OM stopt met geurproef door honden

Geurproeven door honden worden niet langer gebruikt als bewijs in een strafzaak. Het Openbaar Ministerie vindt dat er onvoldoende wetenschappelijke basis is.

Bij de geurproef ruikt de hond aan bijvoorbeeld een moordwapen. Daarna moet het dier langs een rij met stalen buisjes, waarvan er twee zijn vastgehouden door de verdachte. Als de hond tot twee keer toe de geur van de verdachte herkent, kon het als bewijs worden gebruikt.

Omstreden

De proef is al langer omstreden, en leidde bij tientallen zaken tot een herzieningsverzoek. Zo bepaalde de Hoge Raad in 2003 dat het proces in de Deventer moordzaak over moest vanwege de onbetrouwbaarheid van de geurproef.

Na onderzoek van de TU Delft heeft het OM nu besloten van de geurproeven af te zien. Gebleken is dat ze gevoelig zijn voor fraude. De hondengeleiders mochten niet weten welke buisjes verdacht zijn, maar in de praktijk waren ze hiervan vaak wel op de hoogte. Hierdoor kunnen de honden bewust of onbewust een bepaalde richting op zijn gestuurd.

Oud-hoogleraar geur- en smaakperceptie Jan Frijters verzette zich jaren tegen de geurproef. Hij vindt dat alle zaken waarbij de proef als bewijs diende voor een veroordeling opnieuw moeten worden bekeken.