Strade Bianche: Van der Poel schrikt van hoogtemeters, Van Aert wil winnen
"Het landschap waarin we koersen. De unieke grindwegen. De finish is bijzonder. Ik denk dat het in korte tijd een van de mooiste koersen van het jaar is geworden." De ogen van Wout van Aert stralen als hij praat over Strade Bianche.
Er zijn minder aansprekende koersen te bedenken om de WorldTour te hervatten na de coronapauze. Maar het virus is niet weg. En dus heerst er behalve verlangen naar de koers vooral veel onzekerheid rond het profpeloton.
Dat is tegenwoordig opgedeeld in bubbels, groepjes renners die zo min mogelijk contact met de buitenwereld hebben. En dat heeft zijn weerslag op de voorbeschouwingen. De een levert zelf zijn interview aan. De ander houdt een videoconferentie. En in een enkel geval mogen buitenstaanders heel even de wielerbubbel in.
In de bubbel
Zo toog NOS-verslaggever Han Kock met mondkapje en hengelmicrofoon naar het onderkomen van Jumbo-Visma. Daar zat Van Aert op een stoel in de idyllische tuin van het Toscaanse landhuis vragen te beantwoorden.
Zoals, hoe is het in de bubbel? "Goed", antwoordt Van Aert, terwijl hij schielijk om zich heen kijkt. "Best aangenaam eigenlijk."
"Ik kijk er enorm naar uit om weer te doen wat een wielrenner behoort te doen: koersen", aldus Van Aert. "En ik denk niet dat ik de enige ben."
"Er is veel veranderd. We zitten nu ver van elkaar. Ik heb coronatesten moeten doen om hier te komen", somt Van Aert op. "Ik denk dat we er alles aan doen om het haalbaar te maken, maar het blijft een evenement. Er zullen altijd mensen komen kijken. En daar sluipt het gevaar in."
In zijn geboorteplaats Herentals, provincie Antwerpen, is sinds kort zelfs een avondklok van kracht. "De tweede golf is sneller op gang gekomen dan iedereen had verwacht", verzucht Van Aert. "Ik dacht dat het wielerseizoen kon worden voortgezet zoals gepland, maar daar moet nu alweer een vraagteken bij. Ik hoop dat we veel kunnen koersen."
Van der Poel blijft op afstand
Bij de ploeg van Mathieu van der Poel doen ze het anders. In zijn bubbel wordt niemand toegelaten. Alleen vragen van journalisten dringen door tot de bubbel en worden gesteld door een medewerker van de ploeg.
Niets mag het debuut van Van der Poel in Strade Bianche in de weg staan. "Het is lastiger dan het op tv lijkt", vertelt Van der Poel, die bijna vanzelfsprekend tot favoriet is uitgeroepen. "Ik verschoot toch wel een beetje van de hoogtemeters. En ook de gravelstreken lijken er op tv redelijk bij te liggen, maar er liggen toch wel redelijk slechte stroken tussen."
Podium
Van Aert weet er alles van. Hij werd in de laatste twee edities derde. Maar dat was in de maartse modder en niet bij veertig graden in volle zomer.
En het was voor zijn gruwelijke val in de tijdrit van Pau in de Tour de France. Na zijn revalidatie reed hij een paar veldritten en bij zijn rentree in Omloop Het Nieuwsblad werd hij elfde. Toch denkt Van Aert maar aan een ding in Strade Bianche: winnen. "Ja natuurlijk. Ik heb hier twee keer op het podium gestaan. Dit is mijn derde deelname. Dan zou het raar zijn om niet aan winnen te denken."
Zwalkend naar boven
Bij zijn debuut in 2018 capituleerde Van Aert pas in de steile klim naar de Piazza del Campo in Siena. De beelden van de zwalkende Belg, die na een magistrale wedstrijd zelfs even van de fiets moest om boven te komen, staat bij wielerfans in het geheugen gegrift.
Van der Poel kent de beelden. "Het is enorm steil in het centrum en daarvoor loopt het ook al omhoog. Als ik daar met de lichtgewichten moet beginnen, dan wordt het heel lastig om het nog af te maken. En om er daarvoor vanaf te raken, wordt ook moeilijk. Het is een enorm lastige wedstrijd."
Wie er wint? "Goede vraag. We zien het zaterdag."