Naamsverandering en confederatievlag: verhit racismedebat in Amerikaanse sport
Voor de oorspronkelijke bewoners van de Verenigde Staten en veel andere Amerikanen was het al jaren een doorn in het oog, maar veel fans waren er juist trots op: de naam en het logo van de Washington Redskins. 'Roodhuiden' is al eeuwen een racistische scheldnaam voor native Americans. Maar de American footballclub was doof voor hun protesten.
"We zullen nooit de naam van de club veranderen", zei eigenaar Dan Snyder een paar jaar geleden nog. "Onze fans begrijpen deze fantastische traditie en daar draait het allemaal om. We zullen nooit de naam veranderen. NOOIT - en dat kun je in hoofdletters schrijven."
De Washington Redskins hebben decennia onder vuur gelegen voor hun racistische verleden en dat beperkte zich niet alleen tot de naam en het logo. De oprichter van de club, George Preston Marshall, was een voorstander van rassenscheiding. Tot begin jaren 60 verzette hij zich tegen het opnemen van zwarte spelers in zijn team. Pas na druk van de federale regering ging hij overstag. De Washington Redskins waren de laatste NFL-club die zwarte spelers accepteerde.
Nu toch naamsverandering
Na de massale protesten van Black Lives Matter van de afgelopen weken, komt er nu een afrekening met dat verleden. Eerder deze week besloot de club onder zware druk van aandeelhouders, sponsoren en activisten de naam te veranderen.
Die veranderingen gaan verder dan alleen de Washington Redskins. De dood van George Floyd in Minneapolis heeft geleid tot een verhit debat over racisme in de Amerikaanse sport. De knie die de agent op de nek van George Floyd zette, leidde tot een hernieuwde discussie over die andere knie.
In het seizoen van 2016 knielde NFL-speler Colin Kaepernick tijdens het spelen van het Amerikaanse volkslied om zo te protesteren tegen politiegeweld. Hij werd toen door veel fans verguisd, inclusief de president. "Als iemand onze vlag beledigt zou het toch geweldig zijn als de clubeigenaren deze klootzak van het veld sturen", zei Trump in 2017.
Mede onder druk van Trump besloot de NFL het knielen te verbieden. Kaepernick werd uitgekotst door de NFL en zijn contract werd niet verlengd. Hij is nooit meer aan de bak gekomen als speler.
Vier jaar later is het de NFL die door de knieën gaat. "Wij, de National Football League, veroordelen racisme en de systematische onderdrukking van zwarte mensen", zei NFL-baas Roger Goodell vorige maand in een reactie op Floyds dood. "Wij erkennen dat we fout zaten door niet te luisteren naar onze spelers. Wij moedigen alle spelers aan hun stem te laten horen en vreedzaam te protesteren."
Massale steun aan Black Lives Matter
Dit bleef niet beperkt tot het American football. Voetbalclubs van de Major League Soccer betuigden massaal hun steun aan het protest. Spelers van clubs knielden bij aanvang van de wedstrijd met de gebalde vuist in de lucht.
Bij Nascar riep de enige zwarte coureur van deze racecompetitie, Bubba Wallace, op tot een verbod van de omstreden confederatievlag, een symbool van slavernij. Nascar had jaren eerder al geprobeerd confederatievlaggen te weren, maar na fel verzet van fans uit vooral zuidelijke staten kwam daar niets van terecht.
Dit keer gaf Nascar wel gehoor aan de oproep van Wallace. Opnieuw lieten sommige fans blijken dat ze hier niet van gediend zijn, maar bij Nascar sloten de rijen. Voor de start van een race in Talladega duwden alle coureurs de wagen van Wallace om steun te betuigen aan hun zwarte collega.
Dit gevecht tegen racisme gaat niet zonder slag of stoot. President Trump vindt het verbod op confederatievlaggen belachelijk. NFL-speler Drew Brees verklaarde dat hij zich blijft verzetten tegen het knielen tijdens het volkslied. Dat leidde tot felle kritiek van collegasporters als basketballer LeBron James en NFL-speler James Aaron, die verklaarde dat deze knielprotesten "nooit over de vlag of het volkslied gingen".
Hierop nam de bekende Fox News-presentator Laura Ingraham het op voor Drew Brees. Ze zei dat Brees ook recht heeft op de vrijheid van meningsuiting en ze beschuldigde LeBron James ervan dat hij Brees in "een ketel van haat" had geduwd.
Eerder had Ingraham al eens gezegd dat LeBron James gewoon zijn mond moet houden ("shut up and dribble") en zich niet met politiek moest bemoeien. De NBA-ster reageerde getergd op die houding en zei dat dat nou net de kern van het probleem is:
Zo is het debat over racisme over Amerikaanse sport nog lang niet uitgewoed. Maar Amerikaanse sportclubs voeren nu wel veranderingen in die tot voor kort nog voor onmogelijk werden gehouden.
