Miljoenen geïnvesteerd, maar oude krijger Ramos blijft Reals sleutelspeler
Een woest uiterlijk, alsof hij maanden opgesloten heeft gezeten. En met een explosie van kracht, na ruim drie frustrerende, voetballoze maanden. Niet voor het eerst maakt Sergio Ramos (34) zich op het juiste moment even kwaad.
De strijd om de Spaanse titel gaat niet meer om de doelpunten van Lionel Messi en Cristiano Ronaldo, zoals negen jaar lang het geval was. Mentaliteit is na een roerig jaar de doorslaggevende factor.
Waar Barcelona zijn koppositie na de coronastop te grabbel gooide, won Real alle negen wedstrijden. Met Ramos als grote aanjager is het 34ste kampioenschap binnen handbereik. Vanavond kan het gebeuren, als de voorlaatste speelronde op het programma staat. Het verschil is vier punten. Real Madrid speelt thuis tegen Villarreal en Barcelona ontvangt Osasuna.
"Ramos heeft twee eigenschappen die bijna niemand heeft", zei Juventus-collega Giorgio Chiellini in zijn biografie. "Hij is doorslaggevend in grote wedstrijden en zijn interventies gaan aan elke logica voorbij. Met verwondingen tot het duivelse aan toe."
Chiellini noemt Ramos de beste verdediger van zijn generatie, een compliment dat veel voetballiefhebbers niet over hun lippen kunnen krijgen.
Aanslagen op Messi
Want wie herinnert zich niet de ontelbare aanslagen op Messi. Of de tranen van Liverpool-ster Mohamed Salah, die in de Champions League-finale van 2018 na een bikkelharde charge van de Spanjaard met een schouderblessure naar de kant moest.
"Een meesterzet", noemde Chiellini dat laatste.
Je houdt van Ramos, of je haat hem. Want zijn speelstijl, altijd op het randje en soms erover, zet ook een hoop kwaad bloed bij de concurrentie. Zoals bij Gerard Piqué van Barcelona, met wie hij nota bene jarenlang het centrum vormde in de Spaanse ploeg.
De twee bestoken elkaar geregeld via social media, recent nog om het feit dat Real volgens de Catalanen wel erg veel hulp van de videoscheidsrechter had gekregen tijdens het competitieslot.
Waar ze binnen de lijnen rivalen zijn voor het leven, hebben ze daarbuiten ook enorm veel respect voor elkaar. Piqué: "Ik wil niet zeggen dat we vrienden zijn, maar we hebben een hartelijke verstandhouding met elkaar."
Waar Piqué zijn beste jaren bij Barcelona duidelijk gehad heeft, is de honger van Ramos nog lang niet gestild. Hij wil volgend jaar als dispensatiespeler met Spanje meedoen aan de Olympische Spelen. Over twee jaar hoopt hij de meeste wedstrijden ooit voor Real achter zijn naam te hebben.
Meeste duels ooit voor Real
1. Raúl | 741 |
2. Iker Casillas | 725 |
3. Manolo Sanchís | 655 |
4. Sergio Ramos | 648 |
5. Fernando Hierro | 587 |
"Als je geen voetbal leeft, eet en ademt, dan ben je geen echte voetballer", is het credo van Ramos. "Dan draag je alleen maar het shirt."
Gedreven tot op het bot is er bij de 170-voudig international nog steeds geen teken van ouderdom zichtbaar. Als een bodybuilder etaleerde hij tijdens de coronastop zijn afgetrainde lichaam, een brok spieren waar je als tegenstander angstig van wordt.
Maar toch, benadrukte Wesley Sneijder, heeft Ramos ook een heel zachte kant. Zo bleek na de WK-finale van 2010. Terwijl buiten de wereldtitel uitbundig werd gevierd door de Spaanse ploeg, troostte Ramos zijn voormalig ploeggenoot Sneijder in de kleedkamer. Samen dronken ze een biertje.
Het liep ook wel eens minder af voor Ramos tijdens een onderonsje met een Nederlandse ploeg.
Gele kaart
Ramos pakte ruim een jaar geleden in de Johan Cruijff Arena nog expres een gele kaart. Omdat de return tegen Ajax hem een formaliteit leek. Vanaf de tribune moest hij echter toezien hoe zijn ploeg na een uitzege volledig werd ontmanteld in de achtste finales van de Champions League.
Wat volgde, was een revolutie in de Spaanse hoofdstad. Prijzenpakker Zinédine Zidane keerde terug als trainer en in de zomer werd voor ruim driehonderd miljoen aan spelers gehaald.
Eden Hazard, Luka Jovic, Éder Militão, Ferland Mendy en Rodrygo moesten het nieuwe Real vorm geven. Maar er werd dit seizoen maar zelden sprankelend gevoetbald ondanks die enorme kwaliteitsinjectie. Door omstandigheden was hun aandeel maar beperkt.
Het werd het seizoen van de Belgische keeper Thibaut Courtois, die slechts 22 tegengoals hoefde te incasseren. En van de verguisde Marcelo en Karim Benzema, boegbeelden uit de eerste succesperiode onder Zidane. Bezig aan hun tweede jeugd in Madrid.
Maar het werd bovenal het seizoen van Sergio Ramos, voor wie de schoonheid van het spel vooral schuilt in het resultaat. "En als je ons spel niet om aan te zien vindt, zet dan lekker de televisie uit."