Winst van ING gekelderd, grote stroppenpot voor coronategenvallers
ING heeft het afgelopen kwartaal harde klappen moeten incasseren vanwege de coronacrisis. De bank maakte weliswaar nog zo'n 300 miljoen euro winst, maar dat was bijna 80 procent minder dan in dezelfde periode vorig jaar.
De aanzienlijk lagere winst kwam voor een groot deel door de grote hoeveelheid geld die de bank opzij heeft gezet voor leningen die mogelijk niet meer door klanten worden terugbetaald. ING zette daarvoor 1,3 miljard euro extra opzij, bijna 5,5 keer zoveel als in dezelfde periode vorig jaar.
Een groot deel daarvan heeft volgens topman Steven van Rijswijk te maken met nieuwe boekhoudkundige regels die de bank meer dan voorheen dwingen alvast geld opzij te zetten als de bank verwacht dat de economie de komende tijd slecht draait.
Volgens Van Rijswijk zijn de wanbetalingen op leningen tot nu toe nog beperkt gebleven. "De overheid heeft goed geholpen met allerlei payment holidays, uitstel van betalingen. Die lopen af in de tweede helft van het jaar. Dan pas kun je zien wat de impact is van het coronavirus op onze klanten."
Van de 18 miljard euro aan uitgestelde afbetalingen heeft de bank inmiddels meer dan 1 miljard euro weer teruggekregen. Van Rijswijk verwacht dat het komende halfjaar spannender wordt. "We staan nog maar aan het begin. In een aantal sectoren zien we weer verbetering, maar in sectoren zoals de horeca of de reisbranche blijft het lastig. Dus daar zullen een aantal klanten in de problemen komen."
Optimistische topman
In het eerste kwartaal pakte de winst van ING ook al flink lager uit door extra geld dat opzij gezet moest worden. Toen ging nog 661 miljoen euro naar de stroppenpot. Dat de voorzieningen voor slechte leningen flink zijn opgelopen, komt volgens ING onder meer door "enkele grote dossiers" in Duitsland, Noord- en Zuid-Amerika, Azië en Nederland. Om welke klanten het gaat, wordt niet naar buiten gebracht.
ING maakte vorige week ook al bekend circa 300 miljoen euro af te moeten schrijven. Die boekhoudkundige ingreep is nodig, omdat bepaalde bezittingen op de balans door de coronacrisis een stuk minder waard zijn geworden.
Toch lukte het de bank om de baten afgelopen kwartaal op peil te houden, op zo'n 4,7 miljard euro. Topman Van Rijswijk, nog maar kort de hoogste baas van ING, benadrukt dat de bank ondanks de omstandigheden de rente-inkomsten maar licht zag terugvallen vergeleken met dezelfde periode vorig jaar.
Ook kreeg ING meer geld binnen uit diensten voor bijvoorbeeld beleggers op de financiële markten. Afgezien van de genomen voorzieningen ging het daarom nog best goed met de bank, vindt Van Rijswijk.
Wirecard
Een andere reden waarom ING de afgelopen maanden nog geld opzij moest zetten, is dat er een 'externe' fraudezaak speelt. Om welke zaak het gaat, zegt de bank niet. Mogelijk draait het om Wirecard, een groot Duits online betalingsbedrijf dat in opspraak is geraakt vanwege grootschalige fraude met de boekhouding. Het bedrijf heeft inmiddels faillissement aangevraagd.
Het bedrijf leent geld van ING, maar of de fraudezaak die in het verslag van de bank genoemd wordt inderdaad om Wirecard draait, kan Van Rijswijk desgevraagd niet zeggen. "Ik doe geen uitspraken over individuele klanten. Maar u leest de krant ook. Wij lezen die ook en we hebben inderdaad een significante voorziening genomen op een grote klant."