Een kokkel
In samenwerking met
Omroep Zeeland
NOS Nieuws

Na 13 jaar weer kokkelvissen op Oosterschelde: 'Bijzonder, zo dicht bij huis'

Voor het eerst in jaren mogen Zeeuwse kokkelvissers weer in hun 'eigen water' aan het werk: op de Oosterschelde, in plaats van op de Waddenzee.

"Ik heb het bedrijf drie jaar geleden van mijn vader overgenomen. Zelf heb ik nog nooit op de Oosterschelde mogen vissen. Voor mijn vader is het achttien jaar geleden. Het is heel bijzonder, zo dicht bij huis vissen", zegt kokkelvisser Jan Quist tegen Omroep Zeeland.

Er is zo'n dertien jaar niet op kokkels gevist in de Oosterschelde, zegt Bert Keus van de Vereniging van Handkokkelvissers. In de paar jaar ervoor gebeurde het wel, maar heel weinig, zegt de provincie.

Het vissen kon lange tijd niet omdat er niet genoeg kokkels waren. Scholeksters leven in de winter voornamelijk van kokkelvlees. Vissers mogen alleen aan de slag als er genoeg overblijft voor de vogels.

Elke scholekster heeft 165 kilo kokkelvlees nodig. Als er meer kokkels zijn dan de vogels nodig hebben, dan is er nog ruimte voor vissers.

Karin Troost, onderzoeker

De Wageningen Universiteit houdt bij hoeveel kokkels er in de Oosterschelde zitten. "Elk jaar nemen we monsters. Op basis van die monsters schatten we hoeveel kokkels er zijn. Elke scholekster heeft 165 kilo kokkelvlees nodig. Als er meer kokkels zijn dan de vogels nodig hebben, dan is er nog ruimte voor vissers", zegt onderzoeker Karin Troost.

Veel zaadval

Er blijven nu veel kokkels over voor vissers doordat er in 2018 ineens veel zaadval was onder kokkels. Mogelijk komt dat doordat er meer zoet water naar de Oosterschelde stroomt dan voorheen, zegt Bert Keus van de Vereniging van Handkokkelvissers. Veel van de dieren die nu worden gevangen zijn twee jaar oud.

In Nederland is de mechanische kokkelvisserij verboden. Er mag alleen handmatig worden gevist. "Naar de sportschool hoef ik nooit, want het is best zwaar werk", zegt kokkelvisser Jan Quist.

De dieren worden met behulp van een soort hark, waaraan een net is bevestigd, uit de bodem gezeefd. Bij op- of afgaand tij gaan de vissers in een waadpak een zandplaat op om te vissen, net zo lang totdat er nog maar een laagje water over is, is te zien bij Omroep Zeeland. Quist: "We zijn heel erg afhankelijk van de stand van het water. Het kan niet te hoog en niet te laag zijn."

Gevoelig voor warmte en voor kou

In Nederland zijn iets meer dan dertig kokkelvissers, van wie bijna de helft Zeeuws is. Volgens de provincie hebben zo'n twintig kokkelvissers toestemming om op de Oosterschelde te werken. Daar zijn allerlei voorwaarden aan verbonden.

Omdat kokkels vrij gevoelig zijn voor te warm of te koud weer, kan het ook zomaar zijn dat er ineens weer te weinig kokkels zijn om te blijven vissen in de Oosterschelde. Bij oversterfte moeten de vissers weer stoppen.

Advertentie via Ster.nl