Bedreigd przewalskipaard gekloond uit 'bevroren dierentuin'
Een Amerikaanse dierentuin is erin geslaagd een przewalskipaard te klonen uit genetisch materiaal dat al veertig jaar lang ingevroren was. Volgens de wetenschappers kan dit een belangrijke innovatie zijn in fokprogramma's: het nieuwe veulentje betekent meer genetische diversiteit voor zijn bedreigde soort.
De hengst kwam op 6 augustus ter wereld bij een paardenkloonbedrijf in Texas. Het genetische materiaal dat in 1980 van een soortgenoot was afgenomen, was daar in een donoreicel gestopt. Die eicel werd vervolgens bij een gewone merrie ingebracht, waarna het uitgroeide tot het veulen.
Het is volgens het kloonbedrijf de eerste keer dat een przewalskipaard is gekloond. Ook is het pas de tweede bedreigde diersoort waarbij dat gebeurt: in 2003 was de primeur voor de banteng, een wild rund.
Het veulentje is Kurt genoemd, naar een van de oprichters van de Frozen Zoo van San Diego. In die diepgevroren dierentuin zijn 10.000 genetische monsters van duizend verschillende diersoorten opgeslagen. Daaronder zijn bedreigde diersoorten als przewalski's, reuzenpanda's en het jachtluipaard, en ook een uitgestorven vogelsoort, de po'ouli.
Het przewalskipaard, vernoemd naar de Poolse kolonel die de paardensoort in 1878 ontdekte, stierf in de jaren 60 uit in het wild. Ook in dierentuinen waren er op een gegeven moment nog maar twaalf van in leven.
Een Nederlandse stichting zette een succesvol fokprogramma op met verschillende dierentuinen. Onder meer in Natuurpark Lelystad werden de dieren voorbereid op een terugkeer in het wild.
Inmiddels zijn er in China en Mongolië weer enkele wilde kuddes. Met nog geen 2000 exemplaren wereldwijd blijft de soort echter kwetsbaar. Omdat inteelt nog steeds een probleem kan zijn op zo'n kleine populatie, is de introductie van het nieuwe veulentje goed nieuws.
Als Kurt niet meer bij zijn draagmoeder drinkt, wordt hij overgebracht naar San Diego. Over vijf tot tien jaar kan hij dan worden ingezet voor het fokprogramma.