Nederland overlegt over missie Mali, trainingsmissie Irak gestopt
Nederland overlegt met de VN of het opnieuw een bijdrage kan leveren aan de missie in Mali. Het gaat om de levering van een militair transportvliegtuig voor een half jaar, vanaf november 2021. Er zal ook een aantal militairen worden meegestuurd.
Minister Bijleveld schrijft in brief aan de Tweede Kamer dat er in het Afrikaanse land een voortdurende behoefte is aan luchttransport. Sinds 2016 voorzien Denemarken, Portugal, België en Zweden hier om beurten in. Het kabinet onderzoekt of Nederland ook mee kan draaien in dit rotatieschema.
Bijleveld meldt in haar brief ook dat Nederland is gestopt met de trainingsmissie in Irak. Begin dit jaar waren er nog ongeveer twintig trainers in het land. Zij zijn in verband met corona in april teruggekeerd naar Nederland. Sindsdien heeft het kabinet geconstateerd dat er in deze fase van de strijd tegen IS meer behoefte is adviseurs dan aan trainers.
Daarom wil Nederland nu vijf tot tien stafofficieren sturen, die veiligheidsinstituties en het Iraakse ministerie van Defensie gaan adviseren, bijvoorbeeld over het plannen, voorbereiden en uitvoeren van operaties. "Op deze manier helpt de internationale anti-IS-coalitie de Iraakse strijdkrachten verder op eigen benen te staan en kan de jarenlange trainingsinzet van onder andere Nederland op een duurzame manier worden geborgd."
Luchthaven Erbil
Er ligt nóg een aantal verzoeken, schrijft de minister. Zo heeft het militaire hoofdkwartier van de anti-IS-coalitie verzocht om een bijdrage aan de militaire beveiliging van het vliegveld in Erbil vanaf dit najaar tot en met in elk geval 1 mei 2021. Verder wil België dat Nederland nog een keer meedoet aan de bescherming van het Belgische F-16-detachement dat vanuit Jordanië operaties in Irak uitvoert.