaal niet leuk."

Milan Vader

Advertentie via Ster.nl