ATS: hoe nieuwe slow-motion van de NOS Jan Raas bijna de wereldtitel kostte
Het WK wielrennen in Valkenburg in 1979 had alle elementen van een koningsdrama. Jan Raas is de torenhoge favoriet. Hij is geobsedeerd door de regenboogtrui en laat niets aan het toeval over.
Voor de NOS is het WK het evenement van het jaar. De omroep haalt alles uit de kast. Martijn Lindenberg, de eigenzinnige maar buitengewoon vakkundige regisseur heeft een extra vaste camera neergezet op de Cauberg. En hij heeft nog een foefje, dat in 1979 nog nauwelijks werd gebruikt: slow-motion.
Het blijkt een explosieve combinatie.
Boerenzoon Raas uit het Zeeuwse 's Heerenhoek is in die jaren iemand om rekening mee te houden. Dat voorjaar wint hij de Ronde van Vlaanderen en voor de derde keer de Amstel Gold Race, grotendeels over hetzelfde parcours als het WK later dat jaar.
"Raas was de ploegleider op de fiets", vertelt Henk Lubberding, toen nog een jonge, onstuimige hardrijder. Van Raas leerde hij de kneepjes van het vak. "Hij zat erbovenop, een beetje van zich af te toeteren. In de koers was hij altijd aan het commanderen."
Knetemann wereldkampioen, maar Raas is woedend
De obsessie van Raas met het WK in eigen land begint een jaar eerder op de Nurbürgring. Op het Duitse racecircuit wordt niet hij, maar ploeggenoot Gerrie Knetemann wereldkampioen. In de slotronde rijdt Knetemann samen met Francesco Moser weg uit het peloton en verslaat hij de rappe Italiaan tegen alle verwachtingen in met een banddikte verschil.
Nederland juicht, maar Raas is razend. In zijn ogen heeft Knetemann een onvergeeflijk risico genomen door met Moser naar de streep te rijden. "Op de weg terug naar het hotel liet hij van zich horen", vertelt Lubberding. "D'r wordt er volgend jaar maar eentje wereldkampioen in Valkenburg en dat is Jantje Raas."
In aanloop naar het WK botert het niet tussen de Nederlandse renners en de NOS. Een paar weken eerder heeft de publieke omroep melding gemaakt van een positieve plas van volksheld Joop Zoetemelk in de Tour de France. Klein bier, vinden de renners. Een bedrijfsongevalletje.
Met name Raas is woedend over de wijze waarop het nieuws naar buiten is gebracht. Onder leiding van zijn ploegleider Post sluiten de renners de gelederen. Niemand spreekt meer met de NOS.
Ook NOS-regisseur Lindenberg kent de verhoudingen in het peloton: "Raas is de baas".
'Broekpakken': iedereen doet het
Op 27 augustus 1979 staan 200.000 Nederlanders langs het parcours in de heuvels van Zuid-Limburg. De meesten aan de voet en op de Cauberg. Daar zien ze de renners keer op keer naar boven zwoegen op grote verzetten. Ze schreeuwen hun helden naar boven. Liefst zouden ze Raas en zijn mannen naar boven duwen, maar dat gaat niet.
Het hoeft ook niet. Want de renners hebben zelf hun manieren om de kopmannen uit de wind te houden. Een duwtje hier, een handje daar. Echt populair is het broekpakken: de kopman legt zijn hand op de heup van zijn voorganger en trekt zich naar voren. Hoppa, weer een gratis meter zonder te hoeven trappen. En weer gaat de hand naar de heup van een helper.
De vaste camera van de NOS legt alles vast. Het gaat snel, maar oplettende kijkers zien hoe de Italiaanse kopmannen Moser en Saronni zich naar boven laten slepen, de Belg Willems een zetje krijgt en dat de Duitse kopman Thurau zich afzet op een ploegmaat. Maar de camera's van de NOS zijn vooral gericht op de topfavoriet in het Oranje: Jan Raas.
Nu komt de slow-motion van pas. We horen Mart Smeets nog zeggen: "Kijk, daar gaat de linkerarm van Raas". En even later: "Dit is uitstekend gedaan."
Zo gaat dat in het peloton in die jaren. Wie in de finale mee wil strijden, moet onderweg zo min mogelijk energie verspelen. Iedereen doet het. Maar nooit eerder werd het zo goed in beeld gebracht. "Een keer heb ik het herhaald", zegt regisseur Lindenberg stellig. "Niet vijf keer, niet tien keer. Een keer. Maar we zouden toch aan heel slechte televisiejournalistiek doen als we het niet zouden laten zien."
De Nederlandse regisseur beseft al gauw dat hij zo de wereldtitel van Raas in de waagschaal legt. Ook de wedstrijdjury heeft de beelden gezien. Er wordt op de deur van de regiewagen geklopt. "Ze wilden de beelden zien", vertelt Lindenberg. "Ik zei: dat is niet aan de orde. We zijn geen politieagent."
Ook Jean Nelissen krijgt bezoek van de jury op zijn commentaarpositie. De Limburgse wielerman ruikt onraad en stuurt snel een assistent met een briefje naar het parcours. "Nu stoppen, anders wordt Raas uit koers gehaald."
Raas pokert en wint!
De boodschap komt aan bij Post, die even later in de auto achter de kopgroep rijdt. Raas zit erbij, net als Lubberding. Hij is nerveus en twijfelt of zijn versnelling wel groot genoeg is om de sprint te winnen.
Maar als de Fransman André Chalmel kort voor de finish demarreert is hij de rust zelve. Raas wacht af. Hij pokert.
Lubberding sprint nog naar de vijfde plaats. Als hij Raas passeert, slaat de kersverse wereldkampioen de rond hem zwermende journalisten van zich af om zijn geluk met zijn ploegmaat te delen.
Diepe indruk maakte het op Lubberding. "Iedereen dacht dat hij zo'n koele Zeeuw was met dat gebulder en getier. Maar nee, hij is echt een geweldig mens. In mijn ogen is Raas de beste Nederlandse wielrenner die we ooit hebben gehad."
Twee dagen na het WK rijden ze samen een kermiskoers in België. Raas wordt uitgejouwd. Hij haalt zijn schouders erover op.
Na zijn wereldtitel bouwt Raas verder aan zijn indrukwekkende palmares. Als hij stopt prijken daar monumenten als Milaan-Sanremo, Parijs-Roubaix en de Ronde van Vlaanderen (twee keer) op.
Hij wint tien etappes in de Tour, die hij alleen in 1978 uitreed want de bergen vond hij zonde van de inspanning. In de Amstel Gold Race, na zijn vijfde zege omgedoopt tot de Amstel Gold Raas, is hij niet te kloppen. De Cauberg was jarenlang zijn domein.
Een paar weken na de titelstrijd in Valkenburg wordt de strijdbijl begraven met de NOS. "Raas won omdat hij de slimste was", vindt Lindenberg nog altijd. "En zo word je wereldkampioen."